Vrije Tribune
‘Waarom zou een universiteit aan morele druk moeten weerstaan?’
‘Verklaren dat de universiteit weigert medeplichtig te zijn aan genocidaire politiek druist niet in tegen diversiteit en pluralisme, maar verdedigt die juist’, schrijven Matthias De Groof, Gert Van Hecken, Danya Nadar en Devanshi Saxena van de Universiteit Antwerpen. Ze reageren op een opiniestuk van Arnaud Szmalec (UCL) en Wouter Duyck (UGent), waarin gepleit werd voor neutraliteit ter bescherming van de diversiteit.
In order for me to write poetry that isn’t political I must listen to the birds. And in order to hear the birds the airplane must be silent. Marwan Makhoul (Palestijnse poëet)
Vorige week werden collega prof. dr. Refaat al-Areer en zijn gezin door Israël vermoord. Al-Areer was een van Gaza’s meest prominente schrijvers; als dichter en activist probeerde hij de stem van Gaza naar buiten toe te laten horen. Eerder, op 11 oktober, had Israël ook al zijn universiteit (Islamic University of Gaza) gebombardeerd.
Toch vinden professoren cognitieve psychologie Arnaud Szmalec (UCL) en Wouter Duyck (UGent) in Knack dat universiteiten geen standpunt mogen innemen, op gevaar van… het ondermijnen van de wetenschappelijke vrijheid en het fnuiken van de diversiteit van het denken.
Gelukkig dat deze professoren ons erop wijzen dat ‘gewetensvrijheid’ en ‘neutraliteit’ essentieel zijn voor het doceren en verwerven van fundamentele kennis. Dit impliceert volgens hen ook dat universiteiten geen collectieve standpunten kunnen innemen, en zich dus -in het geval van Israël-Palestina- niet mogen scharen achter oproepen zoals een open brief van meer dan 3.700 Vlaamse academici die bij de rectoren aandringt zich uit te spreken voor een staakt-het-vuren en het stopzetten van samenwerkingen met Israëlische instituten en organisaties die rechtstreeks of onrechtstreeks profiteren van de illegale bezetting van de Palestijnse gebieden via de internationale BDS (Boycott, Divestment, Sanctions) campagne.
Maar als het voortbestaan van de universiteit en haar ‘vrije’ denken afhangt van ‘gewetensvrijheid’ en ‘neutraliteit’, moeten we ons juist achter die BDS campagnes scharen. Onze universiteiten zijn duidelijk noch gewetensvol, noch ‘neutraal’, indien ze blijven samenwerken met (Israëlische) instituten of organisaties die direct of indirect betrokken zijn of ten dienste staan van een regering die etnische zuiveringen doorvoert, een apartheidsregime instelt, hospitalen, scholen en universiteiten (en de hele diversiteit van denken die zij vertegenwoordigen) bombardeert, en vrouwen, kinderen, en baby’s vermoordt.
Collectieve standpunten die onze universiteiten oproepen om BDS toe te passen, zijn niet tegengesteld aan de vrijheid van denken. Ze komen juist voort uit die vrijheid. Indien de universiteit bij uitstek het vrije denken moet vertegenwoordigen, zoals Szmalec en Duyck stellen, dan impliceert dit net de mogelijkheid van dergelijke onderbouwde statements en het in vraagstellen van bestaande samenwerkingen. Tenzij de auteurs de vrijheid om niet te durven denken zouden bedoelen?
Onze professoren citeren wetenschapsfilosoof Henri Poincaré om hun pleidooi tegen collectieve statements kracht bij te zetten. Het denken mag zich enkel aan de feiten onderwerpen, zo luidt een vaak geciteerd fragment van Poincaré, en niet aan een dogma, een partij, een passie…
Is een aanhoudend bombardement dat onschuldige burgers wegblaast en verpulvert geen feit? Is een genocide in wording (die per definitie diversiteit probeert uit te roeien) enkel wetenschapswaardig nadat ze uitgevoerd is? Is het ‘onvrij’ om met deze feiten in de hand een standpunt in te nemen? Sterker nog: tegenover deze onloochenbare feiten kan geen enkele universiteit die academische vrijheid hoog in het vaandel voert ontsnappen aan de eigen morele vraag over medeplichtigheid.
(Lees verder onder de preview.)
Het statement dat we van onze universiteiten verwachten, is éen waarin de universiteit zich via BDS engageert in het weigeren medeplichtig te zijn. Is het wél medeplichtig zijn immers geen onderwerping aan een “dogma, een partij of een belang”, met een retoriek van “neutraliteit” als eufemisme voor een behoud van status quo? Of zoals de Zuid-Afrikaanse bisschop Desmond Tutu in verband met de Westerse houding tegenover de apartheid zei: “Wie neutraal blijft in situaties van onrecht kiest de kant van de onderdrukker”.
Als universiteit een standpunt innemen betekent overigens niet dat de universiteit in een conflict ‘partij kiest’. Is een oproep tot een staakt-het-vuren en tot het respecteren van het humanitair recht en het stopzetten van geweld op burgers, hospitalen, scholen en universiteiten, moskeeën, … dan gelijk aan kiezen voor of tegen een van de strijdende partijen?
Onze professoren vinden het ook van het allergrootste belang dat de universiteit aan morele druk weerstaat. Maar waarom zou een universiteit dat moeten doen? Gewetensvrijheid betekent immers de vrijheid om naar het eigen morele kader te kunnen handelen, en dat gaat inderdaad vaak gepaard met druk. Bevat voor deze collega’s de wetenschappelijke vrijheid dan ook de vrijheid om immoreel te zijn?
Volgens Szmalec en Duyck kan de universiteit geen statement doen, omdat ze geen stem zou hebben. Hoezo: geen stem? De universiteit uit dagelijks haar stem. Binnen elke universiteit bestaan er tientallen procedures waarmee de universitaire gemeenschap maatschappelijke keuzes maakt en standpunten verwoordt, en de universiteit als zodanig bindt. Niet in het minst de ethische en morele principes waartoe de universiteit zich engageert bij het evalueren van projecten…
Denk ook aan engagementen betreffende diversiteit, inclusie, dekolonisatie, internationalisering… Universiteiten hébben een collectief waardenkader vastgelegd in visies, missies, ethische codes en mensenrechtentoetsen. Beslissingen worden genomen door personen die optreden als leden van een universiteitsbestuur die gemeenschappelijk tot een besluitvorming komen in alle mogelijke materies, in naam van de universiteit. Zij treden niet als individu op maar als representatief voor een geleding en begaan met een bestuursopdracht.
Er worden stelselmatig keuzes gemaakt met maatschappelijke impact, door keuzes voor leerprogramma’s en de inrichting van wetenschappelijke entiteiten, door positieve actie voor kansengelijkheid, sociale initiatieven die de eigen academische gemeenschap overstijgen, etc. Benoeming van professoren, disciplinaire procedures, goedkeuring van doctoraatsonderwerpen, selectie van samenwerkingsverbanden, onderzoeksprojecten en aanvaardbare financieringsbronnen, selectie van eredoctoraten…
De uitdrukking ‘honoris causa’ spreekt in dezen voor zich. Hoezo? De universiteit strijdt voor een zaak? Als we onze bezorgde professoren mogen geloven, begaat de universiteit een onvrijheid door te besluiten een persoon te eren die een bepaalde strijd heeft gestreden. Begaat de universiteit dan ook een fout als zij over dertig jaar besluit een eredoctoraat te verlenen aan iemand die vandaag strijdt voor de eerbiediging van de waardigheid van Palestijnen? Of moet worden uitgelegd dat het niet de ‘universiteit als zodanig’ was die deze eerbetuigingen uitsprak, maar een paar obscure individuen?
Verklaren dat de universiteit weigert medeplichtig te zijn aan genocidaire politiek druist niet in tegen diversiteit en pluralisme, maar verdedigt die juist. De professoren cognitieve psychologie schrijven: “Maar als er druk wordt gezet op het instituut dat het vrije denken belichaamt om een collectief standpunt in te nemen namens die studenten, verdwijnt het denken. En vernietigt de universiteit haar bestaansreden als veilige vrijplaats van de rede.”
Wij, integendeel, stellen: “Als leden van het instituut moeten we druk zetten, vanuit het vrije denken, bronnen, ervaring en expertise, om een collectief standpunt in te nemen tegen medeplichtigheid met gewetenloos handelen. Enkel zo behoudt de universiteit haar bestaansreden als veilige vrijplaats van de rede.”
De breed gedragen oproep tot de BDS volgt uit de fundamentele universitaire taken om de eigen academische waarden na te leven, de integriteit van haar wetenschappelijk onderzoek te bewaken en haar maatschappelijke dienstverlening in te vullen in haar internationale universiteitscontext.
Ja, de wetenschappelijke vrijheid wordt bedreigd. Maar niet door diegenen die oproepen tot BDS, maar wél wanneer geprobeerd wordt wetenschappers de mond te snoeren die – vanuit feiten en de gewetensvrijheid – kritiek uiten op ethno-nationale, theocratische, koloniale en genocidaire uitingen van de staat Israël.
Wat intimidatie en censuur betreft, hadden we gewenst dat Szmalec en Duyck ook aandacht hadden voor Poincaré’s bredere betoog. Enkele zinnen na het gebruikte citaat, stelt Poincaré immers: “Ook al zijn de brandstapels […] gedoofd, mensen worden nog steeds gestraft voor hun denken.” Wist hij veel dat deze nieuwe Nakba ook een brandoffer is waarin prof. dr. Refaat al-Areer en zovelen met hem het leven lieten.
(Lees verder onder het gedicht van Prof. dr. Refaat al-Areer.)
Laten we het laatste woord geven aan Edward Said, éen van de grootste Palestijnse intellectuelen. Hij schonk ons heel wat academische kennis en droeg enorm bij aan wetenschappelijke en academische vrijheid vanuit duidelijk engagement.
“Niets is in mijn ogen verwerpelijker dan die denkgewoonten in de intellectueel die aanzetten tot ontwijking, dat kenmerkende wegkijken van een moeilijk en principieel standpunt waarvan je weet dat het het juiste is, maar dat je besluit niet in te nemen… Voor een intellectueel zijn deze gewoonten bij uitstek corrumperend. Als er iets is dat een gepassioneerd intellectueel leven kan ontkrachten, neutraliseren en uiteindelijk doden, dan is het wel de internalisering van zulke gewoonten.”
Matthias De Groof, Professor Filmstudies en Visuele Culturen, UAntwerpen.
Gert Van Hecken, Professor Ontwikkelingsstudies, UAntwerpen.
Danya Nadar, Doctoraatsstudente Ontwikkelingsstudies, UAntwerpen.
Devanshi Saxena, Doctoraatsstudente faculteit Rechten, UAntwerpen
Lees ook:
– Joodse vredesactiviste Ilana Sumka: ‘Een tweede Nakba? Ik durf het niet uit te sluiten’
– ‘Hoe ontkom je in Gaza aan het horrorscenario van oog om oog, tand om tand?’
– ‘Dubbele standaard van Europa over Gaza: er gaapt een schrijnende kloof tussen woord en daad’
– In kaart: een korte geschiedenis van het Israëlisch-Arabische conflict
– Hoe ‘woke’ zijn onze universiteiten? ‘Mensen zijn bang om hier rechtse ideeën te uiten’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier