Bioloog en Knack-journalist Dirk Draulans vreest dat milieubescherming te weinig mensen beroert om écht ernstig te worden genomen.
Het protest van de zogenaamde gele hesjes tegen het duurder worden van de fossiele brandstoffen geeft een onhebbelijk gevoel. Je kunt bijna niet anders dan er een verhaal van sociale klassen in zien: arme mensen hebben het moeilijker met vrij snel stijgende brandstofprijzen die politici doorvoeren dan minder arme. Als de ontevredenen hun geworstel met het leven linken aan dure uittredings- en andere vergoedingen waar politici zich graag van bedienen, krijg je grote onvrede en moet je niet verwonderd zijn dat er sociale onrust komt. Trop is te veel.
Aandacht voor natuur en milieu is iets voor de happy few.
Politici gebruiken de strijd tegen de klimaatopwarming graag als argument om de brandstofprijzen te verhogen. Maar het moet eerder als een verkapte banale stijging van de belastingen gezien worden, want het gebeurt nooit drastisch genoeg om een substantiële gedragsverandering teweeg te brengen – gesteld dat die realistisch zou zijn om ook armere mensen tot een duurzamere levensstijl te bewegen. Belastingen op brandstof geleidelijk verhogen maar ondertussen weigeren om leasingwagens aan te pakken – dat is de hypocrisie van het huidige klimaatbeleid.
Het ontslag van de Franse milieuminister Nicolas Hulot illustreerde dat ook de regering van Emmanuel Macron vooral lippendienst aan het milieu bewijst. Veel politici hebben geen milieubewustzijn in hun DNA, hoewel het goed klinkt om af en toe wat volzinnen over duurzaamheid en de toekomst van onze kleinkinderen te laten vallen. Greenwashing op beleidsniveau. Ze moeten wel met het milieu aan de slag, omdat een deel van de maatschappij erom vraagt en omdat er gezondheidsproblemen aan gekoppeld kunnen zijn, maar in feite zijn ze veel liever met economie en werkgelegenheid bezig. Met groei! Het hoeft dus niet te verbazen dat het niet de goede richting uitgaat met de strijd tegen de klimaatopwarming. De gevolgen dreigen drastisch en duur te zijn. De kans is reëel dat armere mensen de eerste slachtoffers van de laksheid zullen worden.
In Frankrijk worstelt men ook met de ecologische gevolgen van een massale jacht op trek- en andere vogels. Een frustrerend gebeuren voor wie zich inzet voor vogelbescherming, ook in het buitenland, als de dieren waar je veel geld en energie in pompt vervolgens over de Franse grens (en verder naar het zuiden) zomaar uit de lucht geknald worden, voor de lol. Die lukrake schieters zijn doorgaans evenmin mensen uit de hogere klassen. De plezierjacht is iets van ‘het volk’. Je kunt niet anders dan bewondering opbrengen voor onze oud-minister van Landbouw Leo Tindemans (CVP) die in 1972, in een reflex van voortschrijdend inzicht, de vogelvangst afschafte, nochtans een sport van het volk. Dat doen als gezicht van een volkspartij was een statement van formaat. Vandaag ontbreekt het de politiek aan visionaire geesten. Laat de jagers maar aanmodderen, het is een te moeilijk probleem om efficiënt aan te pakken en het zal niet veel stemmen opleveren, zeker niet in Frankrijk.
De kans is reëel dat armere mensen de eerste slachtoffers van de laksheid zullen worden.
Er is een variant van de volkse vogeljacht voor volk dat meer geld en grotere geweren heeft, maar even weinig respect voor de natuur: trofeejacht. Omhooggevallen rijken die dieren als olifanten en leeuwen gaan afknallen voor de kick. De foto’s van die heerschappen met hun doorgaans dikke lijf en lelijke tronie (en het kleine aantal provocerende dames in hun gezelschap) etaleren niet echt een beeld van verlichte geesten. Groot denkwerk lijkt niet besteed aan de meesten van deze knallende zelfverklaarde helden.
Ondertussen is in Brazilië een president verkozen die beloofd heeft het Amazonewoud zoveel mogelijk te laten kappen om economische groei in de hand te werken – dat het woud een buffer is tegen de klimaatopwarming lijkt niet tot hem door te dringen. In de Verenigde Staten is een president verkozen die aan de lopende band milieubeschermingsregels terugschroeft, en die bosbranden in Californië afdoet als een gevolg van falend bosbeheer en niet van de klimaatopwarming. Groot-Brittannië wringt zich in moeilijke bochten om de loskoppeling van Europa zo vlot mogelijk te laten verlopen, maar het is nu al duidelijk dat de Brexit voor het Britse leefmilieu geen goede zaak zal zijn.
In deze drie gevallen waren de belangrijkste stemmers (voor Bolsonaro, Trump en de brexit) mensen uit de lagere klassen, die geen oren hebben naar milieumaatregelen. Die willen het simpel houden. Die laten zich wijsmaken wat ze willen horen. Als je idioten bier- en andere blikjes uit een camionet ziet keilen, zijn het ook zelden grote lichten. Later organiseren schoolkinderen met bevlogen leraars dan acties om het zwerfvuil langs onze wegen op te ruimen. Het is om gek van te worden, dat dweilen met de kraan open. En de overheid maar sensibiliseren en nog eens sensibiliseren – vrijblijvend, maar niet goedkoop.
Als je alles op een rijtje zet, kun je bijna niet anders dan concluderen dat milieubewustzijn vooral een zaak is van comfortabel levende weldenkende mensen. Mensen met de nodige financiële middelen of mensen die niet veel nodig hebben en geluk vinden in kleine dingen, zoals mooie natuur. Of van echte bevlogenen (die dikwijls meewarig bekeken worden door hun omgeving, maar die je gelukkig wel overal in de wereld vindt). Dat is op maatschappelijke schaal een relatief bescheiden aantal mensen. De meerderheid trekt zich geen zak aan van klimaatopwarming of natuurbescherming. Die stort zich op shoppingcenters en Black Fridays in een orgie van consumeren. Of kan zich dat niet permitteren en trekt een geel hesje aan en gaat de straat op.
De gebrekkige wervingskracht van natuur en milieu vertaalt zich zelfs in de politiek van groene partijen, die in feite een doorslagje van socialistische partijen geworden zijn, met een focus op thema’s als armoede, migratie en sociale zekerheid. De twee staan in het stemhokje als communicerende vaten met elkaar in verbinding: hoe meer stemmen de groenen halen, hoe minder er overblijven voor de roden (en omgekeerd). Maar een écht groene partij, met een focus op natuur en milieu, is er niet. Waarschijnlijk zou die ook niet leefbaar zijn, gezien de beperkte wervende kracht die uitgaat van de strijd tegen milieuproblemen als de klimaatopwarming en de verloedering van onze natuur.
Het is geen goed nieuws dat aandacht voor milieu en natuur vooral een zaak van de happy few zou zijn, de geprivilegieerden, de spontaan gelukkigen, de weldenkenden, de bevlogenen. Je kunt natuurlijk niet van iedereen die graag in de natuur gaat wandelen of fietsen verwachten dat hij of zij een soort activist wordt. Maar het is voor in de natuur- en milieubescherming gepokt en gemazelde mensen moeilijk om vast te stellen dat je spontaan kunt mobiliseren tegen stijgende brandstofprijzen, maar niet tegen een vernietigende plezierjacht. De gele hesjes zullen ongetwijfeld langer in de media blijven hangen dan de in vergelijking daarmee toch vrijblijvend ogende klimaatbetoging van 2 december.
Alle acties, inbegrepen gerechtelijke, voor het klimaat ten spijt: het blijft schrijnend om te zien dat er in een landje met liefst vier voor het klimaat bevoegde ministers geen grote maatregelen komen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Het is pijnlijk dat de strijd tegen plastic verpakkingen en zwerfvuil telkens weer uitmondt in politiek gekonkel om toch maar geen drastische maatregelen te moeten nemen. Het is absurd dat het in de nochtans degelijk gereglementeerde jacht in ons land nog altijd toegestaan is om op de sterk bedreigde patrijs te jagen.
Je voelt zo aan je water dat veel politici geen voeling hebben met milieuthema’s. Zelfs milieuministers houden er rekening mee dat ze beter scoren bij hun achterban als ze ostentatief géén milieuvriendelijke maatregelen uitvaardigen en als ze systematisch natuurliefhebbers op de korrel nemen, dan wanneer ze zouden doen waar ze voor zijn aangesteld (want in regeringsverklaringen staan altijd ronkende volzinnen over natuur en milieu). Als die achterban vooral uit eenvoudig redenerende en minder weldenkende mensen bestaat, komen ze daar mee weg.
Je voelt zo aan je water dat veel politici geen voeling hebben met milieuthema’s.
IJveren voor natuur en milieu: het lijkt op die manier iets voor een minderheid. Dat is erg, want iedereen is gebaat met aandacht voor natuur en milieu, ook de mensen die nu in gele hesjes Frankrijk en Franstalig België op stelten proberen te zetten. Maar die gaan dat waarschijnlijk nooit begrijpen. Er is ook zoiets als een onderscheid tussen kortzichtigen en langetermijndenkers. Die laatste groep is eveneens een minderheid. En ze heeft zelden vertegenwoordigers in de beslissingscenakels. Dat is doodjammer. De gevolgen van de kortzichtigheid zijn wereldwijd al zichtbaar: meer bosbranden, zwaardere overstromingen, krachtiger orkanen, langduriger droogtes, groeiend verlies van biodiversiteit… En het ergste moet ongetwijfeld nog komen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier