9000 euro. Meer bracht de Rode Kruis-inzameling voor humanitaire hulp in het Midden-Oosten voorlopig niet op. ‘Er is een vorm van gewenning opgetreden’, zegt professor Stijn Joye.
Het Rode Kruis spreekt over een van de grootste humanitaire crisissen uit de recente geschiedenis. ‘De financiële steun die we ontvangen om de slachtoffers ter plaatse te kunnen helpen, staat in schril contrast met de grote noden die er zijn’, zegt Sofie De Jaeger, manager internationale samenwerking van het Rode Kruis-Vlaanderen.
Stijn Joye, professor communicatiewetenschappen aan de UGent, legt uit waarom dit conflict niet de benodigde donaties ontvangt. ‘Uit onderzoek blijkt dat de aard van een conflict een grote invloed kan hebben op de bereidheid van mensen om te doneren’, zegt Joye.
‘Bij natuurrampen, bijvoorbeeld, zijn mensen sneller geneigd om te reageren. Bij dergelijke rampen is er namelijk geen schuldige, er zijn alleen slachtoffers. Bij een politiek conflict ligt dat anders. Daar heb je daders en slachtoffers. Afhankelijk van jouw eigen standpunt is de een dader en de ander slachtoffer.
‘Sommigen schuiven Israël als de grote dader naar voren, terwijl anderen Hamas aanduiden als agressor. In dit conflict is het moeilijk om eenzijdig te bepalen wie dader en slachtoffer is.’ Volgens Joye creëert de complexiteit van het conflict voor veel mensen een afstand.
Gewenning
‘Niet alleen de hoeveelheid media-aandacht speelt een rol, ook de soort aandacht is van belang’, geeft Joye aan. ‘Het conflict in het Midden-Oosten heeft een lange voorgeschiedenis, waardoor er een vorm van gewenning kan optreden. Ter vergelijking: het conflict tussen Rusland en Oekraïne is er plots gekomen en het was ook meteen duidelijk wie de agressor was. Dat zagen we ook in de berichtgeving. Bij het conflict in het Midden-Oosten is de berichtgeving daar minder duidelijk over, wat het complexer maakt.’
(Lees verder onder de preview)
Nabijheid
‘Ook de afstand tot het conflict kan leiden tot minder donaties’, legt Joye uit. ‘We kunnen ons gemakkelijker identificeren met iemand uit Oekraïne dan met iemand uit Palestina of Israël.’ Dat kan door de verschillende vormen van nabijheid worden verklaard. ‘Zo heb je grafische nabijheid, zoals bij Oekraïne. Oekraïne ligt niet ver van het globale noorden. Maar er is ook culturele en psychologische nabijheid: mensen voelen zich cultureel en psychologisch meer verbonden met een persoon uit Oekraïne dan met iemand uit het Midden-Oosten.’
Perceptie
‘Israël wordt nog altijd gezien als een rijk land dat over voldoende middelen beschikt om zichzelf te redden. Die perceptie speelt ook mee in de overweging van mensen om het conflict te steunen.’
‘De meerderheid van de bevolking schenkt bovendien niet automatisch aan goede doelen, ze moet overtuigd worden. Dat is niet evident voor hulporganisaties. De omstandigheden om te doneren zijn vandaag de dag ook minder gunstig. Het leven wordt duurder, dan wordt doneren aan hulporganisaties minder in overweging genomen.’
Media-actie
‘Ten slotte is er nog geen grote media-actie op poten gezet’, merkt Joye op. ‘In maart was er nog een grote campagne voor het conflict tussen Rusland en Oekraïne, die veel aandacht trok en aanzienlijke donaties heeft gegenereerd. Voor dit conflict is er nog geen vergelijkbare grootschalige mediabewustwordingscampagne gelanceerd.’
Wie een steentje wil bijdragen, kan dat doen via het rekeningnummer BE53 0000 0000 5353 met vermelding ‘Conflict Midden-Oosten’, of simpelweg online via rodekruis.be/conflict.