Lia van Bekhoven

‘Wat valt er eigenlijk te speculeren over verkiezingen als zelfs de premier nog geen datum in gedachten heeft?’

Lia van Bekhoven Correspondent in Londen voor Knack, BNR, VRT-radio, Terzake en Elsevier

Lia van Bekhoven blikt vanuit Londen vooruit op de Britse verkiezingen, waarvan de exacte datum op zich laat wachten.

Nee, we gaan het (weer) niet over de op handen zijnde Britse verkiezingen hebben. Want net zoals met voorbeschouwingen van de meeste voetbalwedstrijden (waar speculatie óók het hoofdingrediënt is), wordt geen mens er wijzer van.

Ik bedoel maar, hoe kun je de aanloop naar de vijfjaarlijkse stembusgang nog maar beginnen duiden als zelfs de datum ervoor nog nergens vast lig? Zelfs niet, zo schijnt het, in het hoofd van de regeringsleider. En als er wel ergens een verkiezingsdatum hoort te liggen, is het daar.

Volgens de Britse spelregels belist de premier wanneer de stemlokalen open gaan, mits het binnen een periode van vijf jaar is na de laatste stembusgang. Decennialang is er gemord over de oneerlijke voorsprong die dit voorrecht de regeringspartij zou geven, en in 2011 maakten de Britten een einde aan dat systeem. Voortaan zou de verkiezingsdag plaatsvinden op de eerste donderdag van mei, vijf jaar na de vorige verkiezingsdag. Die oprisping van politieke redelijkheid duurde elf jaar. In 2022 werd ze weer teruggedraaid.

Het gevolg is dat in de media elke verkiezingsbeschouwing nu begint met een schier eindeloze speculatie over de datum. Premier Rishi Sunak kan de verkiezingen nog tot eind januari 2025 uitstellen. Hij zou geneigd zijn zo lang mogelijk te wachten, in de hoop dat er ergens onderweg nog iets voorbijkomt dat zijn politieke leven kan redden.

(Lees verder onder de preview.)

Maar campagne voeren rond de kerst is uitgesloten. Volksvertegenwoordigers zullen het altijd afleggen tegen de kerstman. Sunak zou daarom het najaar prefereren, maar heeft ook het voorjaar nog niet afgeschreven. Het voordeel van landelijke verkiezingen op 2 mei (volgens een andere traditie zijn verkiezingen altijd op een donderdag) is dat ze in sommige delen van het land samenvallen met lokale, en je doet het electoraat geen groter plezier dan hen de kans te geven om zich in één keer van alle democratische verplichtingen te ontdoen.

Van analyses over winnaars en verliezers word je vandaag evenmin wijzer. Vorige week suggereerde een peiling (waarvoor 14.000 kiezers werden ondervraagd) dat wanneer de verkiezingen ook gehouden worden, het electoraat de regeringspartij van premier Sunak hoe dan ook alle hoeken van het land zal laten zien. Er zouden maar weinig Conservatieve parlementariërs overblijven die de pandoering kunnen navertellen. De tory’s zullen van geluk mogen spreken als ze van de 363 zetels die ze in 2019 binnenhaalden, er 169 overhielden.

Kan het erger? Volgens andere peilingbureaus wel. Het multilevel regression and poststratification model (echt waar), gehanteerd voor de megapoll, was aan de voorzichtige kant geweest, zo klinkt het. Als meer Britten gebruik maken van tactisch stemmen, dus niet hun stem geven aan de partij van keuze maar aan de partij die in hun kiesdistrict het best in staat is de tory’s te wippen, dan zou ’s werelds succesvolste regeringspartij, uren na het sluiten van de stembussen, aan de beademing liggen, met zorgwekkende prognoses.

Nog geen twee dagen later zag het er weer helemaal anders uit. Zeker, Labour ligt al zo’n twee jaar voorop in de polls, en sinds de laatste maanden met een gemiddelde voorsprong van 20 procentpunt, maar wat te denken van de nieuwe grenzen waar de oude kiesdistricten sinds kort mee opgezadeld zijn? Om het aantal inwoners van de 650 kiesdistricten enigszins op een vergelijkbaar niveau te houden, worden de districten (die ieder een kamerlid naar het Lagerhuis sturen) van tijd tot tijd aangepast. Doorgaans zijn die wijzigingen goed nieuws voor de Conservatieven. Sinds de jaren veertig van de vorige eeuw verhuizen meer mensen uit de steden (Labour-haarden) naar provincie en buitenwijken (Conservatieve regio’s). Het gevolg is dat het aantal Britten dat geneigd is rechts te stemmen sneller groeit dan het electoraat dat liever een kruisje achter Labour zet: het is een ongelijkheid die van tijd tot tijd gecorrigeerd wordt door met de grenzen te schuiven.

’Het wordt nog moeilijker voor Keir Starmer de volgende verkiezingen te winnen’, voorspelde Sky News. In plaats van een verschuiving van 12% van Conservatief richting Labour, heeft Labour er nu één van 12.7% nodig om zijn leider naar Downing Street te kunnen sturen; iets wat sinds de Romeinen de Theems overstaken nog nooit gebeurd zou zijn.

Kortom, we kunnen nog maanden speculeren zonder de kansen van de een of andere partij op een verkiezingsoverwinning inzichtelijker te maken. Dus éérst die verkiezingsdatum, dan praten we verder.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content