Dirk Holemans

‘Waarom ik als ecologist het protest van de gele hesjes uitstekend kan begrijpen’

Dirk Holemans Coördinator Oikos en co-auteur ‘Omgroei’ en 'Voor wie willen we zorgen?' (EPO)

Het protest van de gele hesjes mag dan wel gaan over dure brandstofprijzen, toch kan ecologist en cöordinator van Oikos Dirk Holemans het protest uitstekend begrijpen. ‘Klimaatbeleid zal sociaal en rechtvaardig zijn, of niet zijn’, aldus Holemans.

Het zal u misschien verbazen, maar ik kan als ecologist het protest van de gele hesjes goed begrijpen. Tegelijk keur ik alle geweld af, die zoals zo vaak de ware beweegredenen naar de achtergrond duwt. De kern van het ecologisch denken gaat voor mij over de zoektocht naar het goede leven. Hoe kunnen mensen zich ontwikkelen, floreren, in een samenleving die hen daarbij ondersteunt binnen de grenzen van de planeet? Dat is de groene kernvraag. Waarbij ook de zorg voor het goede leven van onze (klein)kinderen deel uitmaakt van ons handelen. Mensen hebben dus recht op degelijke basisinfrastuctuur die hen toelaat goed onderwijs te volgen, op waardige jobs waar ze vlot vanuit hun woonplaats geraken, op het kunnen doen van dagelijkse inkopen binnen een haalbare en duurzame afstand en tijd.

Held van de rijken

Tegelijk is goed leven op een dode planeet onmogelijk. Dus ja, we moeten de radicale omslag naar een economie en samenleving zonder fossiele brandstoffen op relatief korte termijn realiseren. Daarbij hoort zeker het fors duurder maken van koolstof-intensieve activiteiten. Maar tegelijk zal zo’n transitie enkel kans op slagen hebben als ze erin slaagt grote delen van de samenleving mee te krijgen. En dat zal enkel lukken als we werk maken van een just transition: klimaatbeleid zal sociaal en rechtvaardig zijn, of niet zijn. Enkel als mensen het gevoel dat het beleid billijk is, er op rechtvaardige wijze zaken van groepen worden gevraagd in functie van hun draagkracht, is er een gerede kans dat ze ermee instemmen.

Waarom ik als ecologist het protest van de gele hesjes uitstekend kan begrijpen.

Dirk Holemans, coördinator Oikos

President Macron heeft op dit vlak in Frankrijk zowat alles fout gedaan. Hij is kampioen in het houden van fantastisch ecologische speeches zonder daar echt groen beleid aan te koppelen. Niet toevallig hield Nicolas Hulot het vrij snel voor bekeken als Minister voor Ecologische Transitie. Eerder vergrootte Macron de fiscale onrechtvaardigheid, door held van de rijken te worden met de afschaffing van de belasting op grote vermogens. Om dat toch iets te doen, verhoogt hij dan de accijnzen op brandstoffen, wat het huidig protest losmaakte.

Zo ontstaat de woede van het dieselvolk in de regio’s tegen de kerosine-elite in de hoofdstad. Door afbouw van het openbaar vervoer, desinvesteringen in publieke diensten en oude fabrieken die sluiten zonder dat er geïnvesteerd werd in duurzame alternatieven, ontvolken vele streken en zitten de achterblijvers met het gevoel van in de steek gelaten te zijn. Niet toevallig manifesteert het nieuwe protest zich het sterkst in die armere en postindustriële streken. Het zou kunnen dat het protest van de gele hesjes maar tijdelijk is, dat weten we vandaag niet. Maar ze geven wel een helder signaal dat we best grondig analyseren, dieper dan de evidente antwoorden.

Het klopt dat autorijden eigenlijk niet duurder is geworden als je de evolutie ziet van de gemiddelde benzineprijs en gezinsinkomens. Maar zoals statistici weten, kan je verdrinken in een meer van gemiddeld maar een meter diep. Wie in een achtergesteld gebied woont waar het openbaar vervoer is afgebouwd en je met je karig loon je diesel moet betalen om tientallen kilometers te pendelen, is terecht boos. Bij hen staat het water aan de lippen inzake levenskwaliteit, in een situatie waar de zoektocht naar het goede leven al meer dan gemiddeld hobbelig en moeilijk is.

Dragen grote bedrijven en kapitaalkrachtigen met de grootste ecologische voetafdruk voldoende bij om te komen tot een duurzame transitie?

En hebben we oog voor de sociale ongelijkheid ingebouwd in geïsoleerde maatregelen als louter duurdere brandstoffen? Want wie met bedrijfswagen heeft, rijdt ondertussen ongestoord elke dag naar waar maar ook. Ondertussen kleurt de hemel boven de verlaten regio’s wit van de ontelbare vliegtuigstrepen, want ja, kerosine daarvoor ontbreekt de politieke wil om die te belasten. En al die pakjes online besteld en geleverd in dieselbestelwagens die onze wegen onveilig maken, gaan we die ook aanpakken? En dan heb ik het nog niet over de energieslurpende digitale ontwikkelingen, van Google over Facebook tot bitcoin.

Gedegen basisinfrastructuur zonder paternalisme

Terug naar de kern: ja, fossiele brandstoffen moeten veel duurder, maar in het kader van een rechtvaardige transitie waarbij we alle verspilling aanpakken en op structurele wijze duurzame infrastructuren en alternatieven uitbouwen. En niet met de vinger wijzen naar jan met de pet alsof die greep heeft op een snel wijzigende samenleving.

Cruciaal hierbij is een rechtvaardige fiscaliteit. Dragen grote bedrijven en kapitaalkrachtigen met de grootste ecologische voetafdruk voldoende bij om te komen tot een duurzame transitie? Wat doen we met de inkomsten van ecologische belastingen? Verdwijnen die in het zwarte gat van neoliberale belastingverlagingen voor multinationals? Of investeren we die het ondersteunen van mensen om zich te ontplooien, een waardig en duurzaam leven te leiden?

Dat vergt onder meer de uitbouw van fijnmazig en efficiënt openbaar vervoer. Dat is sociaal én ecologisch: mensen voor wie de auto niet haalbaar of duur is, krijgen een duurzame mobiliteit aangereikt. Want de trein of tram kan nu al rijden op hernieuwbare energie, terwijl bijvoorbeeld groene energie voor vliegtuigen verre toekomstmuziek is, en elektrische auto’s de komende jaren duur zullen blijven. Maar in de 21ste eeuw volstaat het niet om te pleiten voor een top-down staatsbeleid. Naast het treinsysteem, dat je best op nationaal niveau organiseert, is er ook veel mogelijk van onderuit. In heel Europa richten burgers energiecoöperaties op, wat bijvoorbeeld in Duitse dorpen leidt tot vernieuwde economische activiteit, jobs en inkomen.

Daarnaast is er bijvoorbeeld het Gentse Partago, een coöperatie waarbij burgers zichzelf organiseren om elektrische wagens te delen. Ze organiseren hun eigen duurzame mobiliteit. De combinatie van dergelijke coöperaties ondersteunen vanuit een centrale overheid, samen met het aanbieden van performant openbaar vervoer, in het kader van een doortastend beleid inzake duurzame regionale ontwikkeling, is wat we nodig hebben. Gedegen basisinfrastructuur vanuit de overheid zonder paternalisme, het stimuleren van samenredzaamheid in het kader van ecologisch burgerschap zonder mensen in de steek te laten, kan gele woede doen veranderen in een groene toekomst.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content