Wie is Oleksandr Syrsky, de ijzervreter die Oekraïne in het gevecht moet houden?

Met zijn ijzeren discipline en stugge voorkomen dwingt Syrsky respect af, maar ook afkeer. © Global Images Ukraine via Getty Images

Met zijn rigoureuze aanpak heeft de Oekraïense opper­bevelhebber de Russen al flink gedwarsboomd. Maar in eigen gelederen oogst de geboren Rus ook kritiek.

Het zijn niet alleen overwinningen die een militaire carrière in een stroomversnelling brengen. Soms is het een goed georganiseerde terugtrekking.

Op 18 februari 2015 is de toestand penibel. In de oostelijke provincies Donetsk en Loehansk levert het Oekraïense leger, op dat moment nauwelijks die naam waardig, een harde strijd met Russischgezinde separatisten, die steun krijgen van reguliere Russische legereenheden. In Debaltseve, een gemeente in de regio Donetsk, slagen de Russen erin enkele duizenden Oekraïense militairen te omsingelen. Hun aanvoerlijnen zijn afgesneden, de verliezen zijn enorm. Toch bedenkt de plaatselijke commandant een plan om de troepen op min of meer georganiseerde manier terug te trekken. Het lukt wonderwel. Strompelend door de omliggende velden kunnen honderden Oekraïense militairen ontkomen.

Oleksandr Syrsky kreeg lof voor zijn vernuftige terugtrekkingsoperatie. Enkele weken later al werd hij gedecoreerd in de Orde van Bohdan Chmelnytsky, een van de belangrijkste onderscheidingen. In de daaropvolgende jaren groeide hij door in de militaire rangen, om in 2024 finaal opperbevelhebber te worden. Maar voor Oekraïense soldaten was Debaltseve een trauma. Geëvacueerde soldaten hebben dode en gewonde strijdmakkers moeten achterlaten. Het leidde al in 2015 tot ongenoegen over de legerleiding, die te laat op de dreigende omsingeling heeft gereageerd. De terugtrekking was dan wel uitstekend bedacht en uitgevoerd, het gevoel bleef dat de legerleiding iets te weinig inzat met de overlevingskansen van zijn soldaten. Tien jaar later blijft de discussie brandend actueel.

Sneeuwluipaard

Zoals altijd bij generaals in oorlog hangt ook rond de figuur van Oleksandr Syrsky een aura waarin het onderscheid tussen feiten en legende moeilijk te maken is. Syrsky geldt als een ijzervreter: een man die nauwelijks vier uur per nacht slaapt en enkel ontspant door dagelijks minstens een uur te sporten. Aan zijn tijd in de Donbas heeft hij de roepnaam ‘Bars’ overgehouden: de Sneeuwluipaard.

Zijn levenstraject getuigt van de innige manier waarop de Russische en Oekraïense geschiedenis met elkaar verknoopt zijn. De huidige opperbevelhebber van het Oekraïense leger is een geboren Rus. Hij verhuisde pas in zijn tienerjaren naar de Oekraïense stad Charkiv, waar vader Stanislav carrière maakte in het Sovjet-leger. Hij werd opgeleid bij de ‘Kremlin-cadetten’, aan de Moskouse militaire hogeschool MVOKOe. Andrej Kartapolov, de generaal die het Russische leger leidde in Debaltseve en tegenwoordig parlementslid is voor Poetins partij Verenigd Rusland, was een jaargenoot van Syrsky. Net als de generaals aan Russische zijde is Syrsky een afganets, een oud-strijder van de Afghaanse oorlog. In 1993 zwoer Syrsky evenwel trouw aan de Oekraïense vlag, wanneer zijn regiment net buiten Charkiv werd overgeheveld naar het Oekraïense leger. Aleksandr Syrskij werd voorgoed Oleksandr Syrsky.

Toen niemand rekening hield met een aanval, organiseerde Syrsky de verdediging van Kiev. Daar maakte hij voortreffelijk werk van.

In de weken voor het begin van de grootschalige invasie, toen vrijwel niemand in het leger rekening hield met een aanval, organiseerde Syrsky de verdediging van Kiev. Daar maakte hij voortreffelijk werk van. Hij wierp een dubbele verdedigingslinie op, liet oefenartillerie aanrukken om enkele snel opgetuigde bataljons te bewapenen en slaagde erin de logistiek van het – slecht voorbereide – Russische leger uit te putten. Enkele maanden later, in september 2022, was Syrsky de architect van het succesvolle Charkiv-offensief, waarbij het Oekraïense leger een bres in de Russische verdedigingslijn met succes kon uitbuiten.

Controversieel

Met die rigoureuze aanpak kwam Syrsky in de gratie bij president Zelensky. Die had in 2021 nog de acht jaar jongere Valerij Zaloezjny verkozen als opperbevelhebber. Maar naarmate de oorlog zich verder ontwikkelde, ging de relatie tussen Zelensky en Zaloezjny steeds meer barsten vertonen. In de aanloop naar het Oekraïense zomeroffensief van 2023 ontstond in militaire kringen irritatie over de onrealistische verwachtingen die de regering koesterde. Hoewel het al snel duidelijk was dat het offensief nergens heen ging, bleef Zelensky aandringen om de strijd verder te zetten. In november van dat jaar publiceerde Zaloezjny een veelbesproken essay in The Economist, waarin hij aangeeft dat de oorlog in een impasse zat. In het stuk stelde hij zich ook kritisch op voor de manier waarop Zelensky de nieuwe mobilisatiewet uitstelde. Saillant detail: in peilingen was Zaloezjny populairder dan Zelensky.

Syrsky is in alle opzichten de tegenpool van zijn charismatische voorganger.

Op 8 februari 2024 hakte Zelensky de knoop door en benoemde hij Oleksandr Syrsky tot opperbevelhebber. De beslissing was controversieel en riskant. Syrsky is in alle opzichten de tegenpool van zijn voorganger. De rijzige, charismatische Zaloezjny was tijdens de eerste twee jaar van de invasie een ware volksheld geworden. Zijn beeltenis sierde T-shirts en muurschilderingen. Zaloezjny sprak vlot en begeesterend, ook met journalisten, terwijl Syrsky de publieke aandacht schuwt. Bovendien heeft Syrsky de reputatie old school te zijn, een rouwdouwer uit de Sovjet-opleiding.

Tegen die tijd was Syrsky allang niet meer de commandant van de succesvolle terugtrekking uit Debaltseve of de ingenieuze verdediger van Kiev. Zijn naam was ondertussen óók verbonden met de gruwelijke strijd om Bachmoet. Hoewel het stadje in Oost-Oekraïne al in mei 2023 verloren leek, bleef het leger de stad halsstarrig verdedigen, waarbij het enorme verliezen leed. Het leverde de Sneeuwluipaard van weleer de weinig flatterende bijnaam ‘Generaal 200’ op. In de Sovjet-Unie was ‘Cargo 200’ het codewoord voor het militair transport van gesneuvelde soldaten.

In Bachmoet leed Oekraïne enorme ­verliezen. Het leverde Syrsky de bijnaam ‘Generaal 200’ op, een verwijzing naar het militair transport van gesneuvelde soldaten. © REUTERS

Half NAVO, half Sovjet

De strijd om Bachmoet raakt aan een moeilijke discussie binnen het Oekraïense leger. Waar het traditioneel volgens Sovjet-methoden vocht, probeert Oekraïne sinds 2014 – met wisselend succes – de NAVO-aanpak te implementeren. Die is minder hiërarchisch: officieren hebben meer flexibiliteit en hoeven op het slagveld niet te wachten op orders van hogeraf. Waar binnen het Sovjet-leger een kadaverdiscipline heerst, moeten Oekraïense commandanten meer rekening houden met de veiligheid van hun manschappen.

Alleen is die evolutie nooit helemaal voltrokken. Door de oorlog – en de aanzienlijke verliezen die het nog steeds lijdt – heeft het leger heel wat officieren van de ‘oude stijl’ terug onder de wapenen geroepen, die niet thuis zijn in al die nieuwlichterij. ‘In volle oorlog is het heel moeilijk om officieren op te leiden die volledig geschoold zijn in de NAVO-methodes’, zegt Viktor Kevlioek, een voormalig officier die vandaag onderzoeker is bij het Oekraïense Centre for Defence Strategies. ‘Daardoor is het Oekraïense leger vandaag een vreemde mix van eenheden die volgens NAVO-standaarden vechten en eenheden die nog puur de Sovjet-methodes toepassen.’

‘Syrksy geeft niets om public relations. Ten onrechte: een moderne legerleider hoort zijn pr te verzorgen.’

Joris Van Bladel, Egmont Instituut

In zekere zin geldt die hybriditeit ook voor Syrsky. ‘Op tactisch gebied volgt hij de NAVO-standaarden’, stelt militair expert en Rusland-kenner Joris Van Bladel (Egmont Instituut). ‘Hij doet aan combined arms-oorlogvoering, waarbij verschillende legeronderdelen samenwerken. Maar op andere vlakken is Syrsky meer van de Sovjet-stempel. Anders dan Zaloezjny is hij geen vaderfiguur voor zijn soldaten. Hij geeft niets om public relations. Ten onrechte: een moderne legerleider hoort zijn pr te verzorgen.’

In zekere zin is de discussie over NAVO-standaarden in Oekraïne zinloos, vindt Marina Miron, defensieanalist aan het King’s College in Londen. ‘De NAVO heeft geen enkele ervaring in deze soort van oorlogvoering. De NAVO beschikt over een spectrum van wapens waartoe het Oekraïense leger slechts gedeeltelijk toegang heeft. De NAVO vecht niet met tanks, artillerie en drones. Er bestaat geen draaiboek voor confrontaties van deze aard.’ Ook Kevlioek wijst erop dat de evolutie naar NAVO-standaarden geen onverdeeld succes is voor het Oekraïense leger. ‘Een hele generatie officiers heeft de ervaring van hun voorgangers afgewezen, zonder dat die voldoende vervangen is. Daardoor slagen veel commandanten er te weinig in om defensieve structuren op te bouwen.’

Koersk

Toen Syrsky vorig jaar in februari aantrad, verkeerde het Oekraïense leger in zwaar weer. Diezelfde maand nog trok het zich terug uit het stadje Avdiivka in het oosten van het land. Het kampte met enorme munitietekorten – het zou nog tot 20 april duren voordat het Amerikaanse Congres een nieuw steunpakket goedkeurde. En in juli moest het leger zich gedeeltelijk terugtrekken uit het strategisch gelegen Tsjasiv Jar. Ondanks aanzienlijke verliezen boekten Russische militairen gestaag vooruitgang.

In zijn eerste interview als opperbevelhebber, met het overheidsmedium Ukrinform, probeerde Syrsky de Oekraïners gerust te stellen. Het leger zit niet alleen in de verdediging maar herwint ook posities, beweert hij. De terreinwinst die het Russische leger haalde, heeft volgens hem geen strategisch belang. Tegelijk geeft hij toe dat de toestand van het leger nijpend is. ‘Qua afgevuurde munitie heeft de vijand een voordeel van zes tegen één’, aldus Syrsky. Zijn plan verwoordt hij ongeveer als volgt: ‘Voorkomen dat we grondgebied verliezen, de vijand uitputten en zoveel mogelijk verliezen toebrengen, reserves vormen en die voorbereiden op offensieve operaties.’

Wat offensieve operaties betreft, hield de opperbevelhebber woord. Begin augustus viel het Oekraïense leger de Russische regio Koersk aan. De operatie droeg de handtekening van Syrsky: ze was uitstekend gepland en technisch correct uitgevoerd. De Russische inlichtingendiensten en het leger waren totaal verrast. Alleen was het niet echt duidelijk waarvoor de incursie moest dienen. De druk op de Oekraïense verdedigingslijnen nam niet af. Op de vele plekken aan het front waar het Oekraïense leger onderbemand was, werd met lede ogen toegekeken hoe gevechtsklare eenheden werden opgeëist voor de operatie in Koersk. ‘Koersk is een tactisch succes, maar een strategisch falen’, zegt Miron. ‘Het is een succes op korte termijn dat de strijd op lange termijn alleen maar bemoeilijkt.’

Desertie

Het is duidelijk dat Syrsky de problemen waarmee het leger kampt niet afdoende heeft opgelost. De agressieve manier waarop rekruteerders te werk gaan, leidt tot maatschappelijke afkeer. Bovendien slaagt het leger er nog steeds niet in zijn rekruten voldoende te trainen. Er komen meer verhalen over desertie naar boven. Begin januari sijpelde nieuws door dat soldaten van de 155e Infanteriebrigade, die in Frankrijk getraind en bewapend werd, en masse zijn gedeserteerd. Taras Tsjmoet, de militaire analist die de ngo Povernys’ zjyvym (‘Keer levend terug’, nvdr.) leidt, sprak kort daarvoor zelfs over ‘chaos in de militaire commandostructuur’. ‘Op papier zijn er meer dan genoeg troepen, wapens, gereedschap en munitie aan het front – en toch storten onze linies in’, aldus Tsjmoet. ‘We verspreiden onze middelen op een manier waarop iedereen een beetje krijgt, maar niemand voldoende heeft.’

‘Ondanks alle moeilijkheden slagen de Oekraïners erin om te blijven vechten. Dat kan je gerust een strategische overwinning noemen.’

Joris Van Bladel

In zekere zin is de vraag of Syrsky wel de goede man op het goede tijdstip is. Waar het slagveld in de begindagen een en al beweging was, zit Oekraïne vandaag verwikkeld in een stellingenoorlog waar nauwelijks ruimte is voor zorgvuldig gecoördineerde mobiele aanvallen. En dan is er nog de blijvende onzekerheid van de westerse wapenleveringen, die het plannen op langere termijn bemoeilijkt – voor zover dat al mogelijk is in volle oorlog. Ook in 2025 wordt het een hele klus om Oekraïne in de strijd te houden.

Tegelijk kan je alleen maar vaststellen dat de Oekraïners volhouden, benadrukt Van Bladel. ‘Ondanks al die moeilijkheden slagen ze erin om te blijven vechten. Dat kan je gerust een strategische overwinning noemen. Daarvoor verdient Syrsky toch enig krediet.’

Partner Content