‘Zonder Belgisch-Congolees uranium had VS nooit atoombom op Hiroshima kunnen gooien’
Exact 70 jaar geleden dropte de Amerikaanse piloot Paul Tibbets een atoombom op de Japanse stad Hiroshima waarbij 78.000 onmiddellijke doden vielen. ‘Een catastrofe die zonder Belgisch-Congolees uranium nooit had plaatsgevonden.’
Op 6 augustus 1945 krijgt de Belg Edgar Edouard Bernard Sengier een telefoontje van een medewerker van het Manhattanproject (de geheime operatie waarmee de Verenigde Staten tijdens de Tweede Wereldoorlog een atoombom ontwikkelden). ‘Luister naar het nieuws van 11 uur’, klinkt het. En zo verneemt Sengier dat er een verwoestende atoombom is gevallen op de Japanse stad Hiroshima. Daarbij vielen 78.000 doden in een fractie van een seconde.
De industrieel Sengier stond aan het hoofd van het mijnbouwbedrijf Union Minière (UM). Zonder dat Belgische uranium had de VS nooit een atoombom op Hiroshima kunnen gooien, schrijven onder meer Jean-Pierre Van Rossem en Luc Barbé in hun boeken. 70 tot 75 procent van het uranium dat de VS nodig had voor het onderzoek naar de ontwikkeling van atoomwapens kwam uit de toenmalige Belgische kolonie Congo.
Bovendien was de Belgische overheid rechtstreeks betrokken, schrijft Barbé. ‘Toen UM niet bereid bleek om het gewenste alleenrecht te verschaffen over alle uraniumertsen, keerde de VS zich tot de Belgische oorlogsregering in ballingschap in Londen.’ De toenmalige Belgische regering tekenden in september 1944 een akkoord waardoor ze de VS, en diens bondgenoot Groot-Brittannië, hielp het alleenrecht te krijgen op al het Congolees uranium. Naar verluidt hoopte België op die manier wetenschappelijke voordelen te kunnen halen uit het onderzoek met dit uranium.
Een noodzakelijk kwaad?
Met de atoombommen op Hiroshima en enkele dagen later op Nagasaki (9 augustus) wilde de VS het einde van de Tweede Wereldoorlog bespoedigen en daar slaagde ze in, werd ons reeds op de schoolbanken aangeleerd. De desastreuze bom zou Japan gedwongen hebben tot overgave. Maar betekende Hiroshima wel het einde van de Tweede Wereldoorlog of luidde ze eerder een nieuwe periode in: de Koude Oorlog? ‘Deze discussie wordt onder gespecialiseerde historici al een tijdje gevoerd, vertelt Tomas Baum, directeur van het Vlaams Vredesinstituut. ‘Het lijkt meer en meer een mythe te zijn dat de atoombom noodzakelijk was om een einde te brengen aan de gruwelijke Tweede Wereldoorlog.’ Wel plaveide de atoombommen volgens hem de weg voor een ‘Amerikaanse machtspolitiek.’
‘De atoombommen waren niet nodig om de oorlog te beëindigen. Men had al zware bombardementen met brandbommen uitgevoerd die evenveel slachtoffers maakten’, verduidelijkt Baum. Al mag het psychologische aspect van de kernbom niet onderschat worden. ‘Naar verluidt was Harry Truman een erg onzekere man, hij was erg plots president van Amerika geworden toen Roosevelt stierf’, vertelt Baum. ‘Om zijn positie te versterken aan de onderhandelingstafel was een atoomwapen nu eenmaal een sterk dreigingsmiddel.’ Baum beaamt dus dat Hiroshima en Nagasaki niet per se de doorslag hebben gegeven bij de capitulatie, iets wat ook uitgebreid aan bod komt in de bekroonde documentaire The Bomb die regisseur Oliver Stone en historicus Peter Kuznick samen maakten.
Keizer
De these die onder meer de Japanse historicus Tsuyoshi Hasegawa volgt in zijn boek (Racing the Enemy) is dat Japan vreesde voor een bezetting door de Sovjet-Unie. Een ‘horrorscenario’ voor de Japanse leiders, want de kans zou dan erg klein zijn dat het keizerlijk systeem overeind kon blijven en de Japanse cultuur behouden bleef. Bij een Amerikaanse bezetting werd die kans door de Japanners groter geacht. Met dit idee in het achterhoofd gaf Japan zich over na een aanval van de Sovjet-Unie op de Japanners in Mantsjoerije, een Chinese provincie bezet door Japan.
Over de vraag of de atoombommen een noodzaak waren, een oorlogsmisdaad of een heldendaad, blijven de meningen ook vandaag nog uiteen lopen. Uit een enquête uitgevoerd door het Pow Research Centre, blijkt dat 56 procent van de Amerikanen de bombardementen gerechtvaardigd vindt, terwijl 79 procent van de Japanners vindt dat de VS de bommen niet had mogen droppen.
Terreurgroepen
Hoewel de overlevenden van de atoombommen in Japan, ‘de Hibakusha’, tot op vandaag strijd voeren tegen nucleaire wapens, zijn er in de wereld nog duizenden kernwapens aanwezig. Maar hoe realistisch is een incident met kernwapens vandaag? Baum wijst op drie mogelijke scenario’s, ‘want een incident kan verschillende dingen betekenen.’ ‘Ten eerste is een ongeluk mogelijk.’ Baum acht die kans reëel, ‘al kan niemand zeggen hoe groot deze kans precies is’.
Ten tweede kunnen kernmachten beslissen om nucleaire wapens in te zetten. ‘De implicaties van effectief gebruik van atoomwapens zijn zeer groot. De kans dat is daarom eerder klein dat dit ook werkelijk zal gebeuren’, aldus Baum. Het derde gevaar is dat kernwapens in handen vallen van terroristen. Hier is de kans dat zij de kennis en middelen verwerven om zelf zo’n wapen te produceren eerder klein. ‘Als ze een reeds bestaand kernwapen in handen krijgen, liggen de zaken natuurlijk anders.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier