Waarom zoekt de Zuid-Koreaanse president toenadering tot het Noord-Koreaanse horrorregime in Pyongyang?
Wat bezielt de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in om toenadering te zoeken tot het vijandige Noord-Korea? ‘Hij heeft meer vertrouwen in Pyongyang dan in Washington.’
Alle begin is moeilijk. Toen de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul de organisatie van de Olympische Spelen van 1988 kreeg toegewezen, rijpte al gauw het idee van een olympische verzoening. Wie weet konden de beide Korea’s onder de olympische vlag samenkomen en de brug slaan? Op 31 maart 1985 ontving het Internationaal Olympisch Comité in Lausanne een delegatie van zowel het Zuid-Koreaanse als het Noord-Koreaanse Olympisch Comité.
Het moet gezegd dat de ontmoeting weinig constructief verliep. Niet alleen eiste Noord-Korea dat het de helft van de wedstrijden zou mogen organiseren, het wilde bovendien alleen in het plan meestappen als de olympiade van 1988 de Spelen van Pyongyang-Seoul zouden heten. Met dergelijke onredelijke eisen was van toenadering uiteraard geen sprake. ‘Geef een vinger aan Noord-Korea, en het neemt een hele hand’, verzuchtte toenmalig president Chun Doo-hwan tegenover IOC-voorzitter Juan Antonio Samaranch. De ontmoeting liep met een sisser af, waarop Noord-Korea de Spelen besloot te boycotten. Uit na-ijver organiseerde Noord-Korea in 1989 het Wereldfestival voor jeugd en studenten, een soort socialistische variant van de olympiade. Met een capaciteit van 150.000 zitplaatsen was het speciaal voor de gelegenheid opgetrokken 1 meistadion meer dan dubbel zo groot als het olympische stadion van Seoul.
We gingen er altijd van uit dat Zuid-Korea de voorwaarden voor de hereniging zou bepalen. Het zou wel eens andersom kunnen zijn.
Vandaag stelt het Noorden zich constructiever op. De Olympische Spelen van Pyeongchang zorgen voor een nooit geziene toenadering tussen de beide Korea’s. In zeven haasten werden nog een handvol Noord-Koreaanse wintersporters en supporters ingevlogen. Zuid-Korea betaalt alle kosten van de Noord-Koreaanse delegatie (ongeveer 2,1 miljoen euro). Om de sfeer van verbroedering te onderlijnen, werd voor het eerst in het bestaan van de Winterspelen een pan-Koreaans vrouwenteam in het ijshockey afgevaardigd. Het incasseerde in drie wedstrijden twintig tegendoelpunten, maar dat kon de pret niet drukken.
Hét moment suprême was ongetwijfeld de openingsceremonie, waarbij atleten uit het Noorden en het Zuiden eendrachtig onder de Koreaanse verenigingsvlag liepen. In de eretribune schudde de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in de hand van Kim Yo-jong, de zus van de Noord-Koreaanse leider Kim Jung-un. De Zuid-Koreaanse media vielen collectief in katzwijm voor de aantrekkelijke en elegante Kim, wier sproetjes geroemd werden door de gespecialiseerde pers. ‘Voor heel even leken we een normaal land’, verklaarde voormalig Zuid-Koreaans diplomaat Kim Sung-han aan persagentschap Reuters.
Het Blauwe Huis
De opmerkelijke toenadering tussen beide Korea’s komt er op nadrukkelijk verzoek van de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in. Moon is de opvolger van Park Geun-hye, die vorig jaar na maanden van volksprotesten werd afgezet wegens fraude en machtsmisbruik. In tegenstelling tot zijn conservatieve voorganger, die tegenover het Noorden graag de harde lijn aanhield, wil Moon de dialoog weer aanzwengelen.
Op ideologisch vlak konden Moon en Park niet meer van elkaar verschillen. Moon is de zoon van Noord-Koreaanse oorlogsvluchtelingen en werkte zich op tot mensenrechtenadvocaat. Als student werd hij van de universiteit getrapt omdat hij het studentenprotest leidde tegen de zogenaamde Yusin-grondwet. Die legde in 1972 alle macht in de handen van de president. Park Geun-hye is de dochter van Park Chung-hee, de generaal die van de Yusin-grondwet gebruik maakte om een militaire dictatuur te installeren. Ook qua persoonlijkheid zijn Park en Moon elkaars tegenpolen. Moon kan een ontspannen praatje slaan met de groenteboer om de hoek, terwijl Park zich in ‘volksere’ omgevingen zichtbaar ongemakkelijk voelt. ‘Moon staat echt voor een nieuwe politieke cultuur’, zegt Remco Breuker, Koreakenner aan de Universiteit Leiden. ‘Hij toont zich bereid om te luisteren, zijn fouten toe te geven en zijn beleid aan te passen. Het Blauwe Huis, de officiële presidentiële residentie, heeft hij opengesteld voor het publiek: dat is voor conservatieve Zuid-Koreanen net geen heiligschennis.’
Hoewel een ruime meerderheid van de Zuid-Koreanen het idee van meer dialoog met het Noorden zeker genegen is, vinden velen Moons Noord-Koreaanse benadering al te voortvarend. Hij haalt zijn populariteit eerder uit zijn binnenlands beleid. Met zijn belofte om 810.000 overheidsjobs te creëren scoorde hij uitstekend bij de jeugd, voor wie goed betaalde jobs met een behoorlijke pensioenregeling een schaars goed zijn. Hij heeft beloofd om de macht van de grote bedrijven te breken en kmo’s te ondersteunen. De vennootschapsbelasting is ondertussen al verhoogd, het minimumloon wordt opgetrokken en ook belastingverhogingen voor de rijken zitten in de pijplijn. Anti-corruptiemaatregelen en transparantie zijn eveneens absolute prioriteiten.
Met zijn keuze voor dialoog keert Moon terug naar de zogenaamde Zonne-schijnpolitiek, waarbij Zuid-Korea probeerde om door economische stimulansen het Noorden tot inschikkelijkheid te bewegen. Kim Dae-jung, de liberale president die de zon liet schijnen, werd in 2000 de eerste Zuid-Koreaanse president sinds de verdeling van het land in 1953 om zijn Noord-Koreaanse ambtgenoot te ontmoeten. Hij kreeg er prompt de Nobelprijs van de Vrede voor. Ook zijn opvolger Roh Moo-hyun zou de lijn van dialoog voortzetten. Huidig president Moon Jae-in was tussen 2007 en 2008 zijn stafchef.
Sentimenteel nationalisme
Ondanks meer dan zestig jaar van wederzijdse vijandschap is het Koreagevoel nog steeds zeer aanwezig. ‘Tijdens de militaire junta in de jaren zeventig is een sentimenteel nationalisme ontstaan dat tot op vandaag in brede lagen van de bevolking blijft leven’, zegt Breuker. ‘Voor veel Koreanen overheerst het Koreaans-zijn alles. Het Noord-Koreaanse regime mag dan op grote schaal de mensenrechten schenden en zijn volk uithongeren: voor veel Zuid-Koreanen blijven het broeders, hoe fout het er ook toegaat. Fundamenteel gelooft een groot deel van de bevolking in het Zuiden dat het Koreaans-zijn zal overwinnen. Het is ook de enige manier waarop je de Zuid-Koreaanse bevolking ooit zult kunnen overtuigen van een herenigingsproject. Met economische en politieke argumenten zal het niet lukken.’ Dat sentimentele nationalisme zie je volgens Breuker ook in de politiek van Moon. ‘Hij heeft meer vertrouwen in Pyongyang dan in Washington.’
Voor Moon is de relatie met de Verenigde Staten een heikele evenwichtsoefening. Bij zijn eerste staatsbezoek – uiteraard aan Amerika – deed hij er alles aan om de onwrikbare band met Zuid-Korea’s traditionele beschermheer te benadrukken. ‘Een diepgewortelde boom slingert nooit in de wind, en diepe bronnen komen nooit droog te staan’, citeerde de nieuwe president een oude Koreaanse volkswijsheid. Toch is het duidelijk dat de verhouding met Washington stroef verloopt. President Trump dreigde vorig jaar openlijk de Noord-Koreaanse nucleaire dreiging te vergelden met ‘ fire and fury’. Onderhandelen met het regime van Kim vond hij ’tijdverlies’. Daarenboven suggereerde Trump dat hij het vrijhandelsakkoord met Zuid-Korea gewoon zou kunnen opzeggen. ‘Eigenlijk probeert Moon Jae-in de Amerikanen zo veel mogelijk te negeren’, zegt Ramon Pacheco Pardo, expert internationale relaties aan de VUB en het Londense King’s College. ‘Hij vermoedt dat Trump niet wijs genoeg is om de situatie correct in te schatten. En dus voert hij zijn eigen beleid.’
Het is vooralsnog niet duidelijk waarop Moon Jae-in hoopt met de toenadering. Noord-Korea heeft van meet af aan duidelijk gemaakt dat het niet bereid is te onderhandelen over zijn nucleaire programma. ‘Voor Zuid-Korea maakt het eigenlijk niet uit of Noord-Korea kernwapens heeft’, zegt Pacheco. ‘Er staan al decennialang duizenden raketten op Zuid-Korea gericht. Als er een aanval tegen Pyongyang komt, betaalt Zuid-Korea sowieso het gelag. Of je nu vernietigd wordt door conventionele raketten of kernraketten, maakt op zich niet zoveel uit.’
De Chinese leider Xi Jinping heeft het allang opgegeven om een relatie op te bouwen met Kim Jung-un.
Toch ziet Pacheco een drietal mogelijke onderhandelingspunten. ‘In eerste instantie zoekt Seoul een directe lijn met het Noord-Koreaanse leger. Er zijn in het verleden geregeld schermutselingen geweest, waarbij Noord-Korea raketten afvuurde op Zuid-Koreaans grondgebied en er aan beide zijden oorlogsschepen tot zinken zijn gebracht. Zuid-Korea hoopt dat het met een betere verstandhouding kan verhinderen dat een conflict escaleert.’ Moon hoopt ook op meer culturele uitwisselingen, die beide Korea’s weer dichter bij elkaar moeten brengen. Hij wil ook inzetten op reünies van families die sinds de splitsing van de Korea’s in 1953 gescheiden leven.
Want de tijd dringt. Voor veel jonge Zuid-Koreanen is de hereniging geen onbetwistbaar geloofsartikel meer. ‘De Zuid-Koreaanse identiteit is vandaag een volwaardige sociale identiteit’ zegt John Delury, professor Chinastudies aan de Yonsei Universiteit in Seoul. ‘Ze zijn niet a priori tegen de hereniging, maar ze verlangen er ook niet echt naar. Voor veel Zuid-Koreanen is Noord-Korea een vreemd land waarmee ze nauwelijks affiniteit hebben. Ze spreken wel min of meer dezelfde taal, maar beide culturen zijn de voorbije 65 jaar grondig uit elkaar gegroeid.’ Door de harde aanpak van de laatste twee conservatieve presidenten hebben Koreaanse twintigers bovendien nauwelijks ervaring met onderhandelingen tussen Noord en Zuid.
Sowieso zorgt het idee van een hereniging voor schier onoplosbare hoofdbrekens. Hoe vermijd je dat ze miljoenen economische vluchtelingen van Noord naar Zuid jaagt? Hoe ga je om met de decennialange mensenrechtenschendingen in het Noorden? Hoe bouw je een rechtssysteem op? Wat doe je met erfeniskwesties? ‘Zelfs als er aan beide kanten een wil tot hereniging zou zijn, is het een bijna onoplosbaar probleem’, zegt Breuker. ‘We gingen er altijd van uit dat Zuid-Korea de voorwaarden voor de hereniging zou bepalen. Het zou wel eens andersom kunnen zijn.’
De factor Kim Jung-un
Uit zijn periode als stafchef onder president Roh Moo-hyun was Moon de drijvende kracht achter de interkoreaanse top van 2007, de laatste officiële ontmoeting tussen delegaties van Noord en Zuid. In tegenstelling tot zijn voorgangers heeft hij dus ervaring in het onderhandelen met de Noord-Koreanen. Toch liggen de kaarten vandaag anders, benadrukt John Delury. ‘In 2000 en 2007 ging het Noorden ermee akkoord om zijn nucleaire programma, dat toen nog in de kinderschoenen stond, te bevriezen. Daar zijn ze vandaag niet meer toe bereid.’
‘De grote moeilijkheid’ voorspelt Delury, wordt Kim Jung-un. ‘Bij de onderhandelingen in 2000 en 2007 wisten de Zuid-Koreanen wat ze van Kim Jong-il konden verwachten. Met Kim Jung-un heeft Zuid-Korea geen enkele ervaring.’ Toch ziet Delury openingen om tot gesprekken te komen. In tegenstelling tot zijn vader is Kim Jung-un niet zo ideologisch gedreven, vindt Delury. ‘Kim Jong-il koesterde een fundamenteel wantrouwen jegens het kapitalisme. Hij geloofde vast in het Sovjetmodel waarop de Noord-Koreaanse economie zich baseerde. Kim Jong-il heeft de jaren zestig en zeventig nog meegemaakt, toen dat model in Noord-Korea nog min of meer functioneerde. Kim Jung-un is van na die tijd. Hij baseert zich duidelijk op het Chinese model van staatsgeleid kapitalisme, waarbij de centrale overheid de voornaamste bedrijven in de hand heeft maar op beperkte schaal wel privé-initiatief toelaat.’
Onder Kim Jung-un volgt Noord-Korea de zogenaamde Pyongjin-strategie, die de nadruk legt op zowel nucleaire als economische ontwikkeling. ‘Noord-Korea heeft allang geen communistisch systeem meer’, benadrukt Pacheco. ‘Officieel bestaat er geen privébezit, maar de facto heeft Noord-Korea gewoon een marktsysteem waarbij handelaars hun waren verkopen en het systeem van vraag en aanbod speelt. De producten zijn schaars en van lage kwaliteit en de regering kan op gelijk welk moment een bedrijf sluiten, maar in se is er wel privé-initiatief, zoals dat ook in landen als China en Vietnam bestaat.’ Daarnaast probeert Kim Jung-un ook de toerismesector te ontwikkelen. Zo moeten de luxe skiresorts in de Masikpas binnenkort trekpleisters worden voor Koreaanse en Chinese toeristen. Sinds 2016 zijn buitenlandse investeringen zelfs gelegaliseerd. ‘Daar zit zeker een mogelijke opening’, stelt Pacheco. ‘Noord-Korea is op zoek naar buitenlandse investeringen en expertise. Het wil voorkomen dat het te afhankelijk wordt van zijn handelsrelatie met China. Dan lijkt toenadering tot Zuid-Korea geen onlogische stap.’
Het wordt steeds duidelijker dat Zuid-Korea er alleen voor staat. Naast de moeizame relatie met de Verenigde Staten hoeft Zuid-Korea ook van China niet op hulp te rekenen. Dat heeft niet eens met kwade wil te maken, aldus Delury. ‘President Xi Jinping heeft het allang opgegeven om een relatie op te bouwen met Kim Jung-un. Het is een volslagen misverstand dat China zijn wil kan opleggen aan Noord-Korea. Dat is vooral de verdienste van Kim Jung-un, die er sinds zijn aantreden alles aan gedaan heeft om zijn land van China los te weken. Op de Chinese televisie zie je tegenwoordig geregeld debatten met uiterst divergerende meningen over hoe China moet omgaan met Noord-Korea. Dat duidt erop dat de Chinese regering gewoon geen idee heeft wat ze moet doen.’
Rest de vraag of Pyongyang wel te vertrouwen is. ‘Ik betwijfel het ten stelligste’, zegt Breuker. ‘Met deze olympische toenadering probeert Noord-Korea vooral onder de economische sancties uit te komen. Dat is nu al gelukt: kleine zus Kim Yo-jong valt normaal gezien ook onder de sancties, maar ze is met alle egards ontvangen. Noord-Korea heeft het hele narratief van de Spelen naar zijn hand gezet. Dit zijn de Spelen van Pyongyang, niet die van Pyeongchang.’
Breuker noemt Moons strategie ‘dom en gevaarlijk’. ‘Hij loopt het enorme risico dat Amerika de Zuid-Koreanen weldra niet meer als een betrouwbare partner zal zien en op eigen houtje zal handelen. En als Amerika een aanval lanceert, zal Noord-Korea zeker reageren door verwoestend uit te halen naar Zuid-Korea.’
‘Eigenlijk is deze toenadering een cynische les voor alle autoritaire regimes’, besluit Breuker. ‘De conclusie luidt: koop kernwapens, en geef ze nooit op. Ik vrees dat die les goed geleerd zal worden.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier