Wat zit er achter de protesten in Cuba?
De verrassende en ongeziene volksprotesten die vorige week in Cuba plaatsvonden werpen allerlei nieuwe vraagtekens op. Het dwingt ons om met een nieuwe bril te kijken naar de economische uitdagingen van het land, die benadrukt worden door covid en een embargo van meer dan zes decennia.
Voedsel- en medicijntekorten, waardoor Cubanen urenlang moeten aanschuiven bij handelszaken, de impact van de monetaire hervormingen op de levensduurte, de terugkeer van vervelende stroomuitvallen bij het begin van de zomer, escalatie van de gezondheidscrisis door de pandemie… Al die zaken samen zouden in veel landen voor sociale onrust zorgen.
De Cubaanse autoriteiten claimen dat de rellen die afgelopen zondag plaatsvonden een bewuste poging waren om de Cubaanse instellingen te breken en de nationale eenheid te ondermijnen.
Minister van Buitenlandse Zaken, Bruno Rodriguez, beschuldigde de Amerikaanse overheid ervan rechtstreeks betrokken te zijn bij de demonstraties. Ze vonden plaats op nagenoeg het hele eiland, en werden op grote schaal live uitgezonden op sociale netwerken. Protesten op die schaal hebben in het land niet meer plaatsgevonden sinds de crisis met de vlotvluchtelingen, of balseros, in de jaren negentig.
Op 5 augustus 1994 sprongen honderden mensen op de bekende zeewering van Havana, aangespoord door het gerucht dat er een schip zou aanmeren dat hen naar de Verenigde Staten zou brengen. De situatie escaleerde en eindigde in zware protesten, plunderingen en clashes met de veiligheidsdiensten.
De opstand ging pas liggen toen toenmalig president Fidel Castro persoonlijk de boel kwam kalmeren. Het zorgde voor nieuwe immigratieovereenkomsten met de Verenigde Staten en economische hervormingen, waaronder openstelling voor buitenlandse investeringen en decriminalisering van het bezit van de dollar.
Zware onlusten
‘Ik waarschuw de regering van de Verenigde Staten dat haar onverantwoordelijk gedrag ernstige gevolgen kan hebben die de nationale belangen van beide landen schaden’, zei de minister.
Wat op 11 juli plaatsvond was geen volksopstand, maar ‘rellen en onlusten veroorzaakt door de VS’. De deelnemers waren mensen die fungeerden als ‘agenten van buitenlandse mogendheden en criminele elementen’, volgens de minister.
Volgens de officiële berichten gingen de straatprotesten door tot maandag, toen in een district in Havana ‘georganiseerde groepen van asociale en criminele elementen’ huizen vandaliseerden, containers in brand staken en elektriciteitskabels doorknipten. Ze probeerden naar verluidt zelfs een politiekantoor te bereiken.
Een 36-jarige man liet het leven, zijn dood werd officieel afgekondigd de dag erop. Er is geen officiële informatie over het aantal mensen dat gearresteerd werd, maar activisten schatten dat het gaat om 100 tot 150 Cubanen.
Economische crisis
‘Zelf zal ik de straat niet opgaan om te protesteren, omdat ik begrijp dat dit niet de oplossing is. Maar ik ben het zat dat het zoveel moeite kost om voedsel of medicijnen te bemachtigen. Voor alles zijn er enorme wachtrijen en ik vraag me af hoe lang dat nog gaat duren’, vertelde een vrouw die op dinsdag hoopte om kip te kopen in een winkel in de wijk El Vedado in Havana.
Verschillende tientallen mensen troepten er samen, terwijl een man tevergeefs zijn stem verhief in een poging de rij te organiseren en de klanten aan te manen afstand te houden en de coronamaatregelen te respecteren. Zo ging het er aan toe vanaf de vroege uurtjes, net als in andere handelszaken.
‘Hoewel er objectieve redenen zijn voor de economische crisis die het land doormaakt, is er ontevredenheid. Die wordt verergerd door stroomuitvallen van zes uur of meer en allerlei tekorten. Je moet mensen positief nieuws kunnen brengen, concrete maatregelen nemen om de economie in beweging te krijgen en beperkingen opheffen’, zegt econoom Omar Everleny Pérez Villanueva.
Gebrekkige infrastructuur
De minister van Energie en Mijnbouw, Liván Arronte Cruz, verklaarde op maandag dat storingen in verschillende elektriciteitscentrales in combinatie met een aanzienlijke toename van de vraag, een zware impact hebben gehad op de elektriciteitsvoorziening van het land.
Het financieel vermogen van de Cubaanse overheid om de elektriciteitscentrales te repareren en te renoveren wordt zwaar belemmerd door het embargo, net als de toegang tot brandstof.
Het goede nieuws is dat, volgens de minister van Energie, ‘we non-stop werken aan het oplossen van de technische problemen, om in de kortst mogelijke tijd de elektriciteitsopwekking te stabiliseren en te kunnen voldoen aan de vraag de het land vandaag heeft’.
Het juk van het embargo
Vanuit de Verenigde Staten dringt Jorge Quintana, directeur van het Center for Democracy in the Americas, er bij president Joe Biden op aan om het mogelijk te maken dat Cubanen in Amerika geld kunnen opsturen naar hun familie in het thuisland, en dat organisaties donaties kunnen overmaken. Ook ijvert hij ervoor om de bank- en reisbeperkingen op te heffen die het Cubaanse volk beletten om humanitaire hulp te ontvangen.
De economische crisis op het eiland uitte zich vorig jaar in een economische krimp van 11 procent, na jaren van zeer lage groeicijfers. De crisis werd natuurlijk versterkt door de pandemie, die bij veel mensen de voornaamste bron van inkomsten drooglegde.
In 2021 daalde het bbp van Cuba al twee procent tijdens de eerste zes maanden van het jaar. De bijna totale verlamming van het internationaal toerisme was een mokerslag voor Cuba. Het land liep daardoor in één jaar meer dan 1 miljard dollar aan inkomsten mis, duizenden banen in de overheids- en private sector gingen in rook op.
Daarboven op kwamen nog eens meer dan 200 maatregelen van de regering-Trump, die het economisch embargo versterkten dat Washington al sinds 1962 handhaaft tegen Havana. Vooral toegang tot krediet en buitenlandse investeringen werden geraakt.
Broodnodige hervormingen
Experts zijn het er echter over eens dat de blokkade, zoals het embargo in Cuba wordt genoemd, niet zal eindigen zolang de Verenigde Staten van mening zijn dat het bijdraagt aan het bereiken van hun doelstelling om het politieke systeem in Cuba te wijzigen.
Economen bevelen aan om vooral alle vormen van eigendom en privébezit te bevorderen, inclusief de coöperatie. Dat kan volgens hen de ontwikkeling van het land versnellen. Ook de directe buitenlandse investeringen moeten gepromoot worden, vooral in exportactiviteiten die buitenlandse deviezen genereren.
Tegelijkertijd zou het monopolie op buitenlandse handel moeten afgeschaft worden zodat actoren die dat willen rechtstreeks kunnen exporteren en importeren. Zo zullen sectoren die goederen produceren voor nationale consumptie én export een boost krijgen, met de nadruk op voedselproductie.
‘Als onze biotechnologiesector op een jaar tijd heeft kunnen bijdragen aan de ontdekking van vaccins die het welzijn van ons volk en de mensheid verbeteren, geloof ik dat het mogelijk is om op relatief korte termijn de economie in positieve zin te veranderen. Dat is nodig om de spanning te verlichten die ons land nu doormaakt’, zei econome Betsy Anaya Cruz in een artikel over de crisis.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier