Beestenboel: onze mossel komt in moeilijk vaarwater
De mossel krijgt het moeilijk. Gelukkig beschikt ze over speciale biologische overlevingstrucjes.
Wetenschappelijke vakbladen spuien aan de lopende band dramatische berichten over de toekomst van onze mossels. Ondanks hun alomtegenwoordigheid lijken de diertjes kwetsbaar voor de drastische veranderingen die de mens in hun leefomgeving introduceert. De problemen doen zich voor op meerdere fronten, maar vooral de opwarming van het klimaat en dus ook van het zeewater zet druk op het mosselleven. Aanvankelijk werd gedacht dat een temperatuurstijging gunstig zou zijn voor mossels, omdat ze groter worden in warmere omstandigheden. Maar de extra groei heeft zijn prijs, want grote mosselschelpen worden brozer, waardoor ze minder bescherming bieden tegen aanvallen van de vele mosseleters in de zee, zoals krabben en zeesterren.
Veel mosseleitjes blijven onbevrucht, ondanks het feit dat er op een mosselbank 10.000 zaadjes per eitje beschikbaar zouden zijn.
Bij hogere temperaturen breken de baarddraden waarmee mossels zich aan een substraat hechten ook makkelijker. Die draden zijn essentieel voor hun overleving, want als ze loskomen spoelen de mossels vaak hulpeloos op het strand aan. Tijdens de groei worden de draden wat langer, wat ze extra gevoelig maakt voor stormweer. Als er eens veel verse dode mossels op een strand liggen, is dat meestal een gevolg van de beukende golven die de diertjes hebben losgerukt uit hun leefomgeving.
Het meest recente nieuws over minder gunstige reacties van mossels op hogere temperaturen verscheen onlangs in Animal Behaviour. Bij diertjes die maandenlang in warme omstandigheden doorbrachten, bleven de schelpen na een aanval van een mosseleter twee keer langer hermetisch gesloten dan in koelere omstandigheden, wat impliceert dat ze minder eten en dus een zwakkere conditie hebben.
Een extra probleem gekoppeld aan de opwarming van de mosselbiotoop is de verzuring van het zeewater. Die heeft een negatief effect op de vorming en de kracht van een mosselschelp. Ook plastic is een groeiend probleem, zeker in mosselbanken. Als mossels samenklitten in een natuurlijk rif, stapelen ze drie keer meer microplastics in hun lichaam op dan wanneer ze verspreid in losse klompjes leven.
Mossels hangen zich graag aan elkaar vast. Dat is gunstig voor hun voortplanting, want ze kunnen zich niet verplaatsen om een partner te zoeken. Een vrouwtjesmossel produceert tussen 5 en 10 miljoen eitjes. Vele daarvan blijven onbevrucht, ondanks het feit dat er op een mosselbank zo’n 10.000 zaadjes per eitje beschikbaar zouden zijn. Maar die moeten in het woelige zeewater wel een eitje kunnen bereiken. Van de mossellarfjes wordt meer dan 99 procent opgegeten voor ze aan hun vastzittende leven beginnen. Mossels houden heel wat andere dieren in leven.
Ze beschikken over twee speciale eigenschappen die hun succes bevorderen. Ze hebben een enorm efficiënt afweersysteem, gebaseerd op korte eiwitten die fungeren als antibiotica. Ondanks het feit dat ze ononderbroken water opzuigen om er voedingsdeeltjes uit te filteren, worden mossels zelden of nooit slachtoffer van infecties. Uit een studie in Genome Biology bleek dat ze voor hun overleving kunnen putten uit een uitzonderlijk uitgebreide en flexibele set genen. Hopelijk zitten daar functies bij waarmee ze onze aanvallen op hun leefmilieu kunnen counteren. Anders ziet het er niet goed uit voor de mossel. En dus evenmin voor ons, gepatenteerde mosseleters.
Beestenboel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier