‘Xi Jinping, treed af’: waarom het covidprotest gevaarlijk kan worden voor de Chinese leider
De protesten in China sloegen afgelopen weekend wereldwijd in als een bom. Zijn ze een loutere uiting van wijd verspreid ongenoegen over het zerocovidbeleid of moet de overheid de enkelingen ernstig nemen die ‘Xi Jinping, treed af’ scandeerden?
Shanghai, Peking, Chengdu, Wuhan, het zijn maar een paar van de Chinese megasteden waar vorig weekend protesten plaatsvonden. In Guangzhou werd er tot dinsdag slag geleverd met de politie en ook aan zo’n 70 universiteiten demonstreerden studenten. Het ging op sommige plaatsen van onvrede met het bijzonder strenge covidbeleid naar een regelrechte aanval op de Chinese Communistische Partij (CCP) en haar leider – een uiting van politieke contestatie die we sinds de studentenprotesten van 1989 niet meer zagen. Is China in de ban van de A4-revolutie, zoals de demonstraties online worden genoemd, verwijzend naar de lege witte blaadjes die velen meedroegen uit protest tegen de censuur ?
Zoveel is zeker: lang duurde het niet. De voorbije dagen patrouilleerden opvallend veel agenten in de straten, studenten werden vervroegd met vakantie gestuurd en het gerucht ging dat de ondervragingen van demonstranten al volop bezig waren.
‘Het geluid van april’
De directe aanleiding voor de protestgolf was de brand in een flatgebouw in Xinjiang’s hoofdstad Urümqi enige dagen eerder, waarbij minstens 10 doden en negen gewonden vielen. Dat hoge aantal slachtoffers, zo bleek uit videobeelden die het land rondgingen, was te wijten aan een al te stringent covidbeleid, waardoor de hulpdiensten pas na uren toegang kregen tot het vergrendelde gebouw. Urümqi verkeerde op dat moment al zo’n drie maanden in totale lockdown – een situatie die veel Chinese stedelingen herinnert aan wat ze zelf afgelopen voorjaar meemaakten en wat treffend werd vastgelegd in Het geluid van april, een anonieme videofilm op basis van tekstberichten uit Shanghai. Daarin smeken wanhopige burgers om voedsel, ze schelden de ambtenaren uit die hen thuis opsloten en wachten op ambulances die nooit komen. De internetcensors hadden er een hele kluif aan: de film dook in de maanden erna almaar in nieuwe versies op.
‘Chinezen kunnen zich met de slachtoffers van de brand identificeren, meer dan met de Oeigoeren in hun heropvoedingskampen.’ Christoph Steinhardt (Universiteit Wenen)
Hoe komt het dat een brand in Xinjiang reacties uitlokt in heel China, terwijl de internering van een miljoen Oeigoeren een paar jaar eerder geen protest genereerde? ‘Ik geloof dat er hier inderdaad sprake is van identificatie met die onfortuinlijke bewoners’, zegt de Weense professor Christoph Steinhardt, die al jaren onderzoek doet naar de relatie tussen de Chinese staat en zijn burgers. ‘Dat was met de heropvoedingskampen voor Oeigoeren niet het geval. Die werden voorgesteld als goed bedoelde omscholingsinitiatieven voor een etnische minderheid die kampt met hoge werkloosheid. Dat narratief heeft de staat veel beter kunnen bewaken.’
Vastgoedcrash
Bovendien staat de brand symbool voor de disproportionele reactie van de Chinese overheid, die eerder al uit tal van andere incidenten was gebleken. Zo vielen er in september in de provincie Guizhou 27 doden en 20 gewonden toen een bus verongelukte die burgers naar een quarantainecentrum moest brengen. In de hele provincie waren er op dat moment maar twee covidgevallen gemeld. Tien dagen later kwamen mensen op straat in Shenzhen, nadat in drie districten een totale lockdown was afgekondigd na slechts 10 gevallen van besmetting – in een stad van 18 miljoen mensen.
In een tijdperk van structureel sterk teruggelopen groei, snelle vergrijzing en een jongerenwerkloosheid in de steden van bij de twintig procent, is de bijkomende socio-economische impact van het covidbeleid slecht nieuws. De binnenlandse consumptie stortte in, er was een gigantische terugval van de immobiliënprijzen. De economische groei zal dit jaar 2 procent lager liggen dan verwacht en het IMF vreest dat de krimp zelfs nog groter kan zijn.
‘Extreem beleid’
Dat heeft een directe impact op het dagelijkse leven. Neem de vele miljoenen rurale migranten die hun werk verloren, die opgesloten werden in het bedrijf – zoals bij iPhone-producent Foxconn in Zhengzhou – of die moeten overleven met flexjobs. Veel fietskoeriers overnachten dezer dagen in uitzendkantoren uit vrees dat hun flat wordt dichtgetimmerd en ze zonder inkomen binnen vastzitten. Anderen hekelen de permanente tests en controles die van de trip van hun logement in de goedkopere buitenwijken naar de stadscentra een bijzonder tijdrovende en dure zaak maken.
Veel fietskoeriers overnachten in uitzendkantoren uit vrees dat hun flat wordt dichtgetimmerd en ze zonder inkomen binnen vastzitten.
Experts menen dat de maatregelen ook grote gevolgen hebben voor de mentale gezondheid. ‘De lockdowns in China hebben een enorme menselijke kostprijs’, zo schreef het medische tijdschrift The Lancet in juni al. Het blad noemde de toestand bijzonder zorgwekkend, temeer omdat er een groot taboe rust op geestelijke gezondheid. Minder dan tien procent van de burgers met mentale problemen zoekt hulp, aldus het blad, en niet eens een op de honderd vindt die achteraf adequaat. Volgens het medisch blad zullen ‘de geestelijke gezondheidsproblemen China nog jarenlang negatief beïnvloeden. De regering moet onmiddellijk optreden als ze de wond wil helen die haar extreme beleid heeft veroorzaakt.’
Li met de pet
De strenge maatregelen staan bovendien haaks op het beleid in de rest van de wereld. Kon Li met de pet in 2020 trots zijn op het feit dat in China veel minder pandemiedoden vielen dan elders, intussen liggen de kaarten helemaal anders. Het virus gaat in China harder dan ooit en honderden miljoenen burgers worden door lockdowns geteisterd. Zelfs het WK voetbal in Qatar is een bron van frustratie: Chinese kijkers vragen zich boos af waarom er dáár geen samenscholingsverbod geldt. Bijgevolg stuurde de staatstelevisie de uitzendingen bij. Voortaan wordt ingezoomd op de spelers, in plaats van op grote groepen ongehinderd juichende supporters.
Zelfs het WK in Qatar is een bron van frustratie: Chinese televisiekijkers vragen zich boos af waarom er dáár geen samenscholingsverbod geldt.
Hoewel het beleid persoonlijk verbonden wordt met de Chinse leider Xi Jinping – die in oktober een derde ambtstermijn uit de brand sleepte – ziet het er naar uit dat het op korte termijn enigszins wordt versoepeld. De voorbije dagen berichtten de staatsmedia over de sterke stijging van gevaccineerde bejaarden, het virus heette plots minder gevaarlijk en de nadruk lag op ‘een meer menselijke aanpak’. ‘Met een minder besmettelijke Omicron-variant’, zo zei de Chinese vice-premier Sun Chunlan donderdag na afloop van een rondetafel van experten, ‘en door de toenemende vaccinatiegraad en de groeiende ervaring inzake de bestrijding en preventie van uitbraken, is een nieuwe fase en missie begonnen in China’s beheersing van de pandemie’. Concreet zou er op minder grote schaal worden getest en zouden de quarantaineprotocollen worden versoepeld.
Preventieve repressie
Of de A4-revolutie daarmee eindigt, zal nog moeten blijken. Cambridge-politoloog William Hurst noemde de protesten op Twitter in meerdere opzichten verschillend van alles wat we de voorbije jaren hebben gezien. ‘Vooreerst is het covidbeleid een kwestie die àlle burgers treft, ongeacht hun socio-economische status. Bovendien is de geuite kritiek veel fundamenteler dan in de voorbije jaren. Het feit dat Xi persoonlijk werd genoemd, is absoluut opmerkelijk.’
‘Het feit dat Xi persoonlijk werd genoemd, is absoluut opmerkelijk.’ William Hurst (Universiteit Cambridge)
Peking kan daar repressief, afwachtend op verzoenend op reageren. Steinhardt: ‘Het probleem met grootschalige repressie is dat die enorme imagoschade veroorzaakt, zowel binnenlands als internationaal. Dat is de les die werd geleerd uit het bloedbad op het Tiananmenplein in 1989. De voorbije decennia heeft de Chinese overheid daarom enorm gewerkt aan preventieve repressie. In de aanloop naar grote politieke bijeenkomsten of gevoelige data wordt huisarrest bevolen aan bekende opposanten en de veiligheidsmaatregelen worden weken van tevoren al sterk opgevoerd. Bovendien beschikt de staat in elk van zijn geledingen over specifieke actieplannen die meteen in werking treden als zich een zogenaamd massa-incident voordoet. Er is een commandohiërarchie, een gedetailleerd draaiboek en een dwingende structuur. Dat geldt voor wijk- of districtscomités, maar evengoed voor universiteiten of bedrijven. Ik ben ervan overtuigd dat de gerichte intimidatie en arrestatie onderhand bezig is. Zoals het Chinese spreekwoord het zegt: de kip doden om de aap bang te maken.’
Hongkong
‘Veel problematischer’, meent Steinhardt, ‘is de vraag waarom ‘s lands leiders de protesten niet zagen aankomen. Toegegeven, met digitale surveillance kan je alleen bepaalde individuen in de gaten houden, en geen grote aantallen burgers die zich nooit eerder lieten opmerken. Maar als ik vanuit Wenen kon zien hoe het ongenoegen over het beleid op WeChat toenam, dan is de overheid daar toch ook toe in staat?’
In dat opzicht is het autoritaire karakter van de Chinese partijstaat wellicht een handicap: functionarissen schrikken er doorgaans voor terug om hun meerderen van slecht nieuws op de hoogte te stellen, vrezend dat de boodschapper zal worden gestraft. Zo ging het ook met de protesten in Hongkong in 2019. Een week voor één miljoen mensen op straat kwam tegen de nieuwe uitleveringswet meldde de hoogste Chinese liaisonofficier aan zijn bazen in Peking dat er geen onrust broedde, terwijl hij daar ongetwijfeld wél van op de hoogte was.
Hu Jintao
Steinhardt: ‘Hoewel we fundamenteel niet weten wat er zich precies afspeelt in de hoogste regionen van de Chinese macht, valt toch een toenemende machtsconcentratie op. Onder Xi’s voorganger Hu Jintao had je nog een evenwichtsoefening tussen de verschillende facties in de partij. Xi heeft alle interne tegenstanders in de voorbije jaren weggewerkt en op het 20e Partijcongres in oktober werden alleen naaste getrouwen van de president gepromoveerd, vaak zelfs mensen zonder veel landelijke ervaring. Dan kom je natuurlijk in een echokamer terecht.’
Voor de leiders zijn de protesten niet alleen wegens hun politieke inslag alarmerend, een minstens even groot probleem is dat de ontevredenen net de machtsbasis uitmaken van de Communistische Partij. Het sociaal contract dat na het Tiananmenbloedbad in 1989 werd afgesloten, bestond erin dat de opgeleide stedelijke middenklasse een veel beter leven zou krijgen in ruil voor politieke inactiviteit. Die maatschappelijke groep werd in de voorbije decennia sterk bevoordeeld, terwijl de rurale migranten en eigenlijk het hele platteland tweederangsburgers werden. Met minder centen en veel minder en slechtere dienstverlening. Ook de manier waarom de Chinese overheid op contestatie reageerde, verschilde sterk. Konden protesterende boeren of rurale migranten doorgaans rekenen op harde repressie, aan de eisen van bemiddelde stedelingen werd vaak tegemoet gekomen – toch als het concrete, niet-politieke kwesties betrof. De allergrootste uitdaging waar Xi momenteel voor staat, zo schrijft de bekende Amerikaans-Chinese politicoloog Minxin Pei in The Economist, is hoe Xi in de komende jaren moet regeren ‘als zijn compromisloze stijl en ideologische agenda niet langer in de smaak vallen bij de bevolking van het land.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier