Waarom België de NAVO-afspraken over zijn defensiebudget niet nakomt

In de NAVO is België de slechtste leerling van de klas. © AFP
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

België behoort tot de steeds kleinere groep landen die de NAVO-doestellingen voor 2024 niet zullen behalen. De regering-De Croo heeft nog enkele jaren de tijd, maar legt zich nu al neer bij een echec. ‘Budgettair is het onhaalbaar.’

Corona of geen corona, de NAVO zal de komende tijd meer aandacht opeisen. De spanningen met Rusland nemen toe, denk maar aan de opsluiting van de Russische oppositieleider Aleksej Navalny of de troepenopbouw aan de grens met Oekraïne. Bovendien hebben alle NAVO-lidstaten zich ertoe verbonden om tegen 2024 voldoende geld voor defensie uit te trekken. ‘België voldoet lang niet aan de gemaakte afspraken’, zegt begrotingsexpert Herman Matthijs (VUB en UGent). ‘We zitten zelfs in de staart van het peloton.’ Cédric Maes, de woordvoerder van minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS), bevestigt: ‘We zullen de doelstellingen niet behalen, en daar hebben we vrede mee.’

Niet alleen de VS, ook de NAVO-leden die wél een budgettaire inspanning leveren zullen België op zijn verplichtingen gaan wijzen.

Herman Matthijs, begrotingsexpert

Op de NAVO-top van Wales in 2014 maakten de NAVO-lidstaten twee afspraken. Eén: ze zouden de defensie-uitgaven binnen de tien jaar laten stijgen tot 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp, wat we met zijn allen produceren aan goederen en diensten). Twee: binnen dezelfde termijn zouden ze 20 procent van die uitgaven besteden aan militair materieel. Dat gebeurde met het akkoord van toenmalig Belgisch premier Elio Di Rupo (PS), die een regering leidde van socialisten, liberalen en christendemocraten.

Matthijs: ‘In 2014 voldeden amper drie lidstaten aan de budgettaire doelstelling voor 2024: de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk – van oudsher militaire mogendheden – en Griekenland, dat gezien de politieke situatie op het eiland Cyprus constant rekening houdt met Turkse dreiging.’

België gaf dat jaar 0,9 procent van het bbp uit aan defensie. Alleen Letland, Hongarije en Spanje gaven toen even weinig uit, Litouwen en Luxemburg investeerden nog minder.

‘Sindsdien zijn hebben almaar meer landen de 2 procentnorm behaald’, zegt Matthijs. ‘Polen en Estland deden dat voor het eerst in 2015, Letland in 2018, Litouwen in 2019. In 2020 volgden Noorwegen, Frankrijk, Slowakije en Roemenië. Uiteraard was de Russische dreiging voor de meeste van die landen de belangrijkste beweegreden, maar daarmee zijn 11 van de 29 NAVO-lid- staten de afspraak wel al nagekomen. Van IJsland, dat geen krijgsmacht heeft maar alleen een kleine kustwacht, maak ik daarbij abstractie.’

‘Een hele reeks landen is bovendien aan een opmars begonnen: Turkije, Hongarije, Kroatië en Montenegro besteden al meer dan 1,8 procent aan defensie.’ Ook een aantal grote landen gaat de goede richting uit: Duitsland besteedt 1,56 procent, Nederland 1,49 procent, Canada 1,42 procent en Italië 1,39 procent.

Niet zo erg

En België? ‘Wij zaten altijd net onder de 1 procent van het bbp’, zegt Matthijs. ‘Vorig jaar sprongen we er net over en kwamen we uit op 1,07 procent.’ Daarmee trekken we verhoudingsgewijs de helft minder uit voor defensie dan Nederland en Duitsland. Matthijs knikt: ‘Alleen het Groothertogdom Luxemburg, dat met 550.000 inwoners een leger van 800 mensen heeft, doet het nog slechter met 0,57 procent.’

Als ons land tegen 2024 de 2 procentnorm wil behalen, moet het de komende jaren telkens 4 miljard euro meer aan defensie besteden dan vandaag. Dat is een grote uitdaging voor de regering-De Croo, zeker nu we budgettair veel slechter uit de coronacrisis komen dan onze buurlanden en we 2020 zullen afsluiten met een begrotingstekort van 42 miljard, bijna 10 procent van het bbp.

‘De 2 procentnorm is voor België budgettair onhaalbaar tegen 2024’, zegt Cédric Maes. ‘We gaan daarvoor ook geen bijzondere inspanning leveren. In 2021 willen we 1,14 procent van het bbp besteden aan defensie. Als we in 2024 1,24 procent bereiken, zullen we heel tevreden zijn.’

Nee, we gaan geen bijzondere inspanning leveren.

Cédric Maes, woordvoerder van minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS)

Uit de berekeningen van professor Matthijs blijkt dat de VS nog altijd bovenmatig bijdragen aan de NAVO. De Amerikaanse presidenten hebben er de voorbije decennia geregeld op gehamerd dat de Europese NAVO-lidstaten meer geld voor defensie moeten uittrekken. Nu de spanningen met Rusland oplopen, zal die druk alleen maar toenemen. En dat geldt zeker voor België, dat helemaal achteraan bengelt, nauwelijks vooruitgang boekt en die stand van zaken niet eens zo erg vindt.

Hekkensluiter

De tweede doelstelling van Wales – 20 procent van de uitgaven moet naar defensiematerieel gaan (en dus niet naar personeelskosten, pensioenen enzovoort) – is minder zwaar. Matthijs: ‘In 2014 voldeden al 7 lidstaten eraan: het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Estland, Frankrijk, Luxemburg, de VS en Turkije – die laatste twee landen zaten zelfs boven de 25 procent. In 2015 voegden Litouwen en Polen zich bij die groep, in 2016 Roemenië, in 2017 Italië en Spanje, in 2018 Letland en Slowakije, in 2019 Bulgarije, Hongarije en Nederland, en in 2020 Denemarken en Montenegro, maar viel Bulgarije weer af. Daarmee komen we aan 18 van de 29 lidstaten.’

‘Bulgarije, Canada, Duitsland, Tsjechië en Portugal geven nu tussen de 15 en 20 procent uit aan militair materieel. Zij kunnen de NAVO-doelstelling de volgende jaren behalen’, aldus Matthijs.

En waar zit België? ‘In 2014 besteedde ons land 3,52 procent aan militair materieel, vandaag 10,4 procent. Alleen Kroatië en Slovenië doen het nog slechter, met respectievelijk 10,3 en 4,6 procent.’

Woordvoerder Cédric Maes maakt zich sterk: ‘Ons cijfer zal de volgende jaren stijgen tot 18 procent, onder meer omdat de eerste facturen van de F35-gevechtsvliegtuigen en de nieuwe fregatten zullen binnenlopen.’

Slotsom

Matthijs: ‘Ten tijde van de top van Wales hadden alleen het Verenigd Koninkrijk en de VS de twee streefdoelen uit de overeenkomst van Wales al behaald. In 2015 sloot Polen zich daarbij aan, in 2019 volgden Bulgarije en Litouwen, in 2020 Estland, Frankrijk, Noorwegen, Roemenië en Slowakije. Daarmee komen 10 van de 29 NAVO-lidstaten beide afspraken vandaag al na.’

Globaal gezien is België vandaag zowat de hekkensluiter. Luxemburg, het enige land dat we achter ons laten als het over de 2 procentnorm gaat, is de primus als het gaat over investeren in militair materieel, met liefst 52,5 procent van zijn uitgaven. En de enige twee landen die achter België komen als het gaat over militair materieel zijn Kroatië en Slovenië, maar die scoren dan weer (veel) beter dan wij voor de 2 procentnorm.

Kortom, België is de slechtste leerling van de klas.

Matthijs: ‘Het mag duidelijk zijn: de Belgische bijdrage aan de NAVO is ondermaats, daarvoor zijn de federale regeringen van de voorbije decennia verantwoordelijk. Als een van de weinige landen zullen we de afspraken van Wales bijlange niet nakomen.’

‘De vraag is of we dat zo kunnen houden. Tenslotte zullen niet alleen de Amerikanen de druk verhogen. Ook de NAVO-leden die wél een budgettaire inspanning leveren zullen België meer en meer op zijn verplichtingen gaan wijzen. En dat alles terwijl we de thuisbasis zijn van de NAVO en haar centraal commandocentrum SHAPE.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content