Beestenboel: beterschap op komst voor de koninginnenpage

© iStock
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Onze grootste inheemse vlinder is bezig aan een revival. Maar het gaat met horten en stoten.

In deze door de mens gedomineerde wereld hebben grote soorten het vaak moeilijker dan kleine. In de vlindertellingen van Natuurpunt haalt de grote koninginnenpage amper de top 20.

Senioren herinneren zich ongetwijfeld hoe ze in hun jeugdjaren tijdens zomerse vlindervangsessies regelmatig een koninginnenpage te pakken kregen. De koninginnenpage schijnt een voorkeur te hebben voor roze tot paarse bloemen, waardoor een vlinderstruik extra aantrekkingskracht op hem uitoefent. Van dichtbij is de vlinder nog mooier dan van ver. Het met zwart gelardeerde gelige wit, de rode vlekjes aan de achterrand van de vleugels en de aanzet tot een zwaluwstaart maken van hem een pareltje.

Maar nu is de koninginnenpage uit de meeste tuinen verdwenen. Zoals veel insecten heeft hij te lijden van veranderingen in ons landschap, zoals het verdwijnen van bermen met wilde bloemen. Hij wordt ook geconfronteerd met insecticiden die gericht zijn tegen schadelijke insecten maar ook nadelig zijn voor nuttige insecten – net als veel vlinders kunnen koninginnenpages gewassen bevruchten.

Mannetjes kunnen achter andere mannetjes aangaan in de overtuiging dat het vrouwtjes zijn die niet op hun avances willen ingaan.

Recent lijkt het wel wat beter te gaan met de koninginnenpage. De soort profiteert van de klimaatopwarming. Sommige jaren is ze nog altijd schaars, maar dat zou te maken hebben met vrij koude aprilmaanden. De poppen die dan moeten uitkomen, zouden door de late koude hun laatste groeispurt missen.

De vlinders overwinteren als pop. In de lente sluipen ze uit. Ze leven maar een paar weken. Ze leggen eitjes op wortelblaadjes, in moestuinen en in wegbermen. Na een achttal dagen kruipen er rupsen uit. Die zijn aanvankelijk klein en zwart met een wit vlekje, waardoor ze wat van een vogelstrontje hebben – een grappige aanpassing die als camouflage kan fungeren, want notoire rupseneters als vogels zijn niet geïnteresseerd in uitwerpselen.

Een rups groeit snel en wordt vrij groot. Na vier vervellingen is ze prachtig lichtgroen met zwarte streepjes en rode vlekken. Met die kleur probeert ze zo weinig mogelijk op te vallen op de planten die haar leefgebied zijn, maar voor de zekerheid heeft ze geïnvesteerd in een extra afweermechanisme: een klier op haar kop waaruit bij gevaar een voor wespen en mieren niet te harden geur wordt gelost. Na een dikke anderhalve maand verpopt de rups. In warme jaren kan de koninginnenpage er twee generaties uitpersen.

Onderzoek heeft uitgewezen dat de hoeveelheid sperma die een mannetje produceert, afhangt van de hoeveelheid voedsel die de vlinder als rups naar binnen heeft kunnen werken. Het weinige dat de vlinder zelf eet, zou uitsluitend gebruikt worden om zijn leven wat te rekken.

Onderzoekers hebben ook aangetoond dat de soms hevige schijngevechten van vlinders in de vlucht een gevolg zijn van het feit dat mannetjes vrouwtjes niet goed op zicht kunnen herkennen – geslachtsherkenning gebeurt door het uitsturen en capteren van chemische stoffen. Mannetjes zouden hardnekkig achter een ander mannetje aan blijven gaan, omdat ze in de overtuiging verkeren dat het een vrouwtje betreft dat niet op hun avances wil ingaan. Met dat laatste hebben wel meer mannen het moeilijk.

Partner Content