Waarom Montenegro de 28e Europese lidstaat hoopt te worden
Twintig jaar na de oorspronkelijke belofte groeit de hoop dat landen van de Westelijke Balkan weldra kunnen toetreden tot de EU.
Laat het maar aan de voormalige deelstaten van Joegoslavië over om de gastvrijheid te verzorgen. Wanneer Belgisch minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR) in de Kosovaarse hoofdstad Pristina landt, wordt in allerijl een rode loper uitgerold. In Belgrado belooft Servisch buitenlandminister Ivica Dacic bij een volgende gelegenheid een Servische smartlap te berde te brengen. Zelfs de sigarettenrook die vanuit de keuken van de Montenegrijnse regeringsresidentie de eetkamer in kringelt, draagt bij aan de gemoedelijke sfeer.
Het blitzbezoek aan Montenegro, Servië en Kosovo is voor Lahbib een opstapje naar het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie. Vanaf januari neemt België zes maanden lang die rol op zich, en in die periode staat de voorbereiding van een volgende uitbreiding van de EU op de agenda. Sinds 2003 heeft de EU officieel de ambitie om de landen van de Westelijke Balkan te laten toetreden. Het dient gezegd dat het oorspronkelijke enthousiasme de voorbije jaren is gaan liggen. De toetreding van Roemenië en Bulgarije, waar de overheid vandaag nog altijd onvoldoende functioneert, zorgde in Brussel voor een zekere uitbreidingsmoeheid. Ook in de kandidaat-lidstaten zelf ontstond ondertussen een zekere ‘eurovermoeidheid’.
Showcase Montenegro
De Russische invasie van Oekraïne lijkt een nieuwe impuls te hebben gegeven aan het proces. Ondertussen kregen ook Oekraïne en Moldavië de status van kandidaat-lidstaat. Eind augustus stelde Charles Michel als voorzitter van de Europese Raad dat de EU tegen 2030 klaar moet zijn om nieuwe lidstaten op te nemen. Het moet de Balkanlanden die al langer kandidaat zijn nieuwe hoop geven.
De absolute koploper onder de kandidaat-lidstaten is Montenegro. Binnen de Europese Commissie rijpt al enige tijd het idee om het land, dat sinds 2017 lid is van de NAVO, als een soort testcase te gebruiken. Montenegro heeft het op de Balkan zeldzame voordeel dat het geen slepende conflicten met zijn buren heeft. Het is een functionele democratie, kent persvrijheid en is met ongeveer 600.000 inwoners relatief klein. 80 procent van de Montenegrijnen is voor EU-lidmaatschap. Het helpt ook dat Montenegro in andere Europese landen weinig negatieve associaties oproept. Aangezien er onder EU-lidstaten unanimiteit moet zijn om een nieuw lid toe te laten, is die relatieve kleurloosheid onmiskenbaar een voordeel.
Bovendien is de politieke dynamiek in Montenegro onmiskenbaar pro-Europees. In zijn overwinningsspeech als president sprak de 36-jarige Jakov Milatovic dit jaar de ambitie uit van zijn land tegen 2028 de 28e lidstaat te maken. Nauwelijks enkele uren nadat de regering eind oktober gevormd was, kwam Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen al op bezoek. Tegelijk is het duidelijk dat Europa de bal nadrukkelijk in het kamp van de Montenegrijnen legt. In het laatste vooruitgangsrapport benadrukt de commissie dat Montenegro de voorbije jaren vrijwel geen enkele vooruitgang heeft geboekt. Vooral op het vlak van de rechtsstaat heeft het land nog een weg te gaan.
Een tweede Hongarije
Terwijl er over Montenegro enig voorzichtig optimisme leeft, lijkt Servië stilaan het voornaamste hoofdpijndossier in de uitbreiding van de EU. Het land incasseerde de voorbije tien jaar meer dan 3 miljard euro via Europese fondsen, en toch stelt de autoritaire Servische president Aleksandar Vucic de EU voor als de baarlijke duivel. Net als in Hongarije controleert Vucic pers, het overheidsapparaat en de rechtbanken. Bovendien bakt de president maar wat graag zoete broodjes met Rusland en China.
Om aan de Europese voorwaarden te voldoen, moet Servië zijn relatie met Kosovo moet normaliseren. Maar Vucic heeft Kosovo uitgeroepen tot hét onderwerp van de komende verkiezingen. Servië beschouwt het nog altijd als een opstandige provincie die het opnieuw onder controle hoopt te krijgen. Eind september viel een groep gewapende Serviërs een Kosovaarse grenspost aan. Ook de Servisch buitenlandminister Ivica Dacic, die in de jaren 1990 nog woordvoerder was van president Slobodan Milosevic, is tijdens zijn ontmoeting met Lahbib duidelijk: ‘Wij zijn uiteraard voor een normalisatie van de relaties met Kosovo. Maar normalisatie betekent niet dat we ooit de onafhankelijkheid van Kosovo zouden herkennen.’
Die Servische halsstarrigheid leidt tot vrij belachelijke situaties. Wanneer Lahbib na haar werkbezoek aan Servië naar Kosovo vliegt, moet het vliegtuig eerst een verplichte tussenstop maken in Skopje, de hoofdstad van Noord-Macedonië. Het is een eis van de Servische autoriteiten die er vooral op gericht is om de Kosovaarse diplomatie te koeioneren. Absurd, aangezien Servië Kosovo als deel van zijn grondgebied beschouwt. Dat Lahbib naar Kosovo reist om de Belgische ambassade in Pristina in te huldigen, draagt niet bij aan het Servische enthousiasme.
Sancties tegen Kosovo
In Kosovo is het enthousiasme voor EU-lidmaatschap wél groot, maar de weg is nog bijzonder lang. Pas in december 2022 diende het land zijn verzoek in om kandidaat-lid te worden. Sinds mei van dit jaar staat Kosovo echter onder sancties, nadat de overheid had beslist om Albanese burgemeesters te benoemen in de gemeenten waar de Servische meerderheid de lokale verkiezingen boycotte. Het betekent dat Kosovo onder andere geen hoog diplomatiek bezoek kan krijgen zolang het geen stappen zet om de dialoog met Servië te herstellen. Het bemoeilijkt de positie van Albin Kurti, de linkse premier die verkozen werd met de belofte zich assertiever op te stellen tegen ‘de voortdurende Servische inmenging’.
Florian Bieber, Balkankenner aan de Universiteit van Graz, is uiterst sceptisch over de toekomst. ‘Aleksandar Vucic heeft geen enkel belang bij EU-lidmaatschap’, stelt Bieber. ‘Waarom zou hij onafhankelijke instellingen creëren die zijn macht inperken? In Kroatië zit de voormalige premier Ivo Sanader in gevangenis wegens corruptie, na een onderzoek van het anticorruptieagentschap dat hij zelf had gecreëerd. Dat heeft het enthousiasme voor de EU bij veel leiders in de regio doen afnemen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier