Wat na het geweld? Israël heeft 4 opties voor de toekomst van Gaza

Een Palestijnse demonstrant (3/7/23). © Getty

De vier opties van Israël voor de toekomst van Gaza zijn stuk voor stuk onverteerbaar.

De publieke verklaringen die de Amerikaanse president Joe Biden op 18 oktober aflegde tijdens zijn blitzbezoek aan Israël lieten er weinig twijfel over bestaan: een Israëlische invasie van de Gazastrook is ophanden. Maar achter gesloten deuren zetten Bidens adviseurs druk uit op de Israëlische leiders. Daarmee hoopten ze een antwoord te krijgen op de vraag wat er na de oorlog moet gebeuren.

Israëlische functionarissen zeggen dat ze Hamas van de macht willen verdrijven als vergelding voor het bloedbad dat die organisatie op 7 oktober aanrichtte in het zuiden van Israël. ‘Gaza zal niet langer een bedreiging vormen voor Israël’, zei minister van Buitenlandse Zaken Eli Cohen. ‘We zullen niet toestaan dat Hamas enige macht verwerft in Gaza.’ En daar blijft Israël bij, zelfs na 17 oktober, toen een raket het Ahli Arabziekenhuis in Gaza trof en de risico’s van gevechten in dichtbevolkte gebieden onderstreepte.

Vier opties

Het blijft evenwel onzeker wat Israël na de oorlog wil doen. Het heeft vier opties, en die zijn allemaal slecht. De eerste is een langdurige bezetting van Gaza, zoals gebeurde van 1967 tot 2005. Israëlische troepen zouden dan de enclave moeten beveiligen en, bij gebrek aan een Palestijnse regering, misschien ook toezicht moeten houden op de basisvoorzieningen.

Sommige Israëli’s aan de religieuze rechterzijde zijn dat idee niet ongenegen. Zij gruwen nog altijd van wat er in 2005 is gebeurd. Toen trok Israël niet alleen zijn soldaten terug uit Gaza, maar ook de kolonisten die er zich hadden gevestigd. Velen vinden dat Israël toen een stukje van het Bijbelse thuisland van de Joden heeft opgegeven. Zij zijn meteen ook de enigen die Gaza opnieuw bezet willen zien. Want een bezetting zou niet alleen financieel zwaar wegen en slechte pers opleveren, maar zou ook een hoge menselijke tol kunnen eisen. President Biden waarschuwde op 15 oktober dat een langdurige bezetting een ‘grote fout’ zou zijn. De meeste Israëlische strategen zijn het daarmee eens.

De tweede optie is een oorlog voeren die Hamas onthoofdt en daarna het gebied verlaten. Dat is aantoonbaar de slechtste weg vooruit. Wellicht zouden andere aanhangers van Hamas de organisatie nieuw leven inblazen. En zelfs indien dat niet zou gebeuren, zou een andere radicale groepering hun plaats kunnen innemen.

Vanuit Israëlisch perspectief zou de terugkeer van de Palestijnse Autoriteit (PA), die delen van de Westelijke Jordaanoever bestuurt in overleg met Israël, de beste optie zijn. Maar dat pad is bezaaid met obstakels. Het eerste is dat de Palestijnse president Mahmoud Abbas er niet veel voor voelt. ‘Niemand zal zo dom zijn te denken dat hij boven op een Israëlische tank kan terugkeren naar Gaza’, zegt Ghassan al-Khatib, een voormalige Palestijnse minister.

En zelfs al mocht Abbas op die manier aan de macht kunnen komen, dan zou hij dat misschien niet willen. Yasser Arafat, de vorige voorzitter van de PA en jarenlang boegbeeld van het Palestijnse nationalisme, had een voorliefde voor Gaza. Toen hij in 1994 naar Palestina mocht terugkeren, heeft hij er een tijdje gewoond. Mensen uit de entourage van Abbas zeggen dat hun president Gaza ziet als een vijandige plek.

Het is vrijwel zeker dat Gaza vijandig zou staan tegenover Palestijnse politieagenten die het gebied komen beveiligen. De PA heeft ongeveer 60.000 veiligheidsmensen in dienst die het gezag hebben over ongeveer een derde van de Westelijke Jordaanoever. Maar zelfs dat beperkte gebied heeft de PA niet in de hand: delen van Jenin en Nabloes, steden in het noorden van de Westelijke Jordaanoever, zijn zo onrustig dat de PA-troepen er niet durven te patrouilleren omdat ze anders worden aangevallen. Het moreel is laag. Als de Palestijnse politie zou terugkeren naar Gaza, zou ze een doelwit zijn voor de overblijfselen van Hamas, de Islamitische Jihad en andere militanten. Toen Hamas in 2006 de parlementsverkiezingen won, vochten Hamas en de PA een bloedige burgeroorlog uit in Gaza. Hamas zegevierde en verdreef de PA in 2007 uit de Gazastrook.

Hamas-ambtenaren

Bovendien gaat het om meer dan veiligheid. Toen Hamas aan de macht kwam, riep Abbas de bureaucraten in Gaza op het werk neer te leggen. In hun plaats huurde Hamas tienduizenden aanhangers in om het ambtenarenapparaat draaiende te houden. Ondertussen bleef de PA haar werknemers betalen om thuis te zitten. Als dat systeem wordt behouden, zou dat betekenen dat er wordt gewerkt met om en bij de 40.000 mensen die hun job te danken hebben aan hun ideologische loyaliteit aan Hamas. En als men hen ontslaat, zou men de fout herhalen die de Amerikanen maakten in Irak, waar het ‘de-Baathificatie-programma’ zorgde voor veel boze, werkloze mannen.

Een vierde optie zou zijn om een soort alternatief bestuur samen te stellen, bestaande uit lokale notabelen die nauw samenwerken met Israël en Egypte. Israël vertrouwde op dat soort regelingen tot de jaren 1990, voordat de PA civiele functies in de bezette gebieden begon over te nemen.

Er zijn gesprekken geweest om Muhammad Dahlan, een voormalige veiligheidschef van de PA die opgroeide in Gaza, aan te trekken om er de teugels in handen te nemen. Maar Dahlan heeft de afgelopen tien jaar doorgebracht in Abu Dhabi, de hoofdstad van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) nadat hij ruzie had gekregen met de PA. In 2016 werd hij door een Palestijnse rechtbank veroordeeld wegens corruptie. Hij leeft ook in onmin met sommige bewoners van Gaza: hij leidde er de gevechten tegen Hamas in 2007. ‘Een terugkeer van Dahlan is een illusie’, zegt Michael Milstein, reservekolonel in het Israëlische leger en analist bij het Moshe Dayan Centre, een denktank in Tel Aviv. ‘Ik weet niet eens zeker of hij terug zou wíllen komen. Hij zou bang zijn dat mensen hem willen doden.’

Onderling verdeeld

De kwestie-Dahlan wijst op een groter probleem. De Palestijnen zijn al bijna twintig jaar onderling verdeeld. Dat hebben ze grotendeels aan zichzelf te wijten: hoewel de leiders van Hamas en de PA elkaar om de paar jaar ontmoeten om aan verzoening te werken, wil geen van beide partijen een compromis sluiten. Maar het schisma is ook verergerd door het verdeel-en-heersbeleid van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, die het een nuttig instrument vond om de Palestijnse droom van een onafhankelijke staat te dwarsbomen. ‘Netanyahu’s strategie om Hamas in leven te houden was gebrekkig’, zegt de voormalige Israëlische premier Ehud Barak.

Zowel Hamas als de PA regeert zijn gebied als een autoritaire eenpartijstaat. In 2021 werd Nizar Banat, een criticus van Abbas, in zijn huis in Hebron doodgeslagen door de Palestijnse politie. Wie zich in Gaza verzet tegen Hamas riskeert marteling en executie. De meeste Palestijnen zwijgen, mijden de politiek en richten zich op hun dagelijkse strijd.

Uit de recentste peiling van het Palestinian Centre for Policy and Survey Research (PCPSR) bleek dat 65 procent van de inwoners van Gaza op Hamas-leider Ismail Haniyeh zou stemmen in een rechtstreekse presidentsrace tegen Abbas (die ook de Westelijke Jordaanoever zou verliezen). Hamas zou 44 procent van de stemmen in Gaza behalen in een parlementaire stemming, terwijl Fatah, de factie van Abbas, slechts 28 procent van de kiezers achter zich zou krijgen.

Weinig keuze

Op het eerste gezicht lijkt dat te wijzen op blijvende steun voor Hamas. Maar bij zulke peilingen is de keuze beperkt tot die tussen militanten en incompetenten. 80 procent van de Palestijnen wil dat Abbas aftreedt. Uren na de explosie in het Ahli Arabziekenhuis waren er protesten in steden over de hele Westelijke Jordaanoever, waar demonstranten scandeerden: ‘Het volk eist de val van de president.’ Abbas is 87 jaar en heeft geen duidelijke opvolger. Geen van zijn mogelijke opvolgers kan op veel enthousiasme rekenen.

In een hypothetische race tussen Haniyeh en Muhammad Shtayyeh, de kleurloze premier van de PA, zou de eerste winnen met een marge van 45 procentpunten in Gaza en 21 procentpunten op de Westelijke Jordaanoever. Nogmaals, dit is minder een bewijs van de populariteit van Haniyeh dan van het gebrek daaraan van Shtayyeh. Een peiling in 2019, na zijn eerste 100 dagen in functie, wees uit dat 53 procent van de Palestijnen niet eens wist dat Shtayyeh hun premier was.

(Lees verder onder de preview)

Open vragen leveren veelzeggender resultaten op. Toen de PCPSR de Palestijnen vroeg om hun favoriete opvolger voor Abbas te noemen, zei een meerderheid dat ze het niet wisten. Het op een na populairste antwoord, zowel op de Westelijke Jordaanoever als in Gaza, was Marwan Barghouti, een lid van Fatah dat meerdere levenslange gevangenisstraffen uitzit in een Israëlische gevangenis wegens het organiseren van terroristische aanslagen waarbij Israëlische burgers werden gedood. Verscheidene van de andere topkeuzes, zoals Dahlan en Khaled Meshal, een voormalige Hamasleider, wonen niet eens in de Palestijnse gebieden.

Ballingen, gevangenen of gewoon niemand: het Palestijnse politieke leven is op sterven na dood. De Palestijnen geven Israël de schuld van die trieste situatie en beweren dat de PA geen bestaansreden meer heeft door het gebrek aan zinvolle vredesbesprekingen. ‘Ik denk dat Abbas de laatste Palestijnse president zal zijn’, zegt Khatib. ‘Het hele idee van de Palestijnse Autoriteit is dat het een overgang is naar een Palestijnse staat. Als er geen politieke horizon is, dan wordt de hele PA irrelevant.’

In Israël beweert men dat de PA zichzelf heeft ondermijnd door de ongebreidelde diefstal waaraan ze zich schuldig heeft gemaakt. Miljarden dollars aan buitenlandse hulp zijn de afgelopen drie decennia weggesluisd om chique villa’s in Jordanië te kopen en Europese bankrekeningen te spekken. Wanneer men hen vraagt naar de belangrijkste problemen in de Palestijnse samenleving, noemen meer inwoners de corruptie van hun eigen regering (25 procent) dan de voortdurende bezetting door Israël (19 procent).

Er valt iedereen wel iets te verwijten. Maar het resultaat is dat het vertrouwen in Fatah voor de meeste Palestijnen wellicht onherstelbaar is, omdat de bevrijdingsbeweging verstard en decadent is geworden. De afgelopen jaren begonnen zelfs sommige Israëli’s zich af te vragen of Hamas een gesprekspartner zou kunnen worden. Zij zouden hetzelfde pad kunnen volgen als Fatah decennia eerder: van gewelddadige militanten tot plooibare bureaucraten.

Hamas leek zich niet alleen te richten op het verbeteren van de economie van Gaza, sommige leiders leken ook open te staan voor een tweestatenoplossing. Dat zou een opmerkelijke verschuiving zijn geweest voor een groep waarvan het handvest opriep tot de vernietiging van Israël. Vorig jaar vertelde Bassem Naim, een lid van de politieke leiding van Hamas, ons dat zijn organisatie bereid was om een staat ‘met de grenzen van 1967’ te accepteren. Ghazi Hamad, een andere Hamas-politicus, had een jaar eerder ongeveer hetzelfde verklaard.

Zulke uitspraken lijken nu naïef. Reservekolonel Michael Milstein was een van de weinige prominente Israëli’s die ruim voor 7 oktober waarschuwde dat het pragmatisme van Hamas slechts een list was. Zijn visie, die bevestigd werd door de vreselijke aanslag van Hamas, is nu bijna gemeengoed in Israël. Zelfs als Hamas bereid zou zijn deel te nemen aan vredesbesprekingen, zou de boze, rouwende Israëlische bevolking geen bereidwillige partner zijn. De overgrote meerderheid van de Israëli’s wil Hamas uitroeien, niet belonen.

Arabische vredesmacht

Twee andere vragen zullen de toekomst van Gaza bepalen. De eerste is welke rol de Arabische landen zullen spelen. In gesprekken die in de loop van vorige week achter gesloten deuren plaatsvonden opperden verschillende Arabische functionarissen het idee van een buitenlandse vredesmacht voor de enclave, al voegden de meesten er snel aan toe dat hun land niet stond te popelen om daaraan deel te nemen.

Egypte is niet populair in Gaza. Niet alleen heeft het een voorgeschiedenis als heerser over het gebied (van 1948 tot 1967), het sloot zich ook aan bij de blokkade van Gaza. De Verenigde Arabische Emiraten zouden aarzelen om een grote rol te spelen. ‘We zullen het niet alleen doen’, zegt een diplomaat uit de Emiraten. Hetzelfde geldt waarschijnlijk voor Saoedi-Arabië.

Israël zou waarschijnlijk zijn veto uitspreken over elke rol voor Qatar, een land dat veel invloed heeft op Gaza. Jarenlang heeft het emiraat geholpen om er, met de zegen van Israël de economie te stabiliseren door tot 30 miljoen dollar per maand te verdelen aan sociale uitkeringen, ambtenarensalarissen en gratis brandstof. Maar zijn steun aan Hamas — sommige Hamas-leiders wonen er — maakt Qatar nu verdacht. ‘De hele strategie van Israël in de afgelopen tien jaar was om Qatar te vertrouwen’, zegt Milstein. ‘Een van de lessen die we uit deze oorlog moeten trekken, is dat we er Qatar beter niet meer bij betrekken.’

Hoewel de Arabische landen Gaza niet willen beveiligen, zijn ze misschien wel bereid om te helpen bij de wederopbouw. Na de laatste grote oorlog, in 2014, zegden donoren 3,5 miljard dollar toe voor de wederopbouw, waarvan ze eind 2016 slechts 51 procent hadden uitbetaald. Dit keer zal de rekening nog hoger uitvallen.

Bredere oplossing

De andere vraag is wat er met de PA gebeurt. De helft van de Palestijnen zegt dat ze ontbonden moet worden. Daardoor zouden velen hun inkomen verliezen, gezien de PA de grootste werkgever is op de Westelijke Jordaanoever. Wellicht zou het ook tot meer geweld leiden. Tegelijk zou het Israël meer kosten om het gebied te bezetten, wat er misschien toe kan leiden dat de toekomst van Palestina, na twee decennia waarin er zelden over werd gesproken, op lange termijn weer op de Israëlische politieke agenda verschijnt. ‘Het is de enige troefkaart die Abbas nog heeft’, zegt een voormalige vertrouweling van de president.

Er is geen duurzame oplossing voor Gaza alleen. Ondanks het lange schisma zien de Palestijnen zichzelf nog steeds als deel van een grotere gemeenschap. Hoe dan ook is Gaza te klein en zijn er te weinig natuurlijke hulpbronnen om op eigen kracht te kunnen gedijen. Zijn economie kan niet zonder de Israëlische: alles, van aardbeienboerderijen tot meubelfabrieken, is afhankelijk van de export naar het rijkere buurland. Wie de controle ook overneemt, Gaza zal als geïsoleerde staat noch stabiel, noch welvarend zijn.

De enige manier om in Gaza blijvende rust te brengen is een bredere oplossing voor het Israëlisch-Palestijnse conflict. Als het vooruitzicht op een onderhandelde oplossing volledig verdwijnt, waarschuwt Khatib, ‘dan zal ook het gematigde leiderschap verdwijnen. Israël kan Hamas onthoofden. Maar het is veel minder duidelijk of er iets beters voor in de plaats zal komen.’

Partner Content