‘We benaderen de kiezers van Wilders als een exotische diersoort’
Kees Boonman, politiek commentator bij EenVandaag, meet de temperatuur op aan de vooravond van de Nederlandse verkiezingen. ‘Niet alle Nederlanders zijn boos.’
Op 15 maart trekken onze noorderburen naar de stembus voor het slotakkoord van wellicht de drukste Nederlandse verkiezingscampagne ooit. Achtentwintig partijen duikelden over elkaar om onze noorderburen te overtuigen van hun gelijk en trekken daarvoor alle registers open, van paginagrote open brieven in de krant (premier Mark Rutte en zijn ‘doe normaal’-betoog) tot vlammende tweets met photoshops van tegenstanders (PVV’er Geert Wilders postte een montage van de links-liberale Alexander Pechtold als Hamasbetoger). Al dat politieke gewoel wordt constant gemonitord door maar liefst zes onafhankelijke peilinginstanties.
Dat alles zorgt er volgens sommige analisten voor dat er zoveel gebeurt dat het in feite nergens meer over gaat. ‘Dat is geklets’, zegt Kees Boonman. Hij is journalist en politiek commentator bij het actuaprogramma EenVandaag en doceert journalistiek aan de universiteit van Leiden.
KEES BOONMAN: Het is de meest gepolitiseerde campagne ooit. Tv-uitzendingen, radioshows, kranten, ze staan allemaal elke dag opnieuw vol met politiek. En het gaat over iets. Meer zelfs, het gaat over heel veel dingen. Het gaat over praktische problemen zoals de zorg, files, een beetje over het klimaat en duurzaamheid. Werk, en dan meer bepaald het verschil tussen vaste en flexibele banen, speelt ook een rol.
Natuurlijk zetten een aantal zaken de toon. Economie is daar een van. Het belangrijkste thema in de campagne is zonder twijfel onze identiteit, en hoe die identiteit mogelijk wordt aangetast door immigratie.
Het identiteitsdebat laaide afgelopen weekend nogmaals op. Premier Rutte verbood toen enkele Turkse ministers om in Nederland campagne te voeren voor een referendum dat Turks president Erdogan meer macht zou geven.
Kadert de felle reactie van premier Rutte ook in dat pleidooi voor de Nederlandse identiteit?
BOONMAN: Dat kun je niet bewijzen, maar het is wel zo dat mensen in deze campagne duidelijke taal verwachten van politici. Nu ja, Rutte zou sowieso wel duidelijk zijn geweest over dit thema. Dat we worden uitgescholden voor fascisten en nazi’s gaat te ver en dat heeft Rutte ook duidelijk laten weten. Mochten er geen verkiezingen geweest zijn, zou de reactie van Rutte misschien iets gematigder geweest zijn. Maar in deze kwestie spreekt hij wel de stem van de meerderheid.
Opvallend: er nemen maar liefst 28 partijen deel aan de verkiezingen.
BOONMAN: Het is volkomen geschift. Onze meningencultuur is zo ver doorontwikkeld dat er voor elke mening een partij wordt opgericht.
Er is Artikel 1, de partij van Sylvana Simons, die verwijst naar het betreffende artikel uit de grondwet over gelijkheid. Maar alles wat zij vindt, staat ook in de programma’s van GroenLinks en PVDA. Ik vind het volkomen onzinnig om daar een partij voor op te richten.
Naast one-issuepartijen zijn er de non-issuepartijen, zoals Niet Stemmers. Zij willen mensen die niet stemmen (in Nederland is er geen stemplicht, nvdr.) in de Tweede Kamer een stem geven. Er is geen programma, ze doen aan niets mee. Een soort anti-intellectualistische, stompzinnige groep is het.
Het gevolg van al die versplintering is dat de kleinste partijen nauwelijks aan bod komen in de debatten, vandaar dat het aantal besproken thema’s niet heel hoog is.
Kijkers zappen weg als het over Europa gaat.
In België kijken wij massaal naar Geert Wilders en kennen we premier Rutte. Maar na die twee partijen en het CDA komen er in de peilingen vier linkse partijen: PVDA, GroenLinks, SP en D66. Onderschatten we de linkerzijde door onze fixatie op Wilders?
BOONMAN: Dat durf ik niet zo te zeggen. GroenLinks wordt wél een grote winnaar. Hun leider, Jesse Klaver, is echt de man van de toekomst op links.
Het rare is dat die linkse partijen – als je het heel ruim bekijkt – niet zo fel van elkaar verschillen, maar dat ze toch elkaar bevechten. Binnen het linkse electoraat twijfelen mensen tussen GL en PVDA en in mindere mate D66 en SP.
Als ik heel eerlijk ben, zit het politieke speelveld gecentreerd rond het midden. Tussen GroenLinks en het CDA zitten alle partijen vrij dicht bij elkaar, elk met hun eigen draadje naar de linker- of de rechterkant van het spectrum. Dat is het schizofrene aan ons politieke bestel: wij denken dat we een totaal verdeeld Nederland zijn en dat klopt niet.
Veel partijen rond het middenveld, maar toch gaat alle aandacht naar populistisch-rechts. Heeft Wilders een invloed op discours van andere partijen?
BOONMAN: Dat is een absoluut feit. Iedereen is in de ban van Wilders. Hij houdt geen congressen, heeft geen dik verkiezingsprogramma en hijzelf is het enige lid van de PVV. Die partij is één man en die man heeft een mening, tegen Europa, tegen vluchtelingen en tegen de islam. Alles samengebald is hij de man van het grote mopperen.
Die andere partijen zien dat hij veel aandacht trekt met zijn grote mop. We moeten die kiezers en mopperaars ook een beetje paaien, zien ze, en dan zeggen ze dat ze toch eens gaan kijken naar die vluchtelingen en die euro. De VVD en de CDA proberen het nationale gevoel echt uit te venten en zo de PVV-kiezer binnen te halen.
Nederland is peilingziek en daar moeten we dringend voor worden ingeënt.
Die PVV-kiezer komt opvallend vaak aan het woord in de media de laatste weken. Journalist Joost Niemöller interviewde hen voor zijn boek Kwaad en ook De Correspondent en NRC Handelsblad gingen kiezers van Wilders opzoeken.
BOONMAN: Wij zijn steeds verwonderd over wie die PVV-stemmers zijn nu eigenlijk zijn. Daarom zoeken we hen op en benaderen hen bijna alsof ze een bijzondere, te bestuderen diersoort zijn.
En toch bestaat dé PVV-kiezer helemaal niet. Het is een middenstander met een krantenwinkeltje die gek wordt van alle administratie, geen bal verdient en ziet dat aan alles geld wordt uitgegeven. Het is een inwoner van een buurt waar geen enkele Marokkaan woont en die het toch gehad heeft met Marokkanen. Het is een vrouw wier dochter geen studentenkamer vindt en kwaad is omdat vluchtelingen wel opvang krijgen. Al die diverse irritaties komen samen in de massale steun voor een antipartij.
De vraag is of op 15 maart al die mensen met al die irritaties uiteindelijk op Wilders gaan stemmen. Als mensen gaan nadenken over die partij, wie ze als minister kan aanduiden en of ze überhaupt mee gaan regeren… Volgens mij wil Wilders helemaal niet regeren, want dan kan hij al die zaken niet meer roepen en moet hij compromissen sluiten.
Er is een enorme angst, vooral bij de publieke omroep (die ook EenVandaag uitzendt, nvdr.), om mensen over het hoofd te zien. We hebben zo’n momentum al gehad met de dood van Pim Fortuyn, jullie hebben dat rond Zwarte Zondag gehad.
In dezelfde trant kun je je ook afvragen of de enorme massa aan peilingen niemand over het hoofd heeft gezien. Er zijn er maar liefst zes, en er is een Peilingwijzer die ze combineert.
BOONMAN: Nederland is peilingziek en daar moeten we dringend voor worden ingeënt. Ik behoor tot de mensen die vinden dat je peilingen niet als autonoom nieuwsfeit moet brengen.
Maar ik ben ook een hypocriet, want ik stel ook vragen aan politici op basis van de peilingen. Mijn naaste collega’s en ik moeten onszelf vaak corrigeren als we een politicus zeggen dat hij op verlies staat, enkel op basis van peilingen. We praten over het virtuele alsof het werkelijkheid is geworden. Zo maken we onszelf gek en de politici ook.
Tegelijk kunnen ze soms op een trend duiden en bewijzen ze hun, als je er voorzichtig mee omgaat tenminste. Ik vind die tweespalt verdraaid lastig. Daar komt nog de moeilijkheid van social media bij. Zien we voldoende wat er daar speelt? Alles bij elkaar zou het niet zo slim zijn om peilingen af te schaffen, maar we moeten vermijden dat ze zoals nu de berichtgeving compleet overheersen.
De vraag is al vaak gesteld, maar we kunnen er nauwelijks onderuit: wordt Geert Wilders premier van Nederland?
BOONMAN: Nee. Dat gaat niet gebeuren.
Nederlandse verkiezingen in 2017
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier