Yavuz Ugurtas
‘Wij waren journalisten’: getuigenis van een Turkse journalist
De Turkse regering snoert al jaren kritische journalisten de mond. Meer dan honderd journalisten zitten momenteel achter de tralies. Yavuz Ugurtas, voormalig corrspondent voor de overheidskritische Turkse krant Zaman, deelt zijn ervaringen als journalist onder het regime van Erdogan. ‘Nooit eerder werd de Turkse persvrijheid zo verregaand aan banden gelegd.’
Dat journalisten in Turkije het niet makkelijk hebben, zal niemand verrassen. Meer dan 120 journalisten zitten momenteel achter de tralies. Hun collega’s riskeren ook opgesloten te worden. Nooit eerder werd de persvrijheid in Turkije zo verregaand aan banden gelegd.
Inwoners van Turkije die de oppositie steunen, kunnen elk moment hun vrijheid en bezittingen verliezen. Je wordt al als staatsvijand beschouwd als een familielid of vriend banden heeft met de oppositie of de Gülenbeweging. Ook het downloaden van ByLock – een app die gebruikt wordt door de Gülenbeweging om te communiceren – kan al resulteren in celstraf.
‘Wij waren journalisten’: getuigenis van een Turkse journalist
Drie jaar geleden, toen ik mijn studie in de journalistiek aan de Universiteit van Istanboel afrondde, was de situatie in Turkije nog niet zo uitzichtloos als vandaag. Er zaten toen ook al journalisten in de gevangenis, maar het waren er een heel pak minder. Toen zocht de regering tenminste nog uitvluchten voor haar naar mijn mening ongrondwettelijke daden. Vandaag zorgt de noodtoestand die uitgeroepen werd na de mislukte staatsgreep in juli 2016 ervoor dat Recep Tayyip Erdogan kan doen wat hij wil.
Nadat ik afstudeerde, ging ik aan de slag bij de krant Zaman, toen al een van de grootste doelwitten van de regering.
Een van de meest cruciale ervaringen in het begin van mijn carrière waren de verkiezingen die plaatsvonden op 7 juni 2015. Die dag volgde ik Selahattin Demirtas, de voorzitter van de Democratische Volkspartij (HPD). Hij behaalde een grote overwinning, maar zit vandaag in de gevangenis.
Toen de resultaten bekend werden gemaakt, had ik het gevoel dat er voor mijn ogen geschiedenis werd geschreven. De regerende AK-partij van Erdogan, die al meer dan tien jaar aan de macht was, werd voor de eerste keer verslagen. Het volk stuurde aan op een coalitie. Ik dacht dat Turkije onder een nieuw bewind minder zou vervreemden van de waarden van de Europese Unie en hoopte op een heropleving van onze democratie.
Maar jammer genoeg gebeurde dit niet. Na de verkiezingen werd het land geteisterd door bomaanslagen en het volk schaarde zich opnieuw achter de regeringspartij. De verkiezingen werden in november overgedaan – de verkiezing in juni leverde namelijk een hung parliament op en geen enkele partij had een absolute meerderheid in het parlement – en de AK-partij van Erdogan kwam opnieuw aan de macht.
Minstens 156 publicaties werden gesloten en journalisten werden gearresteerd.
Naar mijn mening was een van de meest fundamentele pilaren van een democratie, het recht om nieuwe bestuurders te kiezen, het volk ontnomen.
In diezelfde periode verklaarde de regering ook de oorlog aan de media. Net voor de nieuwe verkiezingen opende ze de aanval op mediagroep Koza-Ipek. Zo legde ze de meest liberale nieuwszender van het land het zwijgen op.
Elke dag kreeg het regime meer autoritaire trekken. Ik begon even later voor Zaman Daily als correspondent vanuit Rio de Janeiro te werken. Ik wilde mezelf namelijk ver weg van alle overheidsdruk ontwikkelen als journalist.
Maar na de aanval op Koza-Ipek, kwam de regering ook achter Zaman aan. Ze begon zich te bemoeien met het interne beleid van de krant. Plots werd Erdogan volop geprezen in de krant. Samen met veel van mijn collega’s werd ik ontslagen.
15 juli 2016 volgde de mislukte couppoging, die alles nog erger maakte. De noodtoestand werd afgekondigd. Minstens 156 publicaties werden gesloten en journalisten werden gearresteerd. Een grote groep mensen werd ervan beschuldigd betrokken te zijn bij de staatsgreep. Veel van mijn collega’s zitten nog steeds in de gevangenis zonder dat ze ooit een eerlijk proces gekregen hebben.
Een van hen is Aysenur Parildak. Zij zit nu al maanden opgesloten, schijnbaar omdat ze op Twitter gevolgd werd door het account Fuat Avni dat erom bekend staat bezwarende informatie over de regering te lekken en er een – volgens haar vervalste – foto van haar circuleert. We weten dat de omstandigheden in Turkse gevangenissen niet min zijn. Volgens internationale organisaties vinden er ernstige gevallen van marteling en pesterijen plaats.
Veel van mijn collega’s zitten nog steeds in de gevangenis zonder dat ze ooit een eerlijk proces gekregen hebben.
Het deel van de bevolking dat het niet eens is met de Turkse regering, wordt vandaag als vijand bestempeld door de resterende media trouw aan de regering. Binnen de oppositiepartijen is er geen eensgezindheid, waardoor ze er niet in slagen succesvol weerwerk te bieden. President Erdogan maakt daar handig gebruik van om zijn macht verder uit te breiden.
Het Turkije van vandaag is geen duurzame samenleving. De geschiedenis leert ons dat eenmansregimes niet blijven duren.
In mijn luttele drie jaar als journalist ben ik al veel te vaak geconfronteerd geweest met de dreiging en misstanden waar dit regime voor verantwoordelijk is. Maar ik moet hoopvol blijven voor mijn vrienden die in de gevangenis zitten. Ik moet blijven hopen dat er in de nabije toekomst opnieuw gerechtigheid te vinden is in Turkije.
Op een dag zullen we opnieuw ons beroep uitoefenen en in naam van het volk de waarheid beschermen.
Dit artikel werd vertaald uit het Engels door Philippe Mertens.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier