Al 100 reizen naar de maan gepland, maar wat gaan we daar doen?

De maan wordt verkocht als opstapje voor verdere ruimtereizen. © getty images
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Er staan meer dan 100 reizen naar de maan in de steigers, zowel door landen als door privéspelers. Dé vraag is: wat wil men daar gaan doen?

Was het een tekort aan brandstof om het remmingsmechanisme in gang te zetten? Was het een fout met de software van de hoogtemeter? Hoe het ook zij, op 26 april verloren de operatoren van het Japanse ruimtebedrijf ispace het contact met de maanlander M1, die ze op de maan wilden zetten, onder meer om er onderzoek te doen naar de alomtegenwoordige stofdeeltjes. De bedoeling was ook om, met Japanse grondigheid, de lander exact op de plek te zetten waar ingenieurs en wetenschappers hem hebben wilden, en niet zomaar ergens neer te poten binnen een ruim afgebakende zone.

De mislukking kon als ‘normaal’ worden beschouwd. De mensheid is al op de maan geweest, maar het is meer dan een halve eeuw geleden en de technologie van toen kan niet zomaar hergebruikt worden. Tussen 1969 en 1972 landden zes Amerikaanse astronautenteams op de maan, vooral om de Russen te tonen dat Verenigde Staten ook in de ruimte oppermachtig waren. Zodra dat bewezen was, werd de noodzaak van bemande verre ruimtereizen minder acuut, waardoor het peperdure programma werd stopgezet. Vandaag wordt gezegd dat de maanlandingen van toen hun tijd ver vooruit waren. Er wordt net niet uitgesproken dat het een mirakel was dat het lukte.

De wetenschap waar ruimtereizen op steunen is geen evidentie, ambitieuze expedities zijn dat al evenmin. Raketten ontploffen, software laat het afweten, maanlanders crashen… Tegenslagen horen bij het leerproces om gedurfde initiatieven tot een goed einde te brengen. Het spectaculairste aan de M1-lander was dat het om een privé-initiatief van een Japanse onderneming ging, dus niet om een overheidsproject. Tegelijk illustreerde het de geografische veelzijdigheid van de hedendaagse ruimteprojecten. De lancering gebeurde op 11 december 2022 door middel van een herbruikbare Falcon 9-raket van het Amerikaanse ruimtebedrijf SpaceX van ondernemer Elon Musk. Aan boord van de lander waren niet alleen een robot van de Japanse ruimteorganisatie JAXA, maar ook een maanautootje ontwikkeld in de Verenigde Arabische Emiraten en een gesofisticeerd camerasysteem van een Canadees privébedrijf. Die gingen allemaal verloren. Ondernemen is in de ruimte nog risicovoller dan op de aarde. De volgende poging van ispace zal voor 2024 zijn, zonder maanwagen van de Emiraten.

Sommigen willen onze vervuilende industrie verplaatsen naar de maan.

Rusland en China

Sinds een jaar of tien is er sprake van een nieuwe race naar de maan, met meer deelnemers dan alleen Amerikanen en Russen. Naast Japan willen ook India, Zuid-Korea en China naar de maan – de Aziatische tijgers roeren zich. China is voorlopig, na Rusland en de VS, het enige land dat erin slaagde een lander op de maan neer te zetten en te laten functioneren. Chinezen en Russen maakten plannen om samen een permanent ruimtestation in een baan om de maan te brengen, en mogelijk een satellietstation op de maan zelf te bouwen, maar het is onduidelijk of de oorlog van de Russen in Oekraïne een invloed heeft op het project. Het maanstation zou in eerste instantie uitsluitend door robots ‘bemand’ worden.

Het Japanse ispace is niet het eerste privébedrijf dat op de maan wilde landen. Op 11 april 2019 crashte het ruimtetuig Beresheet op de maan, een product van het Israëlische bedrijf SpaceIL – een tweede poging wordt gepland in 2024. Elon Musk en collega-miljardair Jeff Bezos van Amazon, die zijn eigen ruimtebedrijf Blue Origin heeft, willen allebei de wijde ruimte in, met als meest absurde drogreden dat ze een uitweg willen voor wanneer de mens het leven op aarde te moeilijk heeft gemaakt. Een ander, meer ‘ecologisch’ geïnspireerd argument is dat het leven op de aarde ‘menselijker’ zou worden als we onze vervuilende industrie naar de maan verplaatsen.

Een significant, hoewel louter symbolisch evenement vond plaats op 23 augustus 2021. Toen maakte de baas van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA een check van 10 dollarcent over aan het Amerikaanse bedrijf Lunar Outpost, als ‘voorschot’ op latere leveringen van het bedrijf. Verwacht wordt dat privébedrijven staaltjes van bijvoorbeeld stof en rots die ze op de maan gaan halen, ‘verkopen’ aan overheidsinstellingen voor wetenschappelijk en ander onderzoek.

Nog andere Amerikaanse bedrijven, zoals Intuitive Machines en Astrobotic, hebben zich in de race naar de maan gegooid. Als alles volgens plan verloopt, zou er binnenkort een maanlander van Intuitive Machines vertrekken, op een vlucht van Musks SpaceX. De maanlander van Astrobotic is gekoppeld aan de eerste lancering van de ook al privé ontwikkelde Vulcanraket, die – ondanks recente technologische problemen – ook voor dit jaar gepland is.

Kosten besparen

Voorlopig ligt de NASA op kop in de race. Op 16 november 2022 werd Artemis I gelanceerd. Het is het eerste van een reeks ruimtetuigen die, als alles goed gaat, in december 2025 met Artemis III opnieuw mensen op de maan moet brengen, inbegrepen de eerste vrouw en de eerste niet-blanke man. Artemis I droeg een testversie van de Orioncapsule die mensen op de maan zal moeten zetten – ze viel op 11 december na een succesvolle missie in de Stille Oceaan. Prijskaartje van het project: bijna 100 miljard dollar. Om toekomstige kosten te drukken heeft de NASA een initiatief ontwikkeld dat Commercial Lunar Payload Services heet. Daarmee zal het ruimte kopen op privévluchten naar de maan, wat kostenbesparend zou werken. Het is een nieuwe stap in het streven naar synergie tussen overheid en privé in de ruimte.

Lancering van de Artemis I. De NASA ligt op kop in de race naar de maan.
Lancering van de Artemis I. De NASA ligt op kop in de race naar de maan. © getty images

Voor de volgende tien jaar staan er al meer dan 100 reizen naar de maan in de steigers. De redenen voor de missies zijn meestal prozaïscher dan de bevlogen bewoordingen van de rijksten ter wereld: er zou geld te verdienen zijn. Maar aan fantasie is er geen gebrek. De maan wordt verkocht als een opstapje voor reizen naar de rest van ons zonnestelsel, in de eerste plaats de planeet Mars. Het zou op de maan minder moeilijk zijn om lanceringen uit te voeren, tenminste als het zou lukken om er een geschikte lanceerinstallatie te bouwen.

Voor het zover is, moeten er heel wat obstakels overwonnen worden. Analisten gaan ervan uit dat de meest geschikte plaats voor een permanente aanwezigheid van mensen op de maan de zuidpoolzone is, omdat de kans het grootst is dat er water, weliswaar in de vorm van ijs, gevonden wordt. De eerste maanlander van Intuitive Machines zou een poging doen om ijs te vinden. De mogelijkheid om een claim te kunnen leggen op het eerste ‘bruikbare’ water dat op de maan opgedolven wordt, zou een van de belangrijkste commerciële motieven voor de nieuwe generatie maanreizen zijn.

Het water zou niet alleen als drinkwater kunnen fungeren, maar ook als bron van energie: je kunt het opsplitsen in waterstof en zuurstof als basis voor brandstoffen. Voor het geval dat niet zou lukken, zijn er plannen voor de bouw van piepkleine kernreactoren om menselijke nederzettingen op de maan van energie te voorzien. Het Britse bedrijf Rolls-Royce maakt zich sterk dat het tegen 2029 een reactor klaar zal hebben voor installatie op de maan.

Het leven in de maannederzettingen zal allesbehalve rozengeur en maneschijn zijn. Het weer op de poolzones van de maan is een afwisseling van wekenlange extreme koude (met temperaturen tot min 173 graden) en wekenlange extreme hitte (tot meer dan 100 graden). Voorts wordt het een constant gevecht tegen het alles penetrerende stof. Een belangrijke vraag is of het gesteente op de maan gebruikt zal kunnen worden voor de productie van bouwmaterialen, want anders zal alles vanaf de aarde moeten worden ingevlogen. Er zal uiteraard gezocht worden naar sporen van zeldzame mineralen, onder meer in ingeslagen kometen – dat is misschien wel de belangrijkste commerciële incentive op langere termijn voor een exploratie van de maan.

Militairen en ngo’s

De voorbije halve eeuw focuste de ruimtevaartsector op het Internationaal Ruimtestation. Het fungeerde onder andere als testplek om mensen in moeilijke omstandigheden te laten samenleven. Minder aandacht was er voor de juridische implicaties van menselijke aanwezigheid op de maan. Want wie kan er wat claimen?

In 1967 werd binnen de Verenigde Naties een Ruimteverdrag (‘Outer Space Treaty’) afgesloten, waar de belangrijkste ruimteactoren op ingetekend hebben. Maar de klassieke vaagheid waarmee dat soort verdragen wordt opgesteld, maakt het onduidelijk hoe ermee moet worden omgegaan. Zo stipuleert het verdrag dat de maan en andere hemellichamen ‘vrij zijn voor exploratie en gebruik’. Wat ‘gebruik’ specifiek betekent, werd niet gedefinieerd.

Het viel ook te verwachten en te vrezen dat wat verbloemend het ‘militair-industrieel apparaat’ heet, zich in de ruimte zou gaan interesseren. Eind 2019 kreeg het Amerikaanse leger officieel een ‘zesde’ tak: de US Space Force. In China is het overheidsorgaan dat verantwoordelijk is voor bemande ruimtevluchten een onderdeel van het leger. Aan de andere kant van het politiek-ethische spectrum werd in 2018 de JustSpace Alliance opgericht, een ngo die wil waken over de ‘ethiek’ van het leven in de ruimte. Een belangrijk aandachtspunt zijn nu al de ongetwijfeld abominabele werkomstandigheden voor mensen in maanbasissen. We hebben gelukkig nog tijd om daar grondig over na te denken. Want we mogen op de maan niet dezelfde fouten maken die op de aarde tot zoveel ellende voor zovelen hebben geleid.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content