Wat hoopt Oekraïne met de inval in Koersk te bereiken?
Zes dagen lang slagen eenheden van het Oekraïense leger erin een deel van de Russische regio Koersk onder controle te houden. Wat hoopt Oekraïne met deze boude operatie te bereiken?
De inval in de Russische regio Koersk, waarbij verschillende Oekraïense legereenheden de grens overstaken en daarbij enkele grensdorpen veroverden, is vandaag zijn zesde dag ingegaan. Hoewel aan Russische kant al meermaals verzekerd werd dat de Oekraïense eenheden vernietigd waren, blijkt het bijzonder moeilijk om de situatie opnieuw onder controle te krijgen. Volgens verschillende Russische bronnen wordt er nog steeds hard gevochten.
Het is duidelijk dat het Oekraïense leger kleinschalige militaire successen heeft geboekt. Volgens Aleksej Smirnov, de tijdelijke gouverneur van Koersk, controleert het Oekraïense leger momenteel 28 dorpjes. Over de uiteindelijke doelen van de operatie heeft Oekraïne tot nu toe niet gecommuniceerd. Het is erin geslaagd om een Russisch militair konvooi te vernietigen en honderden Russische soldaten krijgsgevangen te nemen. Daarbij zouden ook Russische dienstplichtigen zijn gevangengenomen. Voor Poetin zijn dienstplichtigen een belangrijk sociaal vraagstuk: ze worden om maatschappelijke onrust te voorkomen niet ingezet bij de ‘speciale militaire operatie’. Dat er nu toch dienstplichtigen zijn omgekomen en gevangengenomen, dreigt de rekrutering voor de komende jaren onder druk te zetten.
Oekraïne is niet geïnteresseerd in een langdurige bezetting.
Ondanks het opmerkelijke succes en de trage Russische reactie lijkt het onwaarschijnlijk dat Oekraïne deze militaire operatie lang zal kunnen volhouden. Het is onduidelijk of het Oekraïense leger zijn troepen kan blijven bevoorraden. Ondanks historische aanspraken – de regio Koersk behoorde eertijds tot het middeleeuwse Kievse Rijk en heeft tot op vandaag een Oekraïense minderheid – is Oekraïne evenmin geïnteresseerd in een langdurige bezetting. Zo’n bezetting zou manschappen en middelen opslorpen die het elders nodig heeft. Oekraïne heeft bovendien geen territoriale ambities buiten zijn internationaal erkende grenzen.
Russische kwetsbaarheid
De Oekraïense operatie legt eens te meer enkele Russische zwakheden bloot. Alweer blijkt Rusland niet in staat om om te gaan met crisissituaties. Ook bij de ondertussen beruchte Wagnermuiterij van juni 2023 bleek het veiligheidsapparaat niet te weten hoe het moest reageren.
Ook deze keer probeert het Kremlin de Oekraïense operatie zo veel mogelijk te minimaliseren. Op de tweede dag van de inval sprak Poetin over ‘een grote provocatie’. Het regime probeert de Oekraïense inval los te koppelen van de oorlog, en stelt zijn reactie voor als een ‘antiterroristische operatie’. Het betekent dat de eindverantwoordelijkheid in theorie niet bij het ministerie van Defensie ligt, maar bij de Federale Veiligheidsdienst FSB. De banden tussen leger en FSB zijn notoir slecht, wat de respons vertraagt en compliceert.
De Oekraïense inval verhoogt nog de druk op legerstafchef Valerij Gerasimov.
Waar het Russische leger de afgelopen twee jaar bijzonder vindingrijk bleek in de manier waarop het zich aan de Oekraïense manier van vechten aanpaste, blijkt het systeem minder goed in vooruitdenken. Hoewel de oorlog ondertussen al bijna tweeënhalf jaar woedt en Oekraïne ook voorheen al kleinschalige incursies op Russische grondgebied organiseerde, blijkt Rusland zijn grens onvoldoende versterkt te hebben. Het Russische leger legde in Oekraïne indrukwekkende en behoorlijk effectieve verdedigingsinfrastructuur aan, maar de internationaal erkende Russisch-Oekraïense grens bleek op cruciale plekken nauwelijks beveiligd. De Russische inlichtingendiensten bleek ook nu onvoldoende in staat om de aanval te voorzien. De Oekraïense inval verhoogt nog de druk op legerstafchef Valerij Gerasimov, die in Russische nationalistische kringen al lang kritiek krijgt vanwege de povere prestaties van het Russische leger.
Poetin zelf lijkt vastberaden om zich niet te associëren met de ‘antiterreuracties’. Naast enkele routinematige vergaderingen communiceerde hij nauwelijks over de Oekraïense inval. Nadat hij op maandagochtend tijd had gemaakt om een wapenbeurs te openen – vanop afstand per videoverbinding –, sprak hij maandagmiddag opnieuw dreigende taal. ‘Het Oekraïense regime begaat niet alleen een misdaad tegen het Russische volk, het is kennelijk ook op weg om het Oekraïense volk te vernietigen,’ aldus Poetin. Hij bezwoer dat Rusland gepast zou reageren.
Westerse wapens in Rusland
Er staat in de regio Koersk wel degelijk strategisch interessante infrastructuur – de kerncentrale van Koersk is een van de grootste energiecentrales van Rusland –, maar de doelen van de Oekraïense operatie zijn vooral politiek.
In de eerste plaats hoopt Oekraïne, zoals dat heet, ‘het narratief te veranderen’. Het wil aantonen dat het, ondanks de vele moeilijkheden aan het front en het nijpende tekort aan manschappen, nog in staat is om successen te boeken. Door westerse wapensystemen op Russisch grondgebied te gebruiken, zet het zijn partners – die vaak niet willen weten van de inzet van wapens buiten Oekraïne – voor het blok. Dat Rusland niet of nauwelijks in staat is adequaat te reageren, moet de indruk vergroten dat de dreigende taal vanuit Moskou al te vaak bluf is. Dat Poetin vandaag slechts kan mompelen dat Oekraïne zich misdraagt, is voor de buitenwereld een duidelijk teken van zwakte.
Toch is de Oekraïense strategie niet zonder risico. Dat westerse wapens zo openlijk worden ingezet voor een operatie die militair gesproken weinig effect sorteert, kan voor bedenkingen zorgen wanneer er in westerse landen beslist moet worden over toekomstige wapenleveringen. Vooral het risico dat moderne wapensystemen bij een dergelijke aanval in Russische handen kunnen vallen, kan bij westerse partners voor terughoudendheid zorgen.
Lauwe reactie van bondgenoten
Vanuit Russisch perspectief is het Oekraïense succes uiteraard gênant, niet het minst voor Poetin. De woedende reactie van de Russische mensenrechtencommissaris Tatjana Moskalkova, die eiste dat de internationale gemeenschap het ‘terrorisme vanwege Oekraïne’ zou veroordelen, is zelfs naar Russische normen potsierlijk. Tegelijk brengt zo’n inval Poetin niet per se in verlegenheid. In de Russische media wordt uiterst spaarzaam over de Oekraïense operatie bericht. Buiten de geëvacueerde grensgebieden lijken Russen zich maar weinig zorgen te maken. Het valt te betwijfelen of het (tijdelijke) verlies van een handvol dorpen rond Koersk Poetin welwillender aan de onderhandelingstafel zal krijgen. ‘Waarover zouden we met hen kunnen onderhandelen?’ stelde Poetin vandaag.
‘Waarover zouden we met hen kunnen onderhandelen?’
Vladimir Poetin
Kiev ziet de oorlog met Rusland in belangrijke mate als een koloniale strijd, waarbij het als voormalige kolonie strijd levert tegen een agressieve en revanchistische kolonisator. In die optiek probeert Oekraïne de kosten voor Rusland zodanig op te laten lopen dat Rusland in de verleiding zou komen om zijn ambities terug te schroeven. De strategie lijkt bij het huidige staatshoofd weinig effect te sorteren: onder Poetin zullen Rusland en Oekraïne altijd in een of andere vorm van conflict blijven. Toch is het een duidelijke boodschap naar dat deel van de Russische elite waarbij de oorlog minder hoog op de prioriteitenlijst staat.
Op internationaal vlak toont het de uiterst ongemakkelijke situatie waarin Rusland zich bevindt. Het duurde bijvoorbeeld welgeteld drie dagen voordat Belarus, nochtans Ruslands dichtste bondgenoot, de Oekraïense inval afkeurde. Het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken reageerde pas maandagochtend, zes dagen na het begin van de aanval, met een lauwe oproep tot de-escalatie. Het vergroot de indruk dat, als puntje bij paaltje komt, Rusland er alleen voor staat.
Blijvende problemen
Tegelijk is het maar de vraag of operaties zoals deze de loop van de oorlog fundamenteel zullen veranderen. Ondanks de duidelijke mentale opkikker die het Oekraïense leger zichzelf geeft, blijft de situatie aan het front penibel. Oekraïne kampt met een manschappentekort dat het op korte termijn niet weggewerkt krijgt. Er zijn geen tekenen dat de Oekraïense inval de druk op het front in Donetsk en Loehansk wezenlijk zal doen afnemen. Ook de Oekraïense energie-infrastructuur, die na de onophoudelijke Russische bombardementen ernstig hapert, zal de komende maanden een hoofdpijndossier blijven.
Sowieso blijft de toekomst van de westerse wapenleveringen, die Oekraïne nodig heeft om strijd te blijven leveren, onzeker. Zelfs als Donald Trump in november de Amerikaanse presidentsverkiezingen verliest, lijken grootschalige wapenleveringen vanuit Amerika moeilijker te zullen worden. Ook Europese landen hebben het – ondanks de vele beloften – nog altijd moeilijk om hun wapenindustrie op te schalen.
Het valt bovendien niet uit te sluiten dat het Russische regime erin zal slagen om de Oekraïense aanval als brandstof te gebruiken voor zijn eigen oorlogsmachine. Zelfs als grote delen van de Russische bevolking de oorlog met een zekere apathie gadeslaan, zitten Russen doorgaans niet op een buitenlandse invasie te wachten. Als het Kremlin erin slaagt om de Oekraïense aanval voor te stellen als de dreiging waarvoor het de Russen al die tijd heeft willen behoeden, kan het zelfs een nieuwe factor worden die Russen motiveert om toch te gaan vechten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier