Yves T'Sjoen
‘We moeten durven nadenken over literatuur en andere kunstvormen voor álle studenten’
Hoogleraar Yves T’Sjoen (UGent) vraagt zijn alma mater om in alle faculteiten een vak Humanities te installeren. ‘Niet alleen studenten in de faculteit Letteren en Wijsbegeerte worden rijkere mensen in hun contact met literatuur en andere kunstvormen.’
Daags na een slopende examenmarathon voor studenten en docenten herlees ik in de tropische zon Niet voor de winst: Waarom de democratie de geesteswetenschappen nodig heeft (ambo/anthos) van Martha Nussbaum. Het pamflet is een vaak herdrukte en ook in het Nederlands verkrijgbare apologie voor de menswetenschappen.
Studenten en dus de kritische burgers van morgen zijn ongeacht hun academische opleiding gebaat bij liberal arts-onderwijs. Nussbaum stelt vastberaden: ‘Zelfs intelligente en goed voorbereide studenten leren over het algemeen pas na geduldige oefening hoe ze een bepaalde argumentatie grondig kunnen analyseren’. Het universitair onderwijs, zo stelt de wereldvermaarde Amerikaanse filosofe, tracht jonge mensen socratische waarden bij te brengen: ‘Socratisch denken is in elke democratie van groot belang, maar vooral in samenlevingen die worstelen met de aanwezigheid van mensen van een andere etnische afkomst, kaste of religie. De idee dat iedereen verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen denken en in een sfeer van wederzijds respect voor de rede ideeën uitwisselt met anderen, is essentieel voor het vreedzaam oplossen van meningsverschillen […]’.
We moeten durven nadenken over literatuur en andere kunstvormen voor álle studenten.
Teneinde polarisering van meningen tegen te gaan, het nationalistisch-populistisch discours te ontmaskeren, tegengewicht te bieden voor een eendimensionaal markteconomisch groeidenken én dus socratisch denken te stimuleren, moeten we ook aan de universiteit en de hogeschool durven na te denken over het implementeren van liberal arts in alle curricula. Niet alleen studenten in de faculteit Letteren en Wijsbegeerte worden rijkere mensen in hun contact met literatuur en andere kunstvormen.
Velen zijn overtuigd van dat niet te geringschatten belang. Nochtans staan de menswetenschappen vandaag onder druk. In zoverre dat enkele dagen geleden aan de Universiteit Utrecht een ‘collegemarathon’ is georganiseerd om bezuinigingen in het geesteswetenschappelijk onderwijs en onderzoek aan te klagen. Humanities of de alfawetenschappen moeten het steevast afleggen tegenover de bètawetenschappen. Er gaan meer onderzoeksmiddelen en personeelsmandaten naar de exacte wetenschappen. In de studie van eerste-generatiestudenten merken we pragmatische en meer direct op de arbeidsmarkt gerichte keuzes. Alleen al in de Letterkunde is enkele jaren een terugloop vast te stellen die pas sinds dit academiejaar (tijdelijk) lijkt gestuit. Het gaat toch wel over pakweg dertig procent minder studenten dan een decennium geleden in het eigen vakgebied (neerlandistiek).
Ook de universiteit geeft niet altijd blijk van veel vertrouwen in de urgentie van geesteswetenschappelijk onderzoek. Laten we stellen dat het geen topprioriteit is. Ik refereer aan een eigen bevinding. Naar aanleiding van een oproep door het Francqui-comité oordeelde de Onderzoeksraad onlangs nog dat de leerstoel voor de komende drie academiejaren weer naar een bètawetenschappelijke expertise gaat. Het is nu al ruim acht jaar dat de humane wetenschappen worden gepasseerd. Het is naar verluidt een onomkeerbare tendens. Ik raad toch alle raadsleden aan het hoofdstuk in Nussbaums boek over de ‘Socratische pedagogiek’ met aandacht te lezen, en voortaan bij dergelijke lucratieve oproepen voor uitmuntend wetenschappelijk onderzoek hoorzittingen te organiseren waarbij kandidaten onderzoeksvoorstellen en beleidsvisies kunnen uiteenzetten. Dossiers zijn dure woorden op papier.
De geesteswetenschappen krijgen het hard te verduren in een overwegend op neoliberale markteconomie en utilitair rendabiliteitsdenken gericht universitair onderwijs. Tegelijk zijn de alfawetenschappen een wijdvertakte boom van kennis. Ik zie ook in de eigen discipline opstoten van rigide denken en cijferfetisjisme opduiken. Alles en iedereen wordt in een gareel gedwongen, de autonomie van het denken en bijvoorbeeld het zelfstandig organiseren van cursussen moeten worden bevochten. De Indiase Nobelprijs literatuur Tagore liet al verstaan dat ‘[o]nafhankelijk denken […] van cruciaal belang is om te voorkomen dat de wereld niet halsoverkop de vernietiging tegemoet snelt’. Nussbaum gaat verder: ‘Alleen een weerbare en kritisch ingestelde maatschappij zou deze onheilspellende trend mogelijkerwijs een halt kunnen toeroepen’.
Ik heb mij in deze examenluwe tijd voorgenomen alle studenten Niet voor de winst te laten lezen. Niet alleen bij wijze van bewustwording, maar als socratisch antidotum tegen het kwantificeerbare denken en een eenzijdig op economische groei gerichte houding. Ik herhaal mijn vraag om in alle faculteiten van de alma mater een vak Humanities te installeren. Een particuliere ervaring van een decennium geleden, een samenwerking tussen studenten literatuurwetenschappen en huisartsengeneeskunde, in het vak Medical Humanities was wat dat betreft een voorbeeld van good practice. Het heeft van de artsen in opleiding én van onze studenten zonder twijfel rijkere mensen gemaakt. Die interfacultaire ontmoetingen van docenten en studenten is echter een stille dood gestorven.
Nussbaum is optimistisch. Ik deel haar visie graag. ‘Buiten de Verenigde Staten streven vele landen waar het hoger onderwijs niet over een liberal arts-component beschikt, er tegenwoordig naar om iets dergelijks in het leven te roepen omdat ze onderkennen dat dergelijk onderwijs belangrijk kan zijn voor het formuleren van een publiek antwoord op de problemen van pluralisme, angst en argwaan waarmee hun samenleving zich geconfronteerd ziet.’
De studenten durven al te denken maar nog niet altijd kritisch te spreken.
De Universiteit Gent heeft de afgelopen jaren niet alleen het academisch onderwijs opgewaardeerd, door onderwijsevaluaties een belangrijker rol te laten spelen in promotietrajecten en geïndividualiseerde doelstellingen van academici. In de toekomst kan zij nog méér het verschil maken. Na het pleidooi van prorector Paul van Cauwenberghe om lichamelijke opvoeding voor studenten in te voeren en daaraan zelfs credits toe te kennen, stel ik voor in de faculteiten naast alle onderzoekspecialismen ook in te zetten op liberal arts-onderwijs. De studenten durven al te denken maar nog niet altijd kritisch te spreken. Het is de slogan van de universiteit: ‘durf denken’. In het pedagogisch model van de universiteit verdienen de studenten een aansporing. Dat is geen zwaktebod van een alfasoftie, ten gevolge van een zonnesteek. Het is een ernstig voorstel om studenten, in de woorden van Nussbaum en verwijzend naar de Amerikaanse pedagoog John Dewey, te vormen tot ‘actieve, nieuwsgierige, kritische en wederzijds respectvolle democratische burgers’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier