Beestenboel: broedbestand van wielewaal zakt naar historisch dieptepunt
De wielewaal, een vogel met tropische looks, doet het helaas niet goed meer in onze contreien.
De wielewaal brengt mensen bij elkaar. Zo gaf de prachtige vogel met de melodieuze zang zijn naam aan de Vlaamse vogelvereniging die in 1933 onder impuls van de Turnhoutse pastoor Frans Segers werd opgericht. In 2001 versmolt De Wielewaal met een andere natuurvereniging tot Natuurpunt.
Zijn welluidende naam heeft de wielewaal te danken aan zijn jodelende zang. Zodra je die te horen krijgt, vergeet je hem nooit meer. Het mannetje is knalgeel en heeft zwarte vleugels. Toch krijg je hem zelden te zien. Hij houdt van hoge boomkruinen. Daarin valt hij niet op – het geflikker van de zon op de bladeren zorgt ervoor dat hij, ondanks zijn gele veren, toch gecamoufleerd is. Het vrouwtje is groenig en bruinig, niet alleen omdat zij, in tegenstelling tot de mannetjes, haar kwaliteiten als geschikte partner niet hoeft te etaleren, maar ook omdat ze het uitbroeden van de eieren grotendeels voor haar rekening neemt. Dan helpt het als je versmelt met je leefomgeving. Wielewalen zijn berucht om de agressiviteit waarmee ze belagers van hun nest, zoals eekhoorns en eksters, te lijf gaan. Door hun doortastende optreden verliezen ze zelden eieren of jongen.
De wielewaal is berucht om de agressiviteit waarmee hij zijn nest tegen belagers verdedigt.
Het nest van de wielewaal is een dicht gevlochten mandje dat onder aan een tak bengelt, vaak in een vork voor wat stabiliteit. Voor 1950 was de soort in onze contreien een algemene broedvogel, die bijna uitsluitend in loofbossen leefde. De wielewaal heeft een uitgesproken voorkeur voor populierendreven en -bossen, dikwijls in een nattige setting. Maar het droogleggen en kappen van bossen deed zijn populatie geen deugd. Wielewalen zijn ook gepatenteerde groterupseneters. Aangezien insecten het slecht doen als gevolg van overmatig pesticidegebruik, is dat nadelig voor de soort.
Kenners menen dat het broedbestand van de wielewaal in Vlaanderen onder de duizend koppels is gezakt, naar verluidt een historisch dieptepunt. Gelukkig is de vogel sterk aanwezig in Europa en Azië, waardoor hij momenteel niet in zijn voortbestaan is bedreigd.
De wielewaal is een trekvogel die amper drie maanden bij ons verblijft voor hij weer naar zijn winteroorden in Centraal- en Zuidoost-Afrika vertrekt. Onderweg moet hij constant op zijn hoede zijn voor netten, geweren en andere gevaren. Die probeert hij zo veel mogelijk te omzeilen door ’s nachts te vliegen. Overdag verbergt hij zich om te rusten en krachten op te doen.
In het vakblad Global Change Biology verscheen een intrigerend verslag over de winterbiotoop van de wielewaal. Op basis van de chemische analyse van duizenden veren van vogels uit museumcollecties van 1818 tot 1971 konden onderzoekers concluderen dat de meeste vogels halverwege de negentiende eeuw naar Zuidoost-Afrika trokken. Maar halfweg de twintigste eeuw zat de meerderheid in Centraal-Afrika. Statistische hulpmiddelen konden de shift koppelen aan variaties in regenval: hoe meer regen er ergens valt, hoe groter de kans dat er wielewalen zijn. Als het veel regent in Centraal-Afrika, blijven ze er hangen, anders trekken ze verder zuidwaarts.
Regen is dus essentieel voor een succesvolle overwintering van de wielewaal. Het creëert ongerustheid over de gevolgen van de klimaatopwarming. Minder regen in de wintergebieden zou de wielewaal onder druk kunnen zetten.
Beestenboel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier