‘Waarom de nationale peilingen geen belang hebben voor Clinton en Trump’

Hillary Clinton en Donald Trump. © Reuters
Herman Matthijs (UGent, VUB)

Hillary Clinton staat dichter bij de meerderheid in het Kiescollege, maar zij heeft veel meer ‘probleemstaten’ te verdedigen dan Donald Trump, zo blikt professor Herman Matthijs (VUB en UGent) vooruit naar de Amerikaanse verkiezingen.

Aan opiniepeilingen geen gebrek in de Verenigde Staten, maar echt duidelijkheid over wie nu de 45ste president gaat worden, brachten ze niet. Zo stond Hillary Clinton tien dagen geleden meer dan 10 procent voor op Donald Trump, maar de laatste dagen staat hij aan kop met 1 procent (ABC en Washington Post) tot 4 procent (LA Times). Dat doet vragen rijzen bij de peilingen, want het kan niet dat het kiezerspubliek op zo korte tijd zo van mening verandert.

Kiesmannen

Die landelijke of nationwide peilingen hebben trouwens ook geen enkel belang omdat de president per staat wordt verkozen. De confederale erfenis uit 1789 geeft de 50 staten en Washington D.C. een aantal kiesmannen. Bijna alle staten hanteren het principe van the winner takes it all: wie het hoogst aantal stemmen behaalt, krijgt alle kiesmannen. Maine (4 kiesmannen) en Nebraska (5) kennen een relatief proportioneel systeem om hun kiesmannen te verdelen.

Wie minstens 270 van de 538 kiesmannen behaalt, is op 8 november de president elect van de Verenigde Staten. De eigenlijke aanduiding vindt evenwel pas plaats begin januari in een zitting van het US Congres. Het aantal stemmen heeft geen enkel belang (2012: Obama 66 miljoen en Romney 61 miljoen) en dat geldt ook voor het aantal gewonnen staten (2012: Obama 26 en Washington D.C. en Romney 24). De enige geldende parameter is de meerderheid te behalen in het college der kiesmannen (2012: Obama 332 en Romney 206).

Swing states

Veel staten stemmen al decennialang voor dezelfde partij, bijvoorbeeld: California (55 kiesmannen) voor de Democraten, Texas (38) voor de Republikeinen, enz. In 2012 waren er 15 staten die met een verschil van minder dan 10 procent van de stemmen werden gewonnen. Dat zijn de zogenaamde swing states, waar de laatste dagen massaal campagne wordt gevoerd. Normaliter beslissen zij over de winst op 8 november.

Clinton staat dichter bij de meerderheid in het Kiescollege, maar zij heeft veel meer ‘probleemstaten’ te verdedigen

Trump moet er rekening mee houden dat Romney in 2012 maar nipt won in North Carolina (met 2 procent verschil, 15 kiesmannen), Georgia (8 procent, 16 kiesmannen), Arizona (9 procent, 11 kiesmannen) en Missouri 9 procent, 10 kiesmannen). Dit geeft 52 potentiële Republikeinse kiesmannen die kunnen ‘swingen’. Trump is dus relatief zeker van 154 kiesmannen (206 min 52). De statelijke peilingen geven hem wel een ruime voorsprong in Georgia en Missouri, zodat hij wellicht mag uitgaan van kiesmannen. North Carolina en Arizona (samen 26 kiesmannen) zijn bijgevolgd de echte battle states.

Clinton dient liefst 11 staten te verdedigen, namelijk Florida (29 kiesmannen), Ohio (18), Virginia (13 kiesmannen), Colorado (9), Pennsylvania (20), New Hampshire (4), Iowa (6), Nevada (6), Wisconsin (10), Minnesota (10) en Michigan (16). Dit geeft liefst 141 potentiële Democratische kiesmannen die kunnen draaien. Clinton is dus zeker van 191 kiesmannen (332 min 141). De statelijke peilingen geven haar wel een vrij zekere voorsprong in de staten Minnesota, Pennsylvania, Virginia en Wisconsin. Dit betekent dat Clinton mag rekenen op 53 bijkomende kiesmannen of een starttotaal van 244 kiesmannen.

Scenario

Uit bovenstaande analyse blijkt dan dat er nog zeven Democratische staten uit 2012 of 88 kiesmannen in de groep van de nog niet besliste swing states zitten.

Het gevolg is dat geen van de twee kandidaten vandaag zeker is van een meerderheid. Alles zal op 8 november draaien rond 9 staten met in totaal 114 kiesmannen, met op kop Florida (29 kiesmannen). Clinton staat dichter bij de meerderheid in het Kiescollege, maar zij heeft veel meer ‘probleemstaten’ te verdedigen.

De ultieme vraag is of Trump aan 270 kiesmannen kan geraken? Het antwoord is ‘ja’. Vanuit zijn potentiële startpositie (180) moet hij wel 90 van de resterende 114 kiesmannen bijwinnen. Dat lijkt veel, maar gezien de situatie van de laatste dagen is dat geen ondenkbaar scenario.

Wijziging?

Er is al veel kritiek gegeven op het Amerikaanse kiesstelsel om de machtigste politieke functie ter wereld te verkiezen. Maar een wijziging daarvan is nog moeilijker dan de Belgische grondwet of bijzondere wetten te veranderen.

De beide kamers in het Congres (Huis en Senaat) zouden een wijziging kunnen voorstellen van het presidentieel kiessysteem. Maar dat moet wel door minstens 2/3 van de effectieve leden (67 op 100 Senatoren en 290 op 435 Huisleden) worden goedgekeurd. Dat betekent dat beide partijen het er over eens moeten zijn, wat zeker niet het geval is.

Het huidige systeem geeft de staten een niet onaanzienlijke macht in het kiesstelsel. Bovendien is het huidig systeem erg mediageniek, want het leidt tot een urenlang spannend evenement tot iemand 270 kiesmannen behaalt. Een wijziging van het presidentieel kiesstelsel lijkt dan ook een ‘mission impossible’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content