Wael Al-Dahdouh, de man die plots het nieuws werd, is nu zelf verwond
Op 25 oktober werd de man die het nieuws brengt plots zelf het nieuws, toen hij live op televisie vernam dat zijn vrouw, zoon en dochter door een luchtbombardement waren gedood. Vrijdag werd hij zelf gewond. Dit is het verhaal van Wael Al-Dahdouh, het raam op Gaza in de Arabische wereld.
UPDATE Nu zelf verwond
We herpubliceren ongewijzigd het artikel dat oorspronkelijk op 9 december verscheen. Dat doen we naar aanleiding van de verwonding van Wael Al-Dahdouh en zijn cameraman Samer Abudaqa. Volgens hun werkgever Al Jazeera raakten ze vrijdag gewond bij een Israëlische raketinslag, toen ze verslag uitbrachten over een bombardement op een school in Khan Younis. Wael Al-Dahdouh werd getroffen door granaatscherven in de arm, zijn cameraman verkeert volgens Al Jazeera in kritieke toestand. Het duurde een hele poos en er was een speciale toestemming van Israël nodig vooraleer de twee naar een ziekenhuis konden worden overgebracht.
Wanneer Abdisalam Farah die avond zijn publiek toespreekt, trilt zijn stem. Het anders zo onverstoorbare nieuwsanker kan zijn tranen nauwelijks bedwingen. Hij deelt de kijkers mee dat Wael Al-Dahdouh, Al Jazeera’s trouwste verslaggever in de Gazastrook, zonet vrouw, zoon en dochter verloren heeft bij een Israëlisch luchtbombardement.
De beelden die die avond de Arabische wereld rondgaan, snijden door de ziel. Omstuwd door collega-journalisten is te zien hoe Al-Dahdouh in het ziekenhuis op zoek gaat naar de lichamen van zijn vrouw en kinderen. Zichtbaar aangeslagen draagt hij het bebloede lichaam van zijn eenjarige kleinzoon Adam een ambulance binnen, nadat hij hem eerst met blote handen van onder het puin heeft gehaald. In het ziekenhuis knielt hij naast het levenloze lichaam van zijn vijftienjarige zoon Mahmoud, die er zo van droomde om ook journalist te worden. Later op de avond toont Al Jazeera hoe Al-Dahdouh het levenloze lichaam van zijn zevenjarige dochter Sham draagt. De man die in andere omstandigheden zo rustig en beheerst zijn publiek op de hoogte brengt van de situatie, verliest voor een enkel ogenblik zijn onverstoorbaarheid. ‘Ze straffen ons via onze kinderen’, snikt hij.
In de Arabische wereld is Al-Dahdouh dé stem van Gaza, die sinds 2004 ijzig kalm verslag doet voor Al Jazeera, het populairste Arabischsprekende televisienet. Het is voor Arabischtalige kijkers een deprimerend herkenbaar beeld dat zich om de zoveel jaar herhaalt: Wael Al-Dahdouh die met helm, kogelvrij vest en microfoon in de hand voor een hoop puin staat, in de camera kijkt en met rustige stem in volmaakt Arabisch zijn publiek een raam biedt op het leven van de doorsnee Gazaan.
Journalisten zijn een doelwit in deze oorlog. Het is een manier om ons het zwijgen op te leggen.
Tamer Almisshal, Al Jazeera
Gevangenis
Nochtans joeg de ondertussen 52-jarige Al-Dahdouh aanvankelijk een andere roeping na. Hij stamt uit een religieuze, welgestelde Gazaanse landbouwfamilie. In De mens achter de camera, een Al Jazeera-documentaire over het werk en leven van hun reporters in Gaza uit 2016, zijn beelden te zien van Al-Dahdouh die in een afgedragen zwart Adidas-trainingspak samen met tientallen familieleden in de olijfgaard van de familie werkt. ‘Dit land zit in mijn bloed’, vertelt een bezwete Al-Dahdouh wanneer hij neerzit voor het interview.
Als scholier heeft hij een veelbelovende carrière in het verschiet. Eind jaren tachtig heeft Al-Dahdouh een beurs om in Irak geneeskunde te studeren. Maar hij kiest een andere weg. In 1987, zijn laatste schooljaar, begint de Eerste Intifada. Het is een algehele Palestijnse opstand die ontstaat in Gaza, uit protest tegen de economische achterstelling en de frustratie over de controle die Israël over de Palestijnse gebieden uitoefent. Al-Dahdouh is een van de duizenden Palestijnse jongeren die mee revolteren. Vier dagen voordat hij naar Irak zou afreizen om aan zijn studie te beginnen, wordt hij gearresteerd en gevangengezet. Het is niet duidelijk waarvan hij wordt beschuldigd. Volgens Israëlische bronnen wordt hij veroordeeld voor lidmaatschap van de terreurbeweging Islamitische Jihad. Bij Al Jazeera kon bij het ter perse gaan niemand specificeren waarom Al-Dahdouh gearresteerd werd.
De jaren in de cel blijken wel levensbepalend. ‘Ik heb veel gehad aan mijn tijd in de gevangenis’, vertelt hij in 2016. ‘De gevangenis kan een paradijs zijn als de gevangene zijn tijd goed gebruikt. Het zorgt ervoor dat Israël zijn doelen niet bereikt wanneer het ons opsluit.’ Na zijn vrijlating in 1993 gaat hij journalistiek studeren. In 1998 kan hij beginnen bij Al-Quds, de grootste krant in de Palestijnse gebieden en in 2004 gaat hij naar het net opgerichte Al Jazeera. Bij de talloze opflakkeringen in het conflict zit Al-Dahdouh het nieuws op de hielen. Collega’s roemen hem voor zijn onvermoeibare inzet en beroepsernst. Een hele generatie jonge Palestijnse journalisten leert bij hem het vak.
Ook de Palestijnse journalist Tamer Almisshal, die vandaag een succesvol onderzoeksprogramma op de Engelstalige versie van Al Jazeera presenteert, is vol lof wanneer hij over zijn collega praat. Van 2008 tot 2014 waren ze samen correspondent in Gaza en daar raakten ze innig bevriend. ‘Wael is de meest professionele journalist die ik ken’, vertelt Almisshal. Wanneer Hamas in 2007 aan de macht komt na de verkiezingen in Gaza, kondigen Israël en Egypte een permanente blokkade van de Gazastrook af. Door die blokkade is het voor Gazanen zo goed als onmogelijk om buiten Gaza te reizen. Maar in 2014 slagen Almisshal en Al-Dahdouh erin om samen de Gazastrook te verlaten. Almisshal krijgt een aanbod om als presentator in Qatar aan de slag te gaan. Omdat het door de blokkade vaak jaren duurt vooraleer Gazanen kunnen uitreizen, besluit hij niet terug te keren. Al-Dahdouh slaat elk aanbod af. ‘Wael wilde absoluut terugkeren. Hij dacht er niet aan zijn geboortestad te verlaten.’ Het zal tot augustus van dit jaar duren voordat Al-Dahdouh nog eens Gaza uit raakt, voor een reportage over de hadj, de jaarlijkse pelgrimstocht naar Mekka.
Geen propaganda
Zoals elke reporter in Gaza ontsnapte Al-Dahdouh al meermaals aan de dood. Op 22 oktober slaat tijdens een liveverslag enkele honderden meters verder een raket in op een appartementsgebouw. Na een pauze van een vijftiental seconden – de knal galmt na – schraapt Al-Dahdouh zijn keel en gaat hij onverstoord voort. ‘We stellen het goed, alhamdulillah (godzijdank). Onze verwondingen zijn te verwaarlozen, maar we voelden de hitte van de ontploffing en we werden door de druk bijna tegen de grond gegooid.’ Een dag later toont hij tijdens zijn verslag een stuk schrapnel ter grootte van zijn hand dat hem ei zo na miste.
Ook Dyab Abou Jahjah heeft bewondering voor de rust die Al-Dahdouh uitstraalt. ‘Hij is in zijn verslaggeving véél rustiger dan westerse journalisten’, zegt Abou Jahjah, Belgiës bekendste pro-Palestijnse activist en fervente kijker van Al Jazeera. ‘Zodra er in een westerse stad een bommetje ontploft halen media hier alle superlatieven boven. Maar hij houdt het strikt bij de feiten, ook nu verschillende leden van zijn familie vermoord zijn.’
Het valt niet te ontkennen dat de verslaggeving van Al-Dahdouh en Al Jazeera verschilt van de manier waarop het conflict in westerse landen wordt gebracht. Om te beginnen is de oorlog alomtegenwoordig: sinds de Hamas-aanval op Zuid-Israël bericht de Arabischtalige versie van Al Jazeera vrijwel alleen over de Israëlische aanvallen. Daarbij is Al Jazeera – net als zowat zijn volledige publiek – duidelijk Palestijnsgezind. Als geboren en getogen Gazaan noemt Wael Al-Dahdouh Israël ‘de bezetter’. Palestijnse slachtoffers worden steevast als ‘martelaars’ omschreven. Hij zal Hamas nooit een terreurbeweging noemen zoals westerse media dat doen. Tegelijk laat Al Jazeera ook woordvoerders van het Israëlische leger aan het woord. Die worden uiteraard strenger aan de tand gevoeld dan pakweg vertegenwoordigers van de Palestijnse Autoriteit of van Hamas.
Gerd Nonneman, professor internationale relaties aan de Georgetown University in Qatar, benadrukt dat Al Jazeera geen Qatarees propagandakanaal is. ‘Het is uiteraard zo dat de staf van de Arabischtalige tak van Al Jazeera dichter staat bij het Arabische publiek en persoonlijk betrokken is. Er zijn personeelsleden die sympathie koesteren voor groeperingen als de moslimbroederschap, maar er werken ook seculieren en christenen. Er zijn gevoeligheden, waarbij journalisten zich afvragen hoever ze kunnen gaan. Maar er komen geen bevelen van hogerhand.’
Journalisten die in de Arabische wereld aan de slag gaan, hebben de onbesproken werkgevers niet voor het uitkiezen. ‘Op een paar journalistieke initiatieven na zijn alle kranten en televisiezenders in het Midden-Oosten direct verbonden aan een overheid, een politieke partij of religieuze groepering’, zegt VRT-journalist Majd Khalifeh. ‘Je hebt geen VRT, waar je als journalist de vrijheid hebt om voluit kritisch te zijn. Vaak wacht je als journalist voor zo’n zender op een fax van het ministerie waarin staat waarover je moet schrijven. Bij Al Jazeera is dat niet het geval.’ Palestijnse journalisten hebben bovendien de extra uitdaging dat Hamas in Gaza een autoritair regime heeft opgetuigd zonder vrijheid van meningsuiting.
Gevaren als journalist
Daarnaast zijn er nog tal van problemen voor journalisten die vanuit Gaza verslag doen. ‘De technische uitdagingen zijn gigantisch’, zegt Abdullah Elshamy, de correspondent in Brussel voor Al Jazeera. ‘Alleen al elektriciteit is een enorm probleem: zelfs vóór deze oorlog waren er voortdurend black-outs. Je hebt dus generatoren nodig om elektriciteit op te wekken, maar die werken meestal op diesel, en die is ook niet altijd voorhanden. Het internetnetwerk in Gaza is behoorlijk traag, waardoor je je werk vaak moet onderbreken en je veel tijd verliest.’
Bovendien zijn Palestijnse journalisten niet zelden een doelwit voor het Israëlische leger. In 2021 wordt de toren waar de redactie van Al Jazeera gehuisvest is, vernietigd door een Israëlisch luchtbombardement. Volgens Israëlische bronnen werd het gebouw, waar overigens ook de redactie van persagentschap AP zat, door Hamas voor militaire doelwitten gebruikt. Bij de aanval verliest Al-Dahdouhs team het grootste deel van zijn apparatuur. Na een waarschuwing van het Israëlische leger hebben hij en zijn collega’s slechts 45 minuten de tijd om de meest waardevolle spullen mee te nemen en zichzelf in veiligheid te brengen. ‘De toren is vernietigd’, meldt Al-Dahdouh kort na het bombardement aan zijn publiek, terwijl hij eens te meer naast een puinhoop staat.
Een jaar na de vernietiging van het redactiegebouw vindt Al Jazeera opnieuw onderdak. Maar dan wordt de zender door een nieuwe tragedie getroffen. Op 11 mei 2022 wordt Shireen Abu Akleh door een Israëlische soldaat doodgeschoten terwijl ze verslag doet van Israëlische militaire acties rond het vluchtelingenkamp in Jenin op de Westelijke Jordaanoever. Abu Akleh was de absolute ster van Al Jazeera op de Westelijke Jordaanoever, een ervaren journaliste met een onberispelijke staat van dienst. Ze droeg duidelijk tekenen die haar als journaliste identificeerden. Het Israëlische leger ontkende aanvankelijk dat het Abu Akleh had vermoord, maar moest enkele maanden later toegeven dat het toch verantwoordelijk was. De betrokken Israëlische soldaat kreeg geen sanctie. Het is de tweede ‘toren van de Palestijnse journalistiek’ die valt, aldus Al-Dahdouh.
Wanneer Israël in 2021 als vergelding voor raketaanvallen van Hamas elf dagen lang de Gazastrook bombardeert, wordt het huis geraakt naast de schuilplaats van de familie van Al-Dahdouh. Aan Al Jazeera vertelt hij dat zijn familie verspreid over verschillende huizen leeft ‘in de hoop dat sommigen van hen in leven blijven’. Ook bij het begin van de huidige oorlog neemt Al-Dahdouh zijn voorzorgen. Hij stuurt zijn familie – Wael en zijn vrouw Amna hebben acht kinderen tussen de 7 en 27 jaar – op weg, nadat het Israëlische leger op 13 oktober heeft aangekondigd dat de inwoners van Gaza 24 uur hebben om te vertrekken. Zelf blijft hij vanuit Gaza-stad verslag geven, zijn familie gaat naar het vluchtelingenkamp in Nuseirat in Centraal-Gaza, zijn vrouw, zoon, dochter en kleinzoon uiteindelijk zullen sterven. ‘Hij heeft er alles aan gedaan om zijn familie in veiligheid te brengen’, zegt Almisshal. ‘Het is wraakroepend dat Israël die kampen heeft beschoten nadat het gezegd had dat het er veilig zou zijn.’
De dag
25 oktober, vijf uur in de ochtend. Tamer Almisshal wordt gewekt door de telefoon. Aan de andere kant van de lijn hoort hij zijn ongeruste schoonvader. ‘Zijn huis was door een luchtbombardement beschadigd, en mijn schoonbroer was zwaargewond.’ Almisshal besluit Al-Dahdouh om een gunst te vragen: wil hij even naar het Al-Shifa-ziekenhuis gaan om te kijken hoe zijn schoonbroer eraan toe is? Al-Shifa is het grootste ziekenhuis van Gaza, dat op 15 november bestormd zal worden door het Israëlisch leger. ‘Hij liet meteen alles vallen’, vertelt Almisshal. ‘Nauwelijks een kwartier later belde hij me terug vanuit het ziekenhuis om te zeggen dat hij de toestand van mijn schoonbroer zou opvolgen. Hij heeft zijn live coverage drie uur lang onderbroken om bij mijn schoonbroer te blijven. Hij belde elke tien minuten om me op de hoogte te houden. Dat zegt alles over zijn generositeit.’
Ook die dag wacht het nieuws in Gaza op niemand. Na het bezoek aan het ziekenhuis spoedt Al-Dahdouh zich naar een gebouw enkele straten van het Al Jazeera-redactiegebouw, om verslag te doen van een bombardement waarbij een tiental mensen zijn omgekomen. Tijdens zijn liveverslag krijgt hij via Hisham Zaqout, een Al Jazeera-reporter die verslag doet vanuit Centraal-Gaza, te horen dat het huis waarin zijn familie verbleef werd geraakt door een luchtbombardement. Terwijl Al-Dahdouh op gevaar van eigen leven zuidwaarts snelt om zijn familie te zoeken, krijgt Almisshal het gevreesde telefoontje: Al-Dahdouhs vrouw, zoon, dochter en kleinkind zijn bij de aanval gedood. Wanneer hij op de Engelstalige en Arabische versie van Al Jazeera verschijnt om over de tragedie te praten, maakt Almisshal een boude voorspelling: ‘Binnen de paar uur staat Wael terug voor de camera. Wie denkt dat hij zich hierdoor de mond laat snoeren, snapt niet hoe hij in elkaar steekt. Dit is zijn missie.’
Naar islamitische traditie begraaft Al-Dahdouh de volgende dag al zijn familieleden. Op Al-Jazeera is te zien hoe hij omringd door vrienden en familieleden, het hoofd gebogen, rouwt naast de ondiepe graven waarin Gaza tegenwoordig zijn doden begraaft. ‘Diezelfde dag nog is hij teruggegaan naar het Al-Shifa-ziekenhuis om mijn schoonbroer op te zoeken’, vertelt Almisshal. ‘Om elf uur belde hij om me te melden dat mijn schoonbroer overleden was. Hij bood me – ondanks zijn eigen verdriet – zijn verontschuldigingen aan omdat hij niet meer wist wat te zeggen. Dat vertelt alles wat je over hem moet weten.’ Nauwelijks een dag later trekt Al-Dahdouh opnieuw zijn kogelvrij vest en zijn helm aan, en gaat hij aan de slag. ‘Journalistiek is geen job, maar een missie voor Wael’, zegt Elshani. ‘Het is de enige manier voor Palestijnen om hun verhaal met de wereld te delen.’
Geen keuze meer
Voor buitenstaanders lijkt het een bijna bovenmenselijke prestatie om na zo’n verlies de draad op te pikken. Naast die terechte bewondering is het natuurlijk zo dat journalisten in Gaza weinig keuze hebben. ‘We verliezen bijna elke dag een collega, vriend of familielid’, zegt Almisshal. ‘Onze satellietingenieur heeft op 31 oktober negentien familieleden verloren, onder wie zijn vader en zijn zussen. Bijna de volledige ploeg van Al Jazeera in Gaza is de voorbije maand dakloos geworden. Mijn collega’s in Gaza leven in tenten omdat onze huizen door Israël zijn vernietigd. Ook mijn eigen huis is ondertussen verwoest. Er is geen enkele plek veilig in Gaza, en iedereen is een doelwit. Onze reporters kúnnen niet ophouden met hierover te berichten, zelfs als we dat zouden willen.’
Volgens het Committee to Protect Journalists kwamen sinds het begin van de Israëlische aanval op Gaza al 57 Palestijnse journalisten en mediapersoneelsleden om het leven. ‘Journalisten zijn een doelwit in deze oorlog’, benadrukt Almisshal. ‘Het is een manier om ons het zwijgen op te leggen. Het Israëlische leger weet van wie de huizen zijn die het bombardeert. Dit was een manier om hem een boodschap te sturen. Het is een prijs die niemand ooit zou moeten betalen.’
‘Dat Wael doorgaat, is een boodschap van waardigheid’, besluit Almisshal. ‘Door verder te gaan, wil hij een voorbeeld zijn: ik ben journalist, en ik heb het recht om mijn job te doen. Ons professionalisme en onze geloofwaardigheid zijn de enige wapens die we hebben om ons te verdedigen.’