Na aanhoudend protest Iran: ‘Washington wil daar nu geen revolutie’
De demonstranten in Iran willen niets minder dan een regimewissel, zegt expert Saeed Ghasseminejad (40). ‘Of ze slagen, zullen we moeten afwachten, maar de kansen zijn groter dan ooit.’
Sinds de begrafenis op 16 september van Mahsa Amini (22) is de rust in Iran niet meer teruggekeerd. De in Noorwegen gevestigde ngo Iran Human Rights gewaagde afgelopen weekend van minstens 133 doden. De Verenigde Naties riepen de Iraanse autoriteiten op om geen geweld te gebruiken tegen de eigen burgers. En in 150 steden wereldwijd werd gedemonstreerd uit sympathie met de Iraanse betogers. Het internet in Iran werd ondertussen platgelegd en het telefoonverkeer is verstoord. Maar de protesten houden aan. Er worden talloze arrestaties verricht en de veiligheidstroepen schieten met scherp.
Wat begon als een uitbarsting van woede nadat een jonge vrouw was gestorven omdat ze haar hoofddoek ‘niet correct’ droeg, mondde uit in protesten tegen het regime. ‘Wat me het meest verwondert,’ stelt de in 2008 uit Iran vertrokken onderzoeker Saeed Ghasseminejad, ‘is dat het regime niet in staat lijkt om de protesten neer te slaan. Aanvankelijk dachten we dat werd gewacht tot president Ebrahim Raisi was teruggekeerd van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York – bloedige repressie met duizenden doden is altijd kwalijke pr op een internationale top. Bij zijn terugkomst zaterdag deed de president inderdaad een oproep om fors op te treden, maar dat is om onbekende redenen nog niet gebeurd.’
De demonstranten overstijgen afkomst, klasse, leeftijd en regio.
Er circuleren video’s van overgelopen veiligheidsagenten, filmpjes waarin de politiecommissaris van Teheran zijn manschappen moet smeken om ‘te doen wat nodig is’ en verklaringen van het hoofd van de rechterlijke macht dat het veiligheidsapparaat ‘al dagen niet heeft geslapen’. Is Teheran niet in staat om zulke wijd verspreide protesten de kop in te drukken? Ghasseminejad: ‘Wat alvast opvalt, is de bereidheid van de demonstranten om zichzelf te verdedigen. Dit is geen impulsief verzet, maar een geplande poging om het regime ten val te brengen. Uit alle voorgaande protestgolven werden lessen getrokken. Het geweld escaleert, dat weten de demonstranten. In 2019 vielen naar schatting 1500 doden, ze zijn nu voorbereid en gaan ook vaker zelf in de aanval tegen de veiligheidstroepen.’
Ghasseminejad is sinds 2014 verbonden aan de onafhankelijke Foundation for the Defense of Democraties (FDD) in Washington. Als jongeman van 21 werd hij gearresteerd tijdens de golf van protesten in 2003. Maanden van eenzame opsluiting volgden, alsook een tweejarige uitgestelde celstraf. In 2008 kon hij studeren in Parijs. De afgelopen tien jaar deed Ghasseminejad in de VS onderzoek naar de protestbewegingen in zijn geboorteland. In zijn in 2020 in International Affairs gepubliceerde research Evolution towards Revolution vergelijkt hij vier golven van protesten tussen 1999 en 2019.
Wat waren de belangrijkste conclusies?
SAEED GHASSEMINEJAD: Het ging van kritiek op het regime en pogingen om het van binnenuit te hervormen naar een strijd voor regimewissel vanaf 2017. De Groene Beweging van 2009 werd nog geleid door individuen uit het establishment, die zich in bochten wrongen om duidelijk te maken dat ze geen revolutie wilden. De demonstranten distantieerden zich uiteindelijk van hen en alle volgende protestgolven waren leidersloos.
In 2009 zagen we voor het eerst ook protest tegen het buitenlandse beleid van Iran. In 2017 scandeerden mensen ‘Vertrek uit Syrië, denk aan ons.’ En bij de protesten na het per vergissing neerschieten van een burgervliegtuig van Ukrainian Airlines in januari 2020 – met 176 doden tot gevolg – was de leuze: ‘Onze vijand is hier, het is een leugen dat het de VS is.’
Tegelijk valt op dat de protestgolven elkaar steeds sneller opvolgen. Het ging van tien jaar (1999-2009) naar acht en vervolgens waren er jaarlijks protesten (2017-2018, 2019, 2020). De laatste golf is geleden van mei.
Wie zijn de demonstranten?
GHASSEMINEJAD: Er is een interessante verschuiving merkbaar. In de jaren 1990 kwamen de studenten op straat. In 2009 demonstreerde de stedelijke middenklasse, met veel vrouwen en hoogopgeleiden, professoren, advocaten en dokters. Zij hadden politieke eisen en protesteerden tegen inbreuken op de vrijheid, zoals het sluiten van onafhankelijke persorganen. De bazaarhandelaren, winkeliers en arbeiders waren toen afwezig. Hen zagen we wél in ’17-’18 en ’19, bij de protesten tegen de gestegen voedsel- en brandstofprijzen. Wat bij deze nieuwe protestgolf opvalt, is de versmelting van al die groepen. De demonstranten overstijgen afkomst, klasse, leeftijd en regio.
We vrezen voor een bloedbad, al zal dat niet het einde zijn van het protest.
Hoe valt zoiets te achterhalen?
GHASSEMINEJAD: Je ziet het aan de plaatsen waar de protesten zich voordoen. Die van de middenklasse concentreren zich altijd in de grote steden, de economisch geïnspireerde demonstraties hadden in de veel armere buitenwijken plaats en in de kleinere steden. Nu doen ze zich overal tegelijk voor. De trigger kan politiek, sociaal, economisch of zelfs religieus zijn, maar wat de protesten voedt, is een afkeer voor het regime. Je ziet het ook aan de slogans: het begint altijd erg specifiek, zoals nu met ‘Vrouw, leven, vrijheid’ maar het evolueert al snel naar ‘Dood aan de dictator’ en ‘Onze schande is onze incompetente leider’, om maar een paar populaire slogans te noemen.
De problemen begonnen met de in juli aangekondigde striktere handhaving van de hidjab-regels. Raisi’s veel gematigder voorganger, president Hassan Rouhani, sprong daar veel soepeler mee om. Is dit een dwaze zet van de overheid, die kan worden teruggedraaid?
GHASSEMINEJAD: Het is moeilijk om uit te leggen welke impact de zedenpolitie op de modale burger heeft. Ik ben ondertussen 14 jaar weg uit Iran en nog steeds voel ik de angst die ze inboezemt. Of je nu met je moeder, je zus, je vriendin of echtgenote over straat loopt, altijd weer voel je je onveilig. Ze kunnen je op elk ogenblik overvallen. Dat schept een permanent onbehagen.
De verplichte hidjab is meteen bij de revolutie van 1979 ingevoerd voor alle meisjes en vrouwen vanaf zeven jaar. Die regel versoepelen is moeilijk: hoe zou de Opperste Leider, ayatollah Ali Khamenei, dat moeten uitleggen?
In 43 jaar islamitische republiek hebben we géén enkele toegeving gezien. Het regime heeft zich hooguit bij bepaalde dingen neergelegd, omdat het vechten tegen de bierkaai was. Dingen zoals de smokkel van schotelantennes om naar buitenlandse zenders te kijken. Daar wordt niet langer repressief tegen opgetreden, maar het verbod geldt nog steeds.
Nooit eerder hebben zo veel vrouwen publiekelijk hun haren afgeknipt of hun hidjab verbrand. Is daarmee een psychologische barrière doorbroken?
GHASSEMINEJAD: Die acties hebben me niet zo verwonderd. Kijk naar de opiniepeilingen die de Iraans-Nederlandse academici van de stichting GAMAAN (Group for Analyzing and Measuring Attitudes in Iran) uitvoeren. Hun onderzoek onder 50.000 Iraniërs in 2020 wees uit dat 72 procent van de ondervraagden gekant was tegen de hidjab-verplichting. Ook zei 60 procent niet te bidden, en 68 procent was van mening dat de wetgeving geen religieuze voorschriften mag bevatten. 71 procent vond zelfs dat religieuze instellingen zelf voor hun financiering moeten zorgen.
Een meerderheid van de Iraniërs wil een seculiere staat?
GHASSEMINEJAD: Het is altijd moeilijk om uit te maken hoe de kaarten reëel liggen, maar uit onderzoek van GAMAAN in februari van dit jaar onder zo’n 17.000 ondervraagden bleek dat 88 procent een democratisch politiek systeem als ‘redelijk goed’ of ‘zeer goed’ beschouwt. Twee derde vindt ‘een systeem dat wordt beheerst door religieuze wetgeving’ ‘redelijk slecht’ of ‘zeer slecht’. Dat is veelzeggend, toch?
Opvallend vaak duikt bij de protesten ook de slogan ‘Reza Shah, God zegene je ziel’ op, verwijzend naar de stichter van de Pahlavi-dynastie. Die bewonderaar van Atatürk wilde in de jaren 1920 radicale hervormingen en secularisatie, maar een democraat was hij niet. Hoe verklaart u zijn populariteit?
GHASSEMINEJAD: Die slogan dook in 2018 voor het eerst op en daarmee werd een enorm taboe doorbroken. Reza Shah is vooral bekend om zijn aversie voor de clerus. Daarom is hij zo populair, hij is de antithese van het islamitische regime. In 2019 riepen de demonstranten zijn kleinzoon, die in ballingschap leeft, op om terug te keren.
Zijn de Iraniërs de gruwelijke praktijken van de geheime politie van de laatste sjah vergeten?
GHASSEMINEJAD: Er was weinig politieke vrijheid, dat is waar, maar de burger had wel veel meer vrijheden dan nu. Mensen konden hun dagelijkse leven leiden zoals ze dat zelf wilden. Wat ze droegen, of ze baden, alcohol dronken, wat ze met hun liefje uithaalden – dat was hun eigen zaak. Dat is al 43 jaar niet meer het geval. Kijk bovendien naar het bruto binnenlands product per capita: dat is nog steeds lager dan in 1978. De modale Iraniër is veel armer dan toen en leeft in een land dat behandeld wordt als een internationale paria. Kon je toen zonder visum naar de helft van de wereld reizen, nu zijn we nergens meer welkom.
De verwijzingen naar Reza Shah geven aan dat mensen in de vergelijking tussen het leven voor en na de revolutie oordelen dat het vroeger beter was. Naar een dergelijke tijd willen ze terug. Met andere woorden: het is de ultieme verwerping van de revolutie van ’79.
Hoe zal het nu verder evolueren?
GHASSEMINEJAD: We vrezen voor een bloedbad, al zal dat niet het einde zijn van het protest. Wel integendeel. Een repressieve aanpak werkt alleen als je iedereen kunt elimineren. In het andere geval vergroot je juist de groep van mensen die in de toekomst actief zal proberen om het regime ten val te brengen, omdat ze zelf vrienden of dierbaren zijn verloren.
Wat is de machtsbasis van het regime?
GHASSEMINEJAD: Ayatollah Khomeini verklaarde in de begindagen dat het islamitische regime bedoeld was om de mostazafin te helpen, een religieus concept van ‘onderdrukten’. In de jaren tachtig waren dat dus erg gelovige, arme mensen. Die revolutionairen van het eerste uur hebben de vruchten van hun loyauteit geplukt: hun kinderen en kleinkinderen klommen op in de rangen van de bureaucratie en verwierven de controle over belangrijke segmenten van de economie. Zij zijn al lang geen ‘onderdrukten’ meer. De huidige armen zagen we in 2017 demonstreren. Ayatollah Khamenei stelde het niet zo lang geleden overigens helder: de echte mostazafin, zo zei hij, zijn de Basij, de paramilitaire militie die Khomeini destijds oprichtte en die nu een belangrijk onderdeel vormt van het repressieapparaat.
Er is geen reden om tegenover Iran geen vergelijkbare houding aan te nemen als tegenover Rusland.
Kan het Westen de demonstranten helpen?
GHASSEMINEJAD: Het komt er vooral op aan geen centen te geven aan een regime dat de eigen bevolking onderdrukt en zowel in Syrië, Libanon, Irak, Jemen als Palestina voor dictatuur, bloedvergieten, armoede en misère zorgde. Experts zijn het erover eens dat de nucleaire deal er hooguit voor zal zorgen dat Teheran later kernwapens verwerft. Dat het ervan zal komen, betwijfelt niemand. Waarom zou je het regime dan fortuinen betalen?
Tegelijk moet Teheran internationaal worden geïsoleerd. Als andermaal blijkt dat het regime terroristen naar Europa heeft gestuurd om dissidenten te laten vermoorden – wat sinds 1979 meer dan tien keer is gebeurd – is dat dan geen reden om de Iraanse ambassadeur naar huis te sturen? Bovendien studeren tal van kinderen van kopstukken van het regime in het Westen: je zou die het land uit kunnen zetten. Ook kan het Westen helpen met het omzeilen van de internetblokkade.
En vergis u niet: de VS en tal van andere landen hebben een gigantisch inlichtingenapparaat in Iran, ze weten precies wat er gebeurt. Die informatie, over de zwakke schakels in het repressieapparaat bijvoorbeeld, zouden ze met de demonstranten kunnen delen. In dat opzicht is de hulp die ze nu verlenen aan Oekraïne een goed voorbeeld. Maar er gebeurt niets.
Waarom niet?
GHASSEMINEJAD: De regering van president Joe Biden heeft alleen oog voor de nucleaire deal. Er komen in de VS tussentijdse verkiezingen aan. Washington wil niet dat er nu iets gebeurt. Bovendien zijn de olieprijzen gigantisch gestegen en wordt gehoopt op 800.000 vaten ruwe olie uit Iran. Nochtans zouden de VS en Europa moeten beseffen dat het loont om tegenwicht te bieden tegen autocratische regimes. Dat zien we met Poetin en Oekraïne. Er is geen reden om geen vergelijkbare houding aan te nemen tegenover Iran.
Ook wat betreft Noord-Korea gaat alle aandacht naar de nucleaire kwestie, in plaats van naar de mensenrechtenschendingen die er plaatsvinden.
GHASSEMINEJAD: Juist, maar Noord-Korea is een geïsoleerd land, terwijl Iran een regionale supermacht is die het hele Midden-Oosten destabiliseert. De consequenties zijn dus veel verregaander.
Volgens geruchten is de Opperste Leider ayatollah Ali Khamenei ernstig ziek en probeert zijn oudste zoon hem op te volgen. Kan dat voor een koerswijziging zorgen?
GHASSEMINEJAD: Dat Mojtaba Khamenei zijn vader poogt op te volgen, is best begrijpelijk. Kijk naar wat er met Ahmad Khomeini is gebeurd. Net zoals Mojtaba was hij de rechterhand van zijn vader, maar na diens dood werd hij vermoord. Je vader als Opperste Leider opvolgen is een manier om dat lot te ontlopen. Zeker voor een man als Mojtaba, die in de voorbije jaren veel vijanden heeft gemaakt. Of hij daarin slaagt, is overigens lang niet zeker. Het is erg lastig om uit te vissen wat er achter de schermen gebeurt. Het enige wat vaststaat, is dat de achterban van het regime almaar slinkt.
Zou het regime een deel van de bevolking voor zich kunnen terugwinnen met meer economische welvaart?
GHASSEMINEJAD: Wellicht wel, maar ik zie het niet gebeuren. De problemen zijn structureel en systemisch. Zowel van de gewezen presidenten Rafsanjani, Khatami als Rouhani werd verwacht dat ze de economie zouden privatiseren en liberaliseren. Dat is niet gebeurd, wel integendeel: steeds meer segmenten die in handen waren van de uitvoerende macht, werden overgeheveld naar het leger en de Opperste Leider en zijn kringen.
Iran heeft ook niet de economische positie van China: de te verdelen koek is niet zo gigantisch. Bovendien zie ik niet hoe je een gezonde economische basis zou verkrijgen als je ondertussen fortuinen uitgeeft aan de steun voor het internationale terrorisme en de verwoesting van alle omringende landen.
Saeed Ghasseminejad
1982: geboren in Iran als zoon van een ingenieur
2003: is bezig met ingenieursstudie aan de universiteit van Teheran als hij wordt gearresteerd tijdens een protestgolf. Hij wordt veroordeeld tot twee jaar cel met uitstel
2008: zet in Parijs zijn ingenieursstudie verder en studeert vervolgens financiële wetenschappen
2010: studeert in Leuven
2012: verhuist naar New York, zet daar zijn financiële studie verder
2014- : verbonden aan de Foundation for the Defense of Democraties in Washington
2020: Evolution towards Revolution, gepubliceerd in International Affairs, een publicatie van Columbia University
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier