Mark Van de Voorde

‘Waarom laten christelijke Republikeinen zich misleiden door de retoriek van Trump en Vance?’

Mark Van de Voorde Onafhankelijk publicist en gewezen raadgever van Herman Van Rompuy, Yves Leterme en Steven Vanackere.

Mark Van de Voorde staat stil bij de vaak gehoorde veronderstelling dat nogal wat Republikeinse kiezers in de VS voor Trump zouden kiezen vanuit hun geloof. ‘De realiteit is veel complexer.’

De (Amerikaanse) Republikeinen zouden in God geloven, beweert Marc Buelens in zijn boek 74.000.000 Trumpstemmers weten waarom. De meeste Democratische kiezers zijn ook gelovig, maar dat schrijft Buelens niet. Misschien omdat sommige Republikeinse kiezers zeggen dat hun geloof hen ertoe aanzet om voor Trump te stemmen. Ze zullen nochtans van een kale reis terugkeren. Niets, werkelijks niets van wat Trump en zijn kandidaat voor het vicepresidentschap Vance vertellen of voorhebben met het land, doet een religieus belletje rinkelen.

Integendeel, hun programma is totaal vreemd aan de christelijke boodschap van naastenliefde, barmhartigheid, mededogen, rechtvaardigheid, gelijkwaardigheid en herverdeling. Als Donald Trump en James David Vance zeggen het op te nemen voor het ‘christelijke’ Amerika, betreft het standpunten die haaks staan op de christelijke leer en het evangelie: nationalistisch patriotisme, meedogenloos kapitalisme, vreemdelingenhaat en autoritair presidentschap.

‘Christelijk’ is in de Verenigde Staten wel vaker synoniem van ‘Amerikaans’. De VS kennen een strikte scheiding van kerk en staat, maar in geen enkel ander land is de politieke retoriek zo doordesemd van christelijke woorden. Elke president (of presidentskandidaat) besluit zijn toespraken met: ‘God bless America!’ Veelzeggende ironie, Trump deed en doet het weinig. Misschien wel omdat hij denkt zelf een god te zijn en ook op dat vlak geen concurrentie duldt.

Die voor Europeanen vreemde combinatie van de scheiding van kerk en staat enerzijds en het samengaan van geloof en samenleving anderzijds heeft te maken met de ontstaansgeschiedenis van de Amerikaanse natie. De Pilgrim Fathers, dissidente protestanten uit Engeland die in 1620 voet zetten op Amerikaanse bodem, zagen het nieuwe land enerzijds als de kans om vrij hun geloof te belijden en anderzijds als een ‘nieuw Jeruzalem’.

Die idee van Amerika als ‘Gods Own Country’ leeft nog steeds, maar werd een loze, bijwijlen arrogante kreet. Amerika is een land van christelijke retoriek, maar veel Amerikanen kennen de betekenis van het christelijke vocabulaire niet meer. Trump helemaal niet. Als presidentskandidaat in 2016 was hij niet eens in staat één Bijbelvers te citeren. Hij noemde ook nog eens de hostie (blasmefisch) ‘a little cracker’.

Trump en zijn fans hanteren de term ‘christelijk’ voor hun eigen overtuiging, wat die ook mag zijn. Er is geen instantie die hen bij de les kan houden, want ze behoren vaak tot geen enkele kerk (ook Trump is nergens kerklid). Veel Republikeinse kiezers noemen zichzelf dan ook ‘denominatieloze’ christenen, christenen zonder kerk en bijgevolg zonder praktijk. Sommige kerkloos geworden christenen doen af en toe aan kerkhoppen. Ze lopen het eindeloze rijtje af van kerken, kerkjes en genootschappen.

Zo komen ze ook binnen het lappendeken van de duizenden evangelicale kerkjes terecht bij zelfverklaarde predikanten (zonder theologische scholing) die geen evangelie preken maar een  ‘christelijk nationalisme’, een mengelmoes van extreemrechtse ideologie en lukraak gekozen Bijbelcitaten die uit hun religieuze context zijn gehaald.

De Republikeinse Partij heeft geen echte denktank voor christelijke politiek en christelijk geïnspireerde politieke filosofie. Er bestaat in de partij wel een theocratische fractie, maar die is zo marginaal geworden dat er geen invloed op de partij van uitgaat.

Het evangelicale protestantisme van de tele-evangelisten had in de jaren 1980 een grote invloed op de Republikeinse politiek, maar na het opdoeken van zijn politieke organisatie Moral Majority (1989) taande zijn macht. De evangelicale kerken zelf zijn inmiddels verdeeld en verkeren in crisis wegens intellectuele en theologische bloedarmoede (met vaak een onevangelisch ‘christelijke nationalisme’ als funest resultaat). 

Door de verdeeldheid en de bloedarmoede zijn de eertijds invloedrijke ‘evangelicale’ elementen helemaal verdwenen uit het programma van de Republikeinse Partij. Nu wordt enkel nog abortus in het strijdperk gegooid (om de christelijke kiezer te plezieren), maar het is niet van harte (Trump blaast warm en koud tegelijk).

Tijdens de Republikeinse Conventie kwamen religieuze thema’s nauwelijks ter sprake. Uitpakken met religie en ethische thema’s doet de Republikeinse Partij vandaag ook niet meer uit overtuiging. Qua overtuiging leunt Trumps Republikeinse Partij allereerst aan bij Silicon Valley en Big Tech waar de wereldbeschouwing volkomen postchristelijk en materialistisch postreligieus is.

Als Trump en Vance dan toch religie polemisch aanraken, dan is dat enkel bedoeld als statement tegen de mainstream cultuur en tegen de ‘liberals’ van de Democratisch Partij. In zijn acceptatierede op de conventie verwees kandidaat vicepresident Vance niet eens naar zijn geloof als inspiratie. Voorheen atheïst, zou hij nochtans in 2019 katholiek zijn geworden.

In 2021 gevraagd waarom hij katholiek werd, antwoordde Vance: ‘Ik vond het fijn dat de katholieke kerk echt oud is.’ Oud en dus in zijn ogen antimodern. Zijn ‘katholicisme’ is niet dat van paus Franciscus maar preconciliair. Het leunt zelfs aan bij het integralisme dat ook Europese extreemrechtse middens gebruiken als ‘religieuze’ verantwoording voor het autoritarisme.

Voor Vance zou volgens insiders zijn ‘katholicisme’ vooral een intellectueel spel zijn dat hij in discussies met ‘woke’ kan inzetten. Hij zou helemaal niet de bedoeling hebben om een waarlijk christelijk programma in de praktijk te brengen. Trump nog minder. Over diens geloof valt weinig te vertellen. Trumps levenswandel en uitspraken doen vermoeden dat het onbestaande is.

De kans is klein dat gelovige Republikeinse kiezers van Trump en Vance de verdediging mogen verwachten van de christelijke waarden van naastenliefde en van het algemeen welzijn volgens de Sociale Leer van de kerk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content