Wat gebeurde er met het Belgische Enabel-gebouw in Gaza?

Het Enabel-gebouw is wel degelijk volledig ingestort.

Begin februari kwam het bericht dat in Gaza-stad de kantoren van Enabel, het Belgische ontwikkelingsagentschap, volledig vernield waren door het Israëlische leger. Wat weten we nu zeker?

Jean Van Wetter, directeur van het Belgische ontwikkelingsagentschap Enabel, meldde de vernietiging van het gebouw als eerste op 1 februari op sociale media: ‘Ons kantoor in Gaza is gisteren totaal verwoest bij een bomaanslag. Het gebouw en de omgeving zijn volledig verwoest.’ Een dag later schreef ook minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez (Vooruit) op sociale media dat het gebouw was ‘platgebombardeerd’ in een aanval ‘in strijd met het internationale recht’.

Andere politici gingen nog een stap verder en legden een rechtstreeks verband tussen de vernieling van de Enabel-kantoren en de houding van de Belgische regering in de oorlog in Gaza of, specifieker nog, de recente Belgische beslissing om de financiering van UNRWA, de hulporganisatie voor Palestijnen van de Verenigde Naties, niet op te schorten. ‘Israël weet zéér goed welke gebouwen het platlegt. Dit is een vergeldingsactie’, schreef Groen-fractieleider Wouter De Vriendt op Facebook.

Weken later circuleren er nog altijd heel wat onduidelijkheden en misverstanden over het lot van het gebouw. Wat weten we nu echt zéker?

‘Collateral damage’

Enabel huurde al enkele jaren een verdieping met kantoren in het Rayes Plaza, een torengebouw in privébezit in het zuiden van de Rimal-wijk van Gaza-stad. Al-Rimal is een eerder residentieel district, waar zich heel wat internationale instellingen bevinden. Straten in de buurt van het Enabelgebouw zijn onder andere vernoemd naar Victor Hugo en Charles de Gaulle.

Er waren explosieven geplaatst in een aanpalend gebouw. Het Enabel-gebouw zelf was geen doelwit.

Israëlische overheid

In hetzelfde gebouw waren behalve Enabel ook andere organisaties, bedrijven en appartementen ondergebracht, waaronder de kantoren van een medisch toeleveringsbedrijf en van de ngo Handicap International. Het gaat dus niet om een locatie ‘gebouwd met Belgische steun’, zoals eerder in een Vlaamse krant te lezen viel. Alleen de inboedel van de gehuurde verdieping was met belastinggeld betaald.

Minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR) en minister van ontwikkelingssamenwerking Gennez vroegen de Israëlische ambassadeur om uitleg. Halverwege februari bezorgde die een ‘summier’ rapport over de zaak. In het kader van een militaire operatie, zo stelt de Israëlische overheid, waren explosieven geplaatst in een hoekgebouw dat paalde aan het Enabelgebouw en vervolgens tot ontploffing gebracht. Het Enabel-gebouw zelf was daarbij geen doelwit, klinkt het, maar raakte wel zwaar beschadigd – ‘collateral damage’.

Rokende ruïne

Toch bleef er twijfel bestaan over de precieze toestand van de Enabel-kantoren. Waren die wel écht gebombardeerd en vernietigd? De onzekerheid had vooral te maken met het beeldmateriaal dat aanvankelijk beschikbaar was. Een video, gefilmd vanaf een gebouw aan de overkant van de straat met uitzicht op het oosten, bood voornamelijk een blik op de rokende ruïne van het aanpalende hoekgebouw, maar liet de locatie van de Enabel-kantoren grotendeels buiten beeld. Wel was op de voorgrond, tussen het puin, het typische smeedwerk van ingestorte balkons van het Enabel-gebouw te zien.

Dat leidde tot een verwarrende discussie tijdens zittingen van de commissie Buitenlandse Zaken op 20 en 21 februari. Kamerlid Kathleen Depoorter (N-VA) stelde er mondelinge vragen aan Gennez en Lahbib en besloot, uit de antwoorden die ze kreeg, dat de Israëlische autoriteiten beeldmateriaal zouden hebben verstrekt dat zou aantonen dat het Enabel-gebouw weliswaar beschadigd was, maar toch overeind was gebleven. Dat beweerde ook haar partijgenoot Michaël Freilich (N-VA) nadien op X: ‘Israël heeft achter gesloten deuren beelden getoond aan België waarop te zien zou zijn dat het gebouw ernaast de target was en met de grond gelijk gemaakt is. Het gebouw waar Enabel een kantoor huurde, raakte daarbij beschadigd maar was niet het doelwit en staat nog overeind.’ Ook de Israëlische ambassadeur benadrukte op sociale media dat ‘de foto die aan België werd verstrekt en die (…) uitgebreid in de media werd gepresenteerd, NIET van het Enabel-gebouw was’.

Omgewoelde grond

Jean Van Wetter, directeur van Enabel, plaatste op 18 februari een nieuwe, scherpere foto van de verwoeste gebouwen als illustratie bij een blogartikel. Op dat beeld zien we opnieuw niet de hele locatie, maar er zijn verschillende neergestorte balkons te herkennen tussen het puin, naast traliewerk van een venster op de bovenste verdieping van het gebouw, en zelfs meubilair zoals bureaustoelen. Nog veelzeggender is hoe op de achtergrond een ander gebouw zichtbaar is dat, vanuit het oogpunt van de fotograaf, normaal gezien verborgen zou moeten zitten achter het Enabel-gebouw.

Ook satellietbeelden van het gebied, die dateren van begin februari, leveren meer informatie op. De luchtfoto’s tonen hoe in de brede omgeving duidelijk een Israëlische militaire operatie aan de gang is: we zien beschadigde of neergehaalde gebouwen, omgewoelde grond, opgeworpen zandbermen en sporen van tanks en andere militaire voertuigen.

De bovenste verdieping op het platte dak van het Enabelgebouw, met een verzameling zonnepanelen, is op de luchtbeelden nog goed herkenbaar. Maar het ontbreken van een schaduw op het aanpalende gebouw en de brede verspreiding van puin wijzen erop dat niet alleen het hoekgebouw maar ook het Enabelgebouw zelf volledig ingestort is. Dat wordt ook bevestigd door een extra foto van de site die Knack recent te zien kreeg. De foto is genomen uit een ander gezichtspunt en toont hoe het hele Enabel-gebouw wel degelijk neergehaald is.

Gecontroleerde sloop

Eerder dan op een luchtbombardement wijst de schade op een gecontroleerde ontploffing, waarbij gebouwen neergehaald worden met een springlading van onderuit. Het lot van de Enabel-kantoren in Gaza behoort tot een bredere problematiek: naar schatting meer dan de helft van de gebouwen in Gaza is sinds het begin van de grondoperatie in oktober 2023 vernield of beschadigd. Dat gebeurt niet alleen bij bombardementen of beschietingen, maar ook door het gecontroleerd slopen van gebouwen door het Israëlische leger, een controversiële praktijk wanneer het gebeurt in gebieden die het leger al controleert.

Blijft nog de vraag of de vernieling daadwerkelijk ‘collateral damage’ was bij het neerhalen van het aanpalende hoekgebouw, dan wel of het gebouw met de Enabel-kantoren zelf geviseerd werd. Burgergebouwen mogen normaal geen doelwit zijn, dus moet ook de vraag worden gesteld wat van de gebouwen een militair doelwit maakte. Werden ze, nadat ze leeg kwamen te staan, actief gebruikt door Hamas-strijders?

Die vragen zijn zo goed als onmogelijk te beantwoorden zonder onafhankelijk onderzoek ter plaatse..

Partner Content