Webcamseks met kinderen: ‘Dit zijn sadisten die niet gehinderd worden door enige schroom’
Miljoenen mannen over de hele wereld gaan elke dag op zoek naar online seks met een kind. Interpol spreekt van de ‘belangrijkste internationale misdaad van deze eeuw’. maar de politie blijkt machteloos. ‘We verliezen op alle vlakken de strijd’, zegt onderzoeksjournalist Peter Dupont.
Op het moment dat u dit leest, zijn wereldwijd naar schatting zo’n 750.000 mannen op zoek naar webcamseks met een kind. Omdat de toegang tot het internet blijft toenemen, liggen die cijfers in werkelijkheid veel hoger. De online seksuele uitbuiting van zowel jonge kinderen als adolescenten, via bijvoorbeeld livestreaming, is ‘de belangrijkste internationale misdaad van deze eeuw’, zo waarschuwde Interpol onlangs op een congres van specialisten rond de problematiek.
Voor onderzoeksjournalist Peter Dupont, die al sinds 2013 undercover gaat in de gruwelijke wereld van online pedoseksuelen en sinds kort werkt voor de kinderrechtenorganisatie Terre des Hommes, is dit een frustrerende zaak. Hoewel zijn onderzoek de voorbije jaren al resulteerde in de bevrijding van 20 kinderen en de arrestatie van tientallen pooiers en pedoseksuelen, ziet Dupont het fenomeen jaar na jaar exponentieel toenemen zowel aan de vraag- als aan de aanbodzijde. Hij kijkt dan ook met een bang hart naar de toekomst. ‘Eén procent van de mannelijke bevolking in de wereld is geïnteresseerd in seks met prepuberale kinderen en drie tot vier procent wil seks met kinderen in de vroege puberteit. Dit is ongezien. Het gaat om tientallen miljoenen mannen die dankzij het internet de kans krijgen om zich te organiseren en vanuit hun luie zetel kinderen aan de andere kant van de wereld te misbruiken,’ aldus Dupont.
De politie roeit met de riemen die ze heeft. Het zit Dupont hoog dat ze op technologisch vlak voortdurend achterophinkt en niet de broodnodige middelen krijgt om de moeilijke strijd aan te gaan tegen dit complexe fenomeen dat de zwaksten in onze maatschappij treft. Hij roept de Belgische autoriteiten op om dringend meer manschappen ter beschikking te stellen en werk te maken van een wetgeving die toelaat dat ook politiediensten undercover kunnen gaan, zowel online als offline. Daarnaast moet er meer samenwerking komen tussen politie, burgers en ngo’s.
In 2013 leerden we Sweetie kennen, het digitale Filipijnse meisje dat werd ingezet om pedoseksuelen die op zoek zijn naar webcamseks met kinderen te ontmaskeren. In april wordt Sweetie 2.0 op het internet losgelaten. Hoe verschilt dit virtuele meisje van het vorige?
Dupont: ‘Sweetie 2.0 is veel meer geavanceerd dan Sweetie 1. Terwijl er in 2013 slechts één bot werd ingezet zijn er dat nu meerdere. Het gaat dus niet meer om één gezicht, maar om verschillende gedaantes die verschillende van de duizenden internetfora afspeuren naar mensen die op zoek zijn naar online seks met een kind, de zogenaamde pedoseksuelen. Op basis van parameters wordt bepaald of die mannen al dan niet een gevaar vormen en of de politie op de hoogte moet worden gebracht. Tegelijk is het de bedoeling om Sweetie 2.0 via de politie in te zetten als afschrikmiddel voor zij die nog maar pas een ongezonde interesse beginnen te vertonen voor minderjarigen. Sweetie maakt er hen op attent dat ze over de schreef gaan en dat er gevolgen aan hun gedrag vasthangen. Uit ervaring weet ik dat dit bij heel wat mannen effect heeft.’
België is het land van Marc Dutroux, maar het is blijkbaar nog niet tot de geesten van onze politici doorgedrongen dat er ook zoiets bestaat als online kindermisbruik.
Hoe komt het dat de strijd tegen online seksuele uitbuiting van kinderen zo moeilijk verloopt?
Dupont: ‘Heel simpel: de politieke wil is er niet. De politie heeft middelen en bevoegdheden nodig om bepaalde dingen te doen. Het budget dat momenteel voor de strijd tegen kindersekstoerisme wordt vrijgemaakt, stelt niet veel voor en de diensten zijn onderbemand. België is het land van Marc Dutroux, maar het is blijkbaar nog niet tot de geesten van onze politici doorgedrongen dat er ook zoiets bestaat als online kindermisbruik. In België houdt een opvallend kleine groep mensen zich bezig met kindermisbruik in het algemeen. Zo telt de dienst kinderpornografie naar mijn weten slechts vijf mensen, in Nederland gaat het om minstens 144 politieagenten. Nederland is trouwens heel sterk bezig. Ik heb de Nederlandse politie zo’n tien keer ontmoet. Op basis van mijn informatie zijn ook enkele mensen gearresteerd. Daarnaast verleende ik mijn medewerking aan de Filipijnse, Deense, Noorse, Britse en Australische politie en aan de FBI. De Belgische politie heeft één keer met mij gesproken, en dan nog op mijn vraag. Daarna heb ik nooit meer iets van hen gehoord. Samenwerken met de politie is niet simpel. Het is als een zwart gat: ik steek er veel informatie in en er komt weinig uit.’
De federale regering heeft nochtans cyberveiligheid tot een van haar prioriteiten gemaakt in het regeerakkoord.
Dupont: ‘Dan wil ik eerst nog wel eens zien wat ze daarmee bedoelen. Luister, ik weet waarover ik spreek, ik verdiep mij hier al sinds 2013 in en ga undercover in regio’s waar mensen niet durven te komen omdat het letterlijk hun kop kan kosten. Mijn onderzoek was voorwerp van een documentaire en het boek Kinderen van het Web. Maar er is nog nooit een Belgische politicus geweest die dit ter harte nam en contact met mij heeft gezocht. Ik vind dat vreemd.’
Sinds juli 2017 speelt Child Focus een grotere rol in de strijd tegen online beelden van seksueel misbruik van kinderen. Een goede evolutie?
Dupont: ‘Het is een belangrijke stap dat Child Focus nu ook de bevoegdheid heeft om pornografisch materiaal daadwerkelijk te bekijken. Maar volgens mij zou ook Child Focus meer middelen willen. De Nederlandse afdeling van de kinderrechtenorganisatie Terre des Hommes zou graag met Child Focus samenwerken om het fenomeen van online grooming (het proces waarbij een volwassene een kind benadert en manipuleert met het oog op seksueel contact, nvdr) tegen te gaan. Nederlandse minderjarigen worden immers geprostitueerd in België, omgekeerd doen Nederlanders in ons land aan seksuele uitbuiting van kinderen. Grenzen houden dit fenomeen niet tegen.
Er zijn in het verleden iets te veel mensen geweest die bezig waren met kinderpornografie, zogezegd om de politie te helpen, terwijl het eigenlijk zelf pedoseksuelen waren.
Het grote probleem is de uitwisseling van informatie tussen verschillende politiediensten. Het is onrustwekkend om te zien hoe weinig dat gebeurt. Dat zou het werk nochtans enorm kunnen vergemakkelijken. Maar ook op het vlak van de doorstroming van informatie naar het publiek is er nog veel werk aan de winkel. Al begrijp ik dat ook wel. Dit topic is zo geladen en omgeven door mist en angst dat het zelfs voor de politie bijna onmogelijk is om te werken met burgerinformanten. Er zijn in het verleden iets te veel mensen geweest die bezig waren met kinderpornografie, zogezegd om de politie te helpen, terwijl het eigenlijk zelf pedoseksuelen waren. Denk maar aan Marcel Vervloesem van de Werkgroep Morkhoven.’
Welke concrete bevoegdheden zou de politie moeten krijgen om efficiënter te kunnen werken?
Dupont: ‘Veel politiemensen willen hetzelfde kunnen doen als wat ik doe, maar de wetgeving verbiedt hen dat. De politie zou de mogelijkheid moeten krijgen om zelf undercover te gaan zoals dat bijvoorbeeld in Australië het geval is. Zowel online als offline. Ze zou met burgerinformanten moeten kunnen werken want alleen kan de politie dit probleem niet aan. Soms worden daarbij de grenzen van het toelaatbare opgezocht, maar als de wetgever dat toelaat, dan moet je dat doen. Zoniet, dan heb je de strijd al op voorhand verloren. Er zijn nu nieuwe platformen waarop pedoseksuelen in groep samen kijken naar het seksueel misbruik van een kind, maar op het moment dat de politie dat ontdekt, zijn de zware gevallen al lang verhuisd naar een ander platform. Ook op dat vlak moet de wetgever een enorme inspanning doen.’
Weet u hoeveel pedoseksuelen er actief zijn in België?
Waarom krijgen gekende pedoseksuelen in ons land geen reisverbod naar landen als de Filipijnen, Cambodja of Thailand?
Dupont: ‘Dat is moeilijk te zeggen. Het profiel van zo’n dader is ook heel gevarieerd. Je hebt zachte pedoseksuelen, maar ook echte sadisten. Zoals gezegd is het een fenomeen waarrond heel wat mist hangt. Er is nog nooit ernstig wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Sweetie 2.0 heeft een wetenschappelijk onderzoeksluik. Om het helemaal in kaart te kunnen brengen, moet je undercover gaan en je in de milieus begeven waar het gebeurt, zoals ik dat sinds 2015 op de Filipijnen doe. Online en hands on kindermisbruik zijn twee longen van hetzelfde kwaad. Het gaat al lang niet meer om rijke mannelijke westerlingen, alleen maar om occasionele toeristen uit een hoop landen, om steeds jongere kinderen en een grotere regionale markt. Het is zo dat in de zaken die ik tegenkom wel degelijk Belgische pedoseksuelen betrokken zijn. Waarom krijgen gekende pedoseksuelen in ons land geen reisverbod naar landen als de Filipijnen, Cambodja of Thailand zoals dat in Australië het geval is? En waarom werkt ons land niet samen met Nederland, dat net als de Scandinavische landen een verbindingsofficier in Manila heeft die prima werk levert rond Nederlandse kindersekstoeristen?’
Het aanbod neemt almaar toe, vooral in de Filipijnen. Maar liefst 8 op de 10 Filipijnse kinderen lopen het risico het slachtoffer te worden van online kindermisbruik. Hoe verklaart u dat?
Dupont: ‘De Filipijnen is een complex land met een complexe geschiedenis en specifieke kenmerken waardoor online seksueel misbruik er heel makkelijk voorkomt. Er is bijvoorbeeld een rechtstreekse link met de verminking van de natuur, de decimering van oorspronkelijke culturen en de interne migratie naar de grote metropolen. Het aantal armen neemt enorm toe. Dan is de verleiding natuurlijk groot om eens even een naakt kind voor de webcam te zetten. Hoe meer geld dat opbrengt, hoe verder men daar misschien in wil gaan. Daarnaast hebben heel wat Filipino’s die in het buitenland werken, online seks met hun partner op het thuisfront. Dat heeft ervoor gezorgd dat dit soort praktijken vrij normaal geworden zijn in de Filipijnen. Als blanke westerlingen daar dan ook nog voor willen betalen, is dat mooi meegenomen. Als die westerling daarenboven een kind wil zien, vinden Filipino’s dat veel minder erg dan hun kind op 14-jarige leeftijd te moeten prostitueren op de lokale prostitutiemarkt. Je hebt in deze aan het hyperkapitalisme blootgestelde cultuur een totaal andere visie op ‘ het kind’. Een kind heeft in de Filipijnen de plicht om voor zijn ouders te zorgen, ook als het klein is.
Een van de grootste onwaarheden bij dit soort verhalen is dat een jongere gedwongen en gevangen wordt gehouden om aan cyberseks te doen. Dat klopt niet. Kinderen worden gegroomed. Ze zwerven al op jonge leeftijd onbeschermd rond op het wereldwijde web. Trouwens, de internetverbindingen zijn in de Filipijnen allesbehalve schitterend, je kan je dus afvragen wat dat gaat geven over een aantal jaar. Dit is een virus dat zich razendsnel verspreidt. Zo waren er in 2016 maar liefst 20 procent meer kinderpornosites dan het jaar daarvoor. En dat is nog maar het topje van de ijsberg. We verliezen op alle vlakken de strijd.’
De Filipijnse president Rodrigo Duterte heeft de mond vol van de ‘war on drugs’, maar de seksindustrie wordt ongemoeid gelaten. Waarom?
Dupont: ‘Die twee hangen voor een stuk samen. Het is niet eenvoudig om je in de cyberseksindustrie staande te houden zonder drugs. Heel veel jongens en meisjes die in de business werken, gebruiken shabu of crystal meth. Het houdt hen wakker en ze worden er seksueel actiever van. Maar de ‘war on drugs’ is een veel te makkelijke oorlog tegen arme mensen. Het past vooral in de voortdurende oorlogstaal en profileringsdrang van de president, een man die als linkse president startte maar nu een steeds meer autoritaire koers aanhoudt. Ook niet onbelangrijk is dat de Filipijnen voor een groot deel leeft van de seksindustrie. Niet alleen de traditionele blanke sekstoeristen, maar ook een groeiend aantal Zuid-Koreanen, Japanners en Chinezen reizen er naartoe. Vooral naar seksdestinaties als Angeles, Sabang, Boracay, Cebu en Manila. Het is hier Sodom en Gomorra.
Absolute anonimiteit op internet is een recept voor een ramp.
De politie doet wel iets, ondersteund door de Verenigde Staten, maar niet te veel, want dat is slecht voor de business. Als de politie undercover gaat en een aantal pedoseksuelen oppakt, zakt het toerisme als een pudding in elkaar. Als er te veel raids zijn, verplaatst de online seksbusiness zich naar de provincies waar kinderen gerekruteerd worden onder de goedgelovige en onwetende bevolking, of waar ze geslachtofferd worden omdat de ouders of grootouders het geld nodig hebben.’
Onlangs was er ophef over grijzezonekinderporno op YouTube, waarbij de beelden op zichzelf niet echt aanstootgevend zijn, maar de intenties van de gebruiker wel. Ontloopt YouTube zijn verantwoordelijkheid?
Dupont: ‘Er is nog veel te weinig samenwerking tussen technologiegiganten als YouTube en Google enerzijds en de politie anderzijds. Ook op Facebook worden openlijk kinderen aan pedoseksuelen aangeboden. Daarnaast zouden online betalingssystemen als Western Union en Paypal veel meer inspanningen moeten doen. Maar nog steeds wordt het recht op anonimiteit van de klant overschat en daar zijn onze kinderen de dupe van. De meest kwetsbare en de minst vocale onder ons. Laat Sweetie 2.0 eens los op alle chatgesprekken die er op een bepaald moment in een land worden gevoerd en je zult nogal wat meemaken. Maar dat gaat natuurlijk ten koste van sommige klanten van die platformen. So what? Absolute anonimiteit op internet is een recept voor een ramp.’
In 2016 bracht u uw boek ‘Kinderen van het Web’ en uw documentaire ‘Grenzeloos misbruikt’ uit. Is er sindsdien iets veranderd?
Dupont: ‘Er beweegt hier en daar wel iets, niet alleen op de Filipijnen, maar ook daarbuiten. Al moet je je er niet te veel bij voorstellen. In Nederland is er bijvoorbeeld na de release van de documentaire samen met Terre des Hommes een grote bewustmakingsactie geweest en werd de wet aangepast. In België staan we nog nergens wat dat betreft. Ik werk ook samen met buitenlandse journalisten om mijn informatie te vertalen naar hun land. Het is heel belangrijk dat mensen zien dat die pedoseksuelen zich ook in hun middens bevinden. In Denemarken leidde een documentaire waaraan ik meewerkte tot een hardere aanpak van deze misdaad. Samenwerking met Zwitserse en Noorse collega’s voor documentaires op maat van hun publiek, brachten schokgolven teweeg. Ik verwacht hetzelfde na de voltooiing van mijn huidige projecten met Duitse, Japanse en Britse media.’
Kunnen de media een rol spelen in dat bewustmakingsproces?
Dupont: ‘Zonder twijfel. Maar er wordt te weinig op een ernstige journalistieke manier naar het probleem gekeken. Veel cameraploegen trekken voor een aantal dagen naar de Filipijnen, plukken wat ze nodig hebben en vertrekken weer. Ze doen de moeite niet om dit fenomeen écht te begrijpen. Ik weet dat dit geen makkelijke materie is. Dit gaat om verschrikkelijke zaken. Die sadisten worden totaal niet gehinderd door enige schroom. Wanneer is er in onze media de afgelopen jaren nog eens een verhaal verschenen over online seksueel misbruik waarbij expliciet verteld wordt wat er is gebeurd? Ik snap wel dat de media willen doseren. Je wilt de burger informeren, niet afschrikken. Maar we hebben ook nog te veel de neiging om de kinderen over te beschermen. We maken ze anoniem, we verbergen hun gezicht, we geven hun naam niet, de plaats delict wordt niet vermeld. De slachtoffers die ik in de opvangcentra van Preda, Visayan Forum en de Cure Foundation spreek, willen net wel gehoord worden. Ze willen hun misbruikers achter tralies zien. Waarom pakt de politie niet groots uit met deze problematiek? Ik begrijp het niet. Het afschrikeffect is zo belangrijk. In de plaats daarvan kijken we weg. We willen er vooral niet te veel over weten.’
Ik geef toe dat het allemaal af en toe bijzonder traumatisch is. Daarom bezoek ik een psycholoog om de ellende in de ogen te kunnen kijken.
Heeft het ook niet te maken met het feit dat het zo onzichtbaar is? Terreuraanslagen en rondtrekkende daderbendes zijn meer aanwezig in de leefwereld van de Vlaming.
Dupont: ‘Maar dit is óók onze leefwereld. Ik begrijp dat er veel middelen naar de bestrijding van terrorisme gaan. Ik heb dat in de Filipijnen gezien. Toen Duterte zijn ‘war on drugs’ ontketende, werden de diensten die seksueel misbruik behandelen, leeggezogen. Blijkbaar is kinderwelzijn minder belangrijk dan andere domeinen.’
U begeeft zich undercover in een akelige wereld. Hoe blijft u dit volhouden?
Dupont: ‘Na mijn beroerte in 2014 heb ik besloten dat ik iets concreets wilde betekenen in de maatschappij. Dat is wat mij motiveert. Het is ondertussen zo’n expertise geworden dat het jammer zou zijn als ik dit achter mij zou laten. Dit domein is zo lang onderbelicht geweest. Al geef ik toe dat het allemaal af en toe bijzonder traumatisch is. Daarom bezoek ik een psycholoog om de ellende in de ogen te kunnen kijken. Uiteraard heb ik soms zin om er de brui aan te geven, maar aan de andere kant kom ik elke keer opnieuw weer boeiende mensen tegen. Dit is wat ik wil doen. Zolang ik kan.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier