Wat als … Donald Trump weigert af te treden?

DONALD TRUMP. 'Hoe langer de uitslag op zich laat wachten, hoe gevaarlijker het wordt', zegt Cambridgeprofessor Gary Gerstle. © BelgaImages
Jeroen Zuallaert

Een president die niet wil wijken, een door de coronapandemie verstoorde stembusgang en een boze en bewapende achterban. Het kan op verschillende manieren misgaan op 3 november.

Zal Amerika na 3 november nog een democratie zijn? Het is een ernstige vraag. Gary Gerstle, professor Amerikaanse geschiedenis aan Cambridge University, kan een diepe zucht niet onderdrukken. ‘Ik ben de voorbije weken boeken beginnen te lezen over democratieën die teloor zijn gegaan: Duitsland, Chili, Argentinië. Dat doe ik echt niet voor mijn plezier. Er bestaat een aanzienlijke kans dat Donald Trump de verkiezingen zal verliezen en toch zal proberen aan te blijven. Stilaan moeten we ons de vraag stellen wat het leger zal doen als het zover komt. Tot voor kort noemden we dat soort landen bananenrepublieken. Nu dreigen we er zelf een te worden.’

Als zijn eerste ambtstermijn ons iets geleerd heeft, is het wel dat Trump zijn intenties zelden onder stoelen of banken steekt. De voorbije vier jaar heeft hij meermaals duidelijk gemaakt dat hij een broertje dood heeft aan de checks and balances die de macht van de president inperken. Hij heeft zijn minister van Justitie opgedragen om zijn vrienden te vrijwaren van vervolging en wil zijn politieke concurrenten laten opsluiten. Hij verkiest het gezelschap van autoritaire leiders, verfoeit democratischgezinde bondgenoten, en heeft zowel pers als wetenschappers weggezet als vijanden van het volk.

Het probleem is dat de Grondwet uitgaat van een vredevolle machtsoverdracht, maar een vredevolle overdracht niet voorschrijft.

Lawrence Douglas, auteur van het boek Donald Trump. Will He Go?

Donald Trump heeft met een sloophamer op de Amerikaanse instellingen ingebeukt. Veiligheidsdiensten als de FBI of de CIA zijn zorgvuldig aan de kant geschoven. Trumps minister van Onderwijs, Betsy DeVos, heeft het publieke onderwijssysteem op de rand van de meltdown gebracht, met miljardenbesparingen die vooral de zwaksten in de maatschappij raken. Met Stephen Miller tekent een white supremacist, een vertegenwoordiger van het witte superioriteitsdenken, het Amerikaanse migratiebeleid uit. William Barr, de minister van Justitie, is ervan overtuigd dat een president onbegrensde macht hoort uit te oefenen en daarbij niet gehinderd mag worden door parlementaire tegenstand.

Het presidentschap van Donald Trump is een aanval op democratische normen die tot voor kort vanzelfsprekend leken. ‘Trump ondergraaft het democratische proces’, aldus Gerstle. ‘Hij behandelt zijn tegenstanders niet als eerlijke concurrenten, maar als criminelen. Een democratie kan niet functioneren als de voornaamste speler niet bereid is om te overleggen en compromissen met andersdenken te aanvaarden.’ Gerstle moet vaststellen dat Trump die normen al te gemakkelijk aan de kant heeft kunnen schuiven. ‘De kracht van het Amerikaanse systeem was altijd dat het sterker was dan de kandidaten: als we de verkeerde kandidaat kozen, kregen we de kans om het vier jaar later recht te zetten. Als Trump een tweede keer verkozen raakt, weet ik niet of we die kans nog krijgen.’

Minderheden

Natuurlijk zijn de Verenigde Staten – vooralsnog – geen dictatuur of autoritair systeem. De vrijheid van meningsuiting is er in vele opzichten groter dan in Europa. Er zijn tal van kritische media die zonder belemmering wantoestanden aan de kaak stellen, er is een onafhankelijke rechtsgang, ondernemers krijgen er alle kansen. Maar tegelijk is het belangrijk om in gedachten te houden dat Amerika eigenlijk een jonge democratie is. Tot de Voting Rights Act van 1965 hadden veel zwarten in de zuidelijke staten geen stemrecht. ‘Ook vandaag is algemeen stemrecht in sommige staten geen vanzelfsprekendheid’, benadrukt Nancy Abudu, adjunct-directeur juridische zaken van het Southern Poverty Law Center. ‘Amerika is nog steeds op weg om een democratie te worden. We zijn er nog lang niet.’

In veel zuidelijke staten bestaat de neiging om minderheden weg te houden van het stemhokje, stelt Abudu. ‘Het gebeurt op verschillende manieren. In die staten is het de gewoonte dat mensen die ooit een veroordeling hebben opgelopen hun stemrecht verliezen. Dat staat nergens in de Grondwet, maar toch blijven ze die ongeschreven regel toepassen. Omdat zij oververtegenwoordigd zijn in de misdaadstatistieken treft zo’n maatregel vooral zwarten, en die stemmen doorgaans voor de Democraten.’

Ook de manier waarop de verkiezing georganiseerd wordt, maakt het moeilijker voor zwarten om te stemmen, legt Abudu uit. ‘Veel staten maken het lastig om op voorhand te stemmen. In bepaalde districten zijn er veel te weinig stembureaus, waardoor je soms uren in de rij moet staan om je stem uit te brengen. Niet iedereen heeft dat ervoor over. Bovendien vallen verkiezingen in Amerika steevast op een werkdag. Ook daardoor is het voor zwarten of latino’s, die vaak in shifts werken en moeilijke uren hebben, lastiger om te stemmen.’ Het is opmerkelijk in welke mate de Republikeinse Partij openlijk uitkomt voor haar strategie om minderheden het stemmen te belemmeren. Een Democratisch wetsvoorstel om van verkiezingsdag een betaalde vakantiedag te maken noemde Mitch McConnell, de Republikeinse leider in de Senaat, vorig jaar nog een ‘Democratische machtsgreep’.

Maar ook het Amerikaanse kiessysteem zelf heeft een groeiend democratisch deficit. Het Kiescollege, waarnaar elke staat op basis van zijn inwonertal een aantal kiesmannen afvaardigt, geeft een zwaarder gewicht aan de kleinere, rurale staten, waar de Republikeinen sterk staan. Daardoor is het niet noodzakelijk de kandidaat met de meeste stemmen die president wordt. Zowel Hillary Clinton in 2016 als Al Gore in 2000 won die zogenaamde popular vote, maar verloor toch de verkiezing. Het onevenwicht is nog groter in de Senaat, waar elke staat twee senatoren mag afvaardigen. 70 procent van de senatoren wordt verkozen door ongeveer 30 procent van de Amerikanen. ‘De Senaat is een Republikeins blokkeringsinstrument geworden om aan machtspolitiek te doen’, zegt Gerstle.

Bovendien is er nog de kwestie van het Hooggerechtshof. Sinds de benoeming van de conservatieve Amy Coney Barrett heeft het Hof een duidelijke conservatieve meerderheid. Het is dus mogelijk dat het Hof tal van progressieve wetten – wat betreft abortusrechten en de ziekteverzekering bijvoorbeeld – zal tegenhouden. Tegelijk is het Hooggerechtshof een van de weinige instellingen waarin een meerderheid van de Amerikanen het vertrouwen blijft behouden. ‘Amerika is in essentie geen democratische, maar een wettelijke constructie’, zegt Amerikakenner Ken Kennard. ‘Alles in Amerika staat in het teken van de wet. Wetteksten waren de enige manier waarop de staten ooit verenigd konden worden. De dag dat de Grondwet wordt afgeschaft, breekt in Amerika de pleuris uit.’

Veel aanhangers van Trump hebben een emotionele band met hun president én zijn zwaarbewapend.
Veel aanhangers van Trump hebben een emotionele band met hun president én zijn zwaarbewapend.© Gettyimages

Tegelijk staat nergens in de Grondwet hoeveel rechters het Hooggerechtshof mag tellen. Als de Democraten een meerderheid in de Senaat verwerven, zou Joe Biden dus extra rechters kunnen benoemen, om het Hof opnieuw een progressieve meerderheid te geven. Biden zwijgt voorlopig in alle talen over eventuele plannen om aan court packing te doen. Aan die strategie zijn duidelijke risico’s verbonden. ‘De Democraten zouden daar sowieso een politieke prijs voor betalen’, waarschuwt Charles Lipson, emeritus professor politieke wetenschappen aan de University of Chicago. ‘Het zou ertoe leiden dat elke president voortaan nieuwe rechters in het Hof zou benoemen, zodat zijn partij altijd een meerderheid heeft. Dat zou een kwalijke evolutie zijn die de legitimiteit van het Hof ondergraaft.’ Lipson wijst erop dat Biden niet eens zover hoeft te gaan om het Hof naar zijn wil te buigen. Hij verwijst naar Franklin Delano Roosevelt, de laatste president die een poging ondernam om het Hof uit te breiden, maar die plannen niet doorzette. ‘In zekere zin werken dreigementen in de politiek beter als je ze niet uitvoert’, aldus Lipson. ‘Na Roosevelts dreigement om het Hof uit te breiden, heeft het Hooggerechtshof nooit meer een wet van hem tegengehouden.’

Ook Claire Potter, professor politieke geschiedenis en voormalig adviseur voor de campagne van de Democratische kandidate Elizabeth Warren, ziet geen heil in court packing. ‘De Democraten hebben de kwalijke gewoonte aangenomen om sociale verwezenlijkingen via de rechtbanken af te dwingen. Maar als je echt wilt opkomen voor bijvoorbeeld abortusrechten, kun je dat alleen door verkiezingen te winnen. De neiging van de Democraten om altijd via de rechtbank te gaan, speelt de Republikeinen in de kaart.’

Intimidatie

Maar Trumps meest verontrustende offensief is de manier waarop hij de stembusgang zelf aanvalt. Al maanden beweert hij dat de verkiezingen op massale schaal vervalst zullen worden en waarschuwt hij dat hij een eventuele nederlaag niet zal aanvaarden. ‘Donald Trump is de eerste presidentskandidaat die geen vreedzame machtsoverdracht wil garanderen’, zegt Robert Rowland, professor politieke retoriek aan de University of Kansas. ‘Hij spreekt en handelt als een autocraat.’

Zelfs als Biden de verkiezingen wint, is het dus verre van zeker dat Trump zich daarbij neer zal leggen. Dat is uiterst verontrustend, omdat zijn aanhangers een emotionele band hebben met hun president én vaak zwaarbewapend zijn. Bovendien is Trump de eerste president in de Amerikaanse geschiedenis die openlijk zijn appreciatie uitspreekt voor groeperingen van blanke racisten. Toen in augustus 2017 verschillende extreemrechtse milities samenkwamen in Charlottesville, zag Trump ‘fine people’ onder de betogers, ook wanneer die getooid met hakenkruisen en Ku Klux Klansymbolen door het stadje paradeerden. Tijdens het eerste verkiezingsdebat met Biden weigerde Trump afstand te nemen van de Proud Boys, een extremistische en fascistische groepering die politiek geweld verheerlijkt. Begin oktober verijdelde de FBI een complot van blanke supremacisten om Gretchen Whitmer te ontvoeren, de Democratische gouverneur van Michigan. Het weerhield Trump er niet van om zijn achterban tijdens een bijeenkomst in Michigan verder aan te vuren om Whitmer ‘onder druk te zetten’.

De Trumpcampagne lanceerde ook meerdere oproepen om aanhangers als ‘verkiezingsobservatoren’ naar de kiesbureaus te sturen. ‘In veel staten kan elke burger het stemrecht van een andere burger betwisten’, zegt Nancy Abudu. ‘In de steden zullen dergelijke dreigementen misschien weinig effect hebben. Maar als je zwart bent en je leeft in een rurale gemeenschap met zwaarbewapende blanke supremacisten, is zo’n dreigement een serieuze overweging om niet te gaan stemmen. Samen met andere organisaties zijn we nu verschillende noodplannen aan het uittekenen om eventuele intimidatiemanoeuvres tegen te gaan.’

Het is verre van zeker dat de winnaar van de verkiezingen al op 3 november bekend zal zijn. Wat wel zeker is, is dat het mandaat van de president volgens de Grondwet eindigt op 20 januari, en de nieuwe president die dag moet worden beëdigd. Het is evenwel niet duidelijk wat er gebeurt als de uitslag dan nog niet vastligt. Wat als er twee kandidaten opdagen voor de inauguratie? ‘Het probleem is dat de Grondwet uitgaat van een vredevolle machtsoverdracht, maar een vredevolle overdracht niet voorschrijft’, merkt Lawrence Douglas, rechtsgeleerde aan Amherst College, op in zijn boek Donald Trump. Will He Go?

Dat is de diepe ironie van deze verkiezing. Linkse Amerikanen rekenen tegenwoordig op het leger om de democratie te vrijwaren.

Claire Potter (The New School for Social Reasearch)

Het lijkt een uitgemaakte zaak dat de verkiezingsuitslag gecontesteerd zal worden. In verschillende staten hebben Republikeinen nu al rechtszaken opgestart tegen de alternatieve manieren van stemmen, die door de coronacrisis werden uitgebreid. In mei benoemde Trump al een nieuwe baas bij de Amerikaanse post, die prompt besparingen doorvoerde. Daardoor bestaat het risico dat veel poststemmen pas laat geteld zullen worden. In sommige staten zou het weken kunnen duren voor de einduitslag bekend is. Als de verkiezing een nipte aangelegenheid wordt en veel poststemmen pas later worden geteld, kan dat Trump munitie geven om de uitslag van de verkiezingen aan te vechten. Als Trump erin slaagt om die poststemmen overtuigend weg te zetten als fraude, zijn er verschillende doemscenario’s mogelijk. ‘Hoe langer het duurt eer er een definitieve uitslag is, hoe gevaarlijker het wordt’, benadrukt Gerstle.

Een verkiezingsuitslag kan enkel op staatsniveau aangevochten worden. Een plaatselijke rechtbank moet zich daar dan over uitspreken, maar uiteindelijk krijgt het Hooggerechtshof het laatste woord. Het is verre van zeker dat de conservatieve rechters automatisch Trump zullen steunen. Maar tegelijk leert de geschiedenis dat opperrechters niet ongevoelig zijn voor hun politieke broodheren. Toen bij de verkiezingen van 2000 het Hooggerechtshof uitspraak deed over de uitslag in Florida, steunden de conservatieve rechters George W. Bush, en de progressieve rechters Al Gore.

President Pelosi?

In 2000 was het Al Gore die de overwinning van Bush legitimeerde, door zijn verlies te erkennen. Het valt te betwijfelen of Trump zich even gracieus zal tonen. Bovendien speelt de tijd in Trumps voordeel. De Grondwet voorziet immers in enkele strikte deadlines. Uiterlijk op 14 december moeten de 538 kiesmannen van het Kiescollege hun stem uitbrengen. Daarvoor moeten ze op 8 december weten welke kandidaat hun staat gewonnen heeft. Trump zou dus kunnen proberen om via de rechtbank het tellen van de poststemmen zo lang uit te stellen dat ze niet bijtijds geteld raken.

Douglas schetst ook het scenario waarbij een swing state een Democratische gouverneur en een Republikeins parlement krijgt, die ieder een eigen winnaar aanwijzen. Het is niet duidelijk wie van beide in dat geval de doorslag geeft. Wellicht moet het nieuwverkozen Huis van Afgevaardigden in Washington – dat vermoedelijk een Democratische meerderheid zal hebben – dan beslissen over de uitslag. In het onwaarschijnlijke geval dat er op 20 januari geen winnaar is aangewezen, wordt Nancy Pelosi, de voorzitster van het Huis van Afgevaardigden, aangesteld als president.

Maar zelfs als Biden met een straat voorsprong wint, of het Hooggerechtshof de overwinning toewijst aan Biden, bestaat nog de mogelijkheid dat Trump zal weigeren op te stappen. Voor dat scenario heeft het Amerikaanse systeem eigenlijk geen duidelijke procedure. ‘Vermoedelijk moet de minister van Justitie de president dan uit zijn functie zetten’, zegt Gary Gerstle. ‘Het is niet duidelijk of William Barr bereid zal zijn om dat te doen. Barr heeft zich een trouwe bondgenoot van de president getoond, die zich meer als zijn persoonlijke advocaat gedraagt dan als een beschermheer van de eerlijke rechtsgang.’ Als Barr niet bereid zou zijn om zich tegen Trump te keren, rijst de vraag of het Amerikaanse leger zal ingrijpen. ‘Dat is de diepe ironie van deze verkiezing’, aldus Potter. ‘Linkse Amerikanen rekenen tegenwoordig op het leger om de democratie te vrijwaren.’

In gelijk welk scenario hangt veel af van hoe de Republikeinse Partij op een eventuele contestatie zal reageren. Zullen de Republikeinen Trump steunen in zijn verzet, zelfs als hij duidelijk verloren heeft? Veel Republikeinse toppers hebben een hekel aan hun president. En toch leek het partijestablishment de voorbije vier jaar bereid om alles van Trump te tolereren. Komt daar nu verandering in? Hebben de Republikeinen ondertussen hun bekomst van Trump, en vinden ze het voortbestaan van het Amerikaanse democratische systeem belangrijker? Of zullen ze Trump ook bij een regelrechte machtsgreep steunen?

Amerika lijkt aan de vooravond van zijn 59e presidentsverkiezing verdeelder dan ooit. Zelfs als Joe Biden overtuigend wint, lijkt het bijna onbegonnen werk om het land weer onder één vlag te verenigen. Toch ziet Robert Rowland ook reden tot optimisme. ‘We zijn vooral gepolariseerd als het over labels gaat’, zegt hij. ‘Republikeinse kiezers moeten niet weten van Obamacare. Maar als je ze vraagt naar wat ze vinden van de Affordable Care Act, zonder de term Obamacare te vermelden, zijn de meeste Republikeinen vóór. Op het niveau van de staten werken Republikeinen en Democraten wel vaak samen. Zodra de Trumpjaren voorbij zijn, is er wel degelijk een basis voor een meer pragmatische stijl van beleid voeren.’

Partner Content