Wat is de Irandeal?
De bedoeling van de deal is dat Iran enkel nog beschikt over de mogelijkheden om kernenergie voor vreedzame doeleinden op te wekken.
Op 14 juli 2015 bereikten Iran en zes grootmachten in Wenen een akkoord over het Iraanse kernprogramma. Het document draagt officieel de naam ‘Joint Comprehensive Plan of Action’ (JCPOA), maar is beter bekend als de Irandeal. Daarin ziet Iran af van de ontwikkeling van kernwapens. In ruil beloofden de andere landen hun sancties op te heffen.
De huidige Amerikaanse president Donald Trump nam het akkoord al tijdens zijn verkiezingscampagne op de korrel en dreigde meermaals om de deal op te blazen, maar tot nu toe werd de nucleaire soep niet zo heet gegeten als ze werd opgediend.
De overeenkomst werd gesloten tussen Iran en de P5+1, dat zijn de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad en Duitsland. Die vijf permanente leden zijn Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Frankrijk, China en Rusland. Ook de Europese Unie was betrokken bij de onderhandelingen en sloot zich aan bij het akkoord.
Iran heeft overigens altijd ontkend dat het werkte aan een atoombom, maar volgens het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) experimenteerde het land wel met technologie voor kernwapens, al werd nooit daadwerkelijk een atoombom ontwikkeld.
Enkel kernenergie voor vreedzame doeleinden
De bedoeling van de deal is dat Iran enkel nog beschikt over de mogelijkheden om kernenergie voor vreedzame doeleinden op te wekken. De tekst van meer dan 100 pagina’s stipuleert daarom dat het land nog slechts uranium mag verrijken tot 3,67 procent. Dat is voldoende voor kernenergie, maar voor een kernwapen is verrijkt uranium van 90 procent of meer nodig.
Verder moest Iran onder meer zijn voorraad verrijkt uranium afbouwen, het aantal centrifuges voor verrijking van uranium verminderen en verschillende atoominstallaties ontmantelen. Belangrijk daarbij is dat het Internationale Atoomenergieagentschap toegang kreeg tot alle atoominstallaties om te controleren of het land zich houdt aan de afspraken.
Sancties tegen Iran opgeschort
Iran kreeg in ruil de verzekering dat de olie-embargo’s van de VS en de EU werden opgeheven en dat de Iraanse banken weer in het internationale systeem werden opgenomen. Ook de in het buitenland bevroren Iraanse tegoeden, goed voor minstens 100 miljard dollar, zouden worden vrijgegeven.
Op 16 januari 2016 beslisten de Verenigde Naties, de Verenigde Staten en de Europese Unie om een groot deel van de sancties tegen Iran op te schorten. Die beslissing kwam er na een positieve evaluatie van het IAEA, dat liet weten dat de Islamitische Republiek zich hield aan de afspraken.
Het wapenembargo voor conventionele wapens en het verbod op de uitvoer van goederen en technologie die gebruikt kunnen worden voor het raketprogramma of de ontwikkeling van een kernwapen, bleven wel behouden. Ook de Europese sancties die gericht zijn tegen mensenrechtenschendingen in Iran en niet tegen het nucleaire programma, bleven van kracht.
‘Slechtste deal ooit’
Trump noemde het akkoord eerder al ‘de slechtste deal ooit’. Hij eiste aanpassingen om het hoofd te bieden aan het ballistische raketprogramma van Iran, en de destabiliserende rol van het land in de regio. Hij werd daarvoor stevig onder druk gezet door Israël, dat zich steeds verzet heeft tegen de deal.
Eind april zei de Israëlische premier Benjamin Netanyahu bewijzen te hebben dat Iran een geheim atoomprogramma heeft. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo noemde de informatie ‘authentiek.’ Volgens het Internationaal Atoomenergieagentschap zijn er echter geen aanwijzingen dat Iran na 2009 nog een nucleair programma had.
De andere landen die het akkoord mee onderhandeld hebben, hebben Trump al meermaals opgeroepen om er niet uit te stappen. De Franse president Emmanuel Macron probeerde zijn Amerikaanse ambtgenoot tijdens zijn bezoek aan Washington vorige maand nog op andere gedachten te brengen.