Hoe Rusland zijn diaspora inzet als vijfde kolonne
De voorbije jaren bouwde Rusland een indrukwekkend netwerk uit van organisaties waarmee het de Russischtalige diaspora monitort en zijn inlichtingendiensten ondersteunt. Dat blijkt uit gelekte documenten, die onderzocht werden door een internationale groep journalisten, waaronder Knack.
Het is niet meteen de naam waarmee je een spionageroman verkoopt. Het ‘Fonds ter ondersteuning en verdediging van de rechten van landgenoten die in het buitenland leven’, kortweg Pravfond, lijkt een organisatie van dertien in een dozijn. Het is gehuisvest in een weinig opvallend gebouw in Moskou, in de schaduw van het mastodontische Russische ministerie van Buitenlandse Zaken.
Toch speelt Pravfond een opvallende rol in het Russische buitenlands beleid. Pravfond maakt deel uit van het kluwen aan Russische overheidsorganisaties die zich bezighouden met wat de Russische overheid ‘landgenoten in het buitenland’ noemt. Door de banden met die Russischtaligen in het buitenland aan te halen, voert Pravfond voor de Russische overheid beïnvloedingsoperaties uit in westerse landen. Dat blijkt uit gelekte documenten, die in handen kwamen van de Deense overheidszender DR via een Europese inlichtingenbron. DR deelde de documenten met een internationale samenwerking van journalisten, waaronder Knack. Verschillende Europese inlichtingendiensten beoordelen de documenten als authentiek.
Zo zette Pravfond een netwerk van ‘informatiecentra’ op in zowat alle Europese landen, waaronder ook België. Het financiert minstens twee nieuwswebsites die met informatiecampagnes zowel Russischtaligen in het buitenland als andere Europeanen proberen te beïnvloeden. Sleutelfiguren binnen het fonds hebben banden met de Russische inlichtingendiensten. Volgens interne documenten betaalde het Fonds zelfs de advocaten van een huurmoordenaar van de Federale Veiligheidsdienst FSB en van de beruchte wapenhandelaar Viktor Boet.
Grote ambities
Pravfond werd opgericht in 2012. Het valt onder het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken en Rossotroednitsjestvo, het Russische agentschap voor humanitaire samenwerking en diaspora. Pravfond stelt zich het nobele doel om ‘juridische en andere noodzakelijke ondersteuning te bieden’ aan Russen in het buitenland die vinden dat hun rechten geschonden worden.
Het fonds wordt geleid door Aleksandr Oedaltsov, de voormalige Russische ambassadeur in Letland en Litouwen. Oedaltsov staat bekend als een hardliner binnen de Russische diplomatie, die in 2021 nog een Medaille van Eer kreeg van Vladimir Poetin. Sinds 26 juni 2023 staat zowel Oedaltsov als Pravfond op een Europese sanctielijst wegens hun ‘actieve steun’ aan de invasie van Oekraïne.
De voorbije jaren creëerde Pravfond in het gros van de Russische buurlanden en in Europa een uitgebreid netwerk van Russischgezinde organisaties. Officieel functioneren die centra als informatiepunt voor Russischtalige migranten die administratieve hulp zoeken of officiële documenten willen laten vertalen. Maar tegelijk dienen de centra om de Russische invloed op hun diaspora te bewaken. Volgens de Estse inlichtingendienst KAPO, die de organisatie al lang nauwlettend in de gaten houdt, is Pravfond een ‘fonds voor beïnvloedingsoperaties’. Ook in België werd met financiering van Pravfond een dergelijk informatiecentrum opgezet.
Die ware ambities van Pravfond blijken uit een vergadering van Pravfond-directeur Aleksandr Oedaltsov met Michaïl Galoezin, Russisch viceminister van Buitenlandse Zaken op 28 maart. In die vergadering, zo leert het verslag dat Knack kon inkijken, lijst Galoezin de prioriteiten voor het komende jaar op. Pravfond krijgt de opdracht zijn netwerk van organisaties uit te breiden, de ‘strijd tegen russofobie’ op te voeren en meer ‘landgenoten met een pro-Russische positie’ te vinden. Het moet ook ‘geschiedenisvervalsing’ tegengaan en de voor Rusland flatterende interpretatie van het Sovjetverleden promoten en de banden met de Russisch-orthodoxe kerk aanhalen.
Daarnaast krijgt Oedaltsov ook de opdracht om Pravfonds invloed bij internationale ‘mensenrechtenorganisaties zoals de VN, de OSCE en de Raad van Europa’ te vergroten en zo ‘de internationale gemeenschap te informeren over feiten van discriminatie tegen Russische landgenoten’. Galoezin vermeldt ook dat de Russische staat pogingen onderneemt om ‘de gevolgen van het opnemen van het Fonds en zijn directeur in het elfde Europese sanctiepakket tegen Rusland’ te minimaliseren.
Inlichtingendiensten
Het idee achter Pravfond en aanverwante organisaties is bijna zo oud als de Russische Federatie zelf. In 1993 stelde toenmalig president Boris Jeltsin al dat Rusland via zijn ‘landgenoten in het buitenland’ invloed moest proberen te verwerven in zijn buurlanden. Ondertussen maakt het integraal deel uit van het Russische buitenlandbeleid. Bij de Russische militaire ingrepen in Georgië (2008) en in Oekraïne (vanaf 2014), gebruikte Rusland de ‘bescherming van de Russische minderheid’ als rechtvaardiging.
Terwijl het Russische regime weinig inzit met Russen die onder mensenrechtenschendingen in Rusland lijden, zet het alle zeilen bij om de mensenrechten van Russen en Russischtaligen in het buitenland luidkeels te verdedigen. De Russische interpretatie van wat mensenrechten zijn, gaat bovendien bijzonder ver. Zo maakt Rusland voortdurend stennis over de situatie van de Russischtalige minderheid in de Baltische landen. Dat de Russische taal in sommige voormalige Sovjetlanden geen geprivilegieerde positie meer heeft, ervaart Rusland als een schreeuwend onrecht. Het promoot ook de Russische interpretatie van het Sovjetverleden, die stelt dat de Sovjetrepublieken zich uit eigen wil bij de Unie vervoegden.
Naast de zogenaamde bekommernis voor de mensenrechten van Russen en Russischtaligen houdt Pravfond zich ook bezig met desinformatiecampagnes. Zo blijkt uit de gelekte documenten dat Pravfond Golos steunt, een nieuwswebsite die zich voordoet als een spreekbuis van de Oekraïense oppositie, maar bijna uitsluitend pro-Russische narratieven brengt. In april 2022 richtte Pravfond de nieuwswebsite Euromore op, die in 26 verschillende talen Russischgezind nieuws brengt.
De invloed van de Russische inlichtingendiensten op het Russische ‘landgenotenbeleid’ is evident. Dmitrij Miljoetin, een generaal die bij de FSB adjunct-hoofd is van het invloedrijke Departement voor Operationele Informatie, zit bijvoorbeeld in de commissie voor ‘landgenoten in het buitenland’, die alle Russische departementen die zich met diaspora bezighouden opvolgt. Vladimir Pozdorovkin, adjunct-directeur van Pravfond, werkte voorheen voor de SVR, de Dienst voor Buitenlandse Veiligheid. Sergej Panetelejev, de directeur van het Instituut voor Russische Diaspora dat een officieel samenwerkingsakkoord heeft Pravfond, behoort tot de Russische inlichtingendienst GROe.
Politieke oorlog
Volgens Marta Tuul, woordvoerder van de Estse inlichtingendienst KAPO, werken de door Pravfond gefinancierde organisaties volgens een terugkerend principe. ‘Activisten werpen een denkbeeldig probleem op en verspreiden het via tal van evenementen onder Russischtalige landgenoten. Vervolgens vragen ze financiering van Pravfond om er een rapport over te schrijven. Die rapporten gebruikt Rusland om bij internationale organisaties zijn buurlanden te belagen. Vervolgens kan Rusland aan zijn eigen publiek tonen dat internationale organisaties die discriminatie zogezegd bevestigen, en het land in kwestie onder druk zetten om de Russische eisen in te willigen.’
De bekendste bestemmeling van Pravfond-gelden is het Letse Europarlementslid Tatjana Ždanoka. Zo ontving Ždanoka in maart 2014, net na de annexatie van de Krim, een som van 39.500 euro voor ‘de wettelijke steun van landgenoten ter bescherming van het gezin in West-Europa’. Uit recent onderzoek van het Letse onderzoekscentrum Re:baltica, dat toegang kreeg tot Ždanoka’s e-mailverkeer, blijkt dat Ždanoka contact hield met verschillende FSB-agenten. Ždanoka trad in het verleden ook graag op in het programma van Vladimir Solovjov, de hoofdpropagandist van de Russische staatstelevisie.
Volgens de Estse inlichtingendienst KAPO is Pravfond een ‘fonds voor beïnvloedingsoperaties’. Ook in België werd met financiering van Pravfond een dergelijk informatiecentrum opgezet.
Pravfond was tot aan het begin van de grootschalige invasie ook bijzonder actief in Oekraïne. Via zijn organisaties propageert Pravfond voortdurend de samenzweringtheorie dat Russischtaligen in Oekraïne het slachtoffer zijn van ‘neonazisme’, een narratief dat de Russische overheid sinds de Maidanrevolutie van 2014 onophoudelijk blijft verspreiden. Volgens interne documenten doneerde Pravfond in de aanloop naar en net na de annexatie van de Krim 9,7 miljoen roebel (op dat moment ongeveer 176.000 euro) aan Natalija Vitrenko, de leider van de pro-Russische Progressieve Socialistische Partij van Oekraïne (PSPU). Vitrenko is een controversiële figuur in Oekraïne. Ze was in de jaren 2000 lid van de Euraziatische Jeugdunie van Aleksandr Doegin, een fascistische ideoloog die pleit voor de volledige annexatie van Oekraïne. Officieel moet het geld dienen voor ‘de bescherming van de rechten van landgenoten in de context van de geopolitieke keuze van Oekraïne’. Haar partij werd in juni 2022 verboden. Zowel Zjdanoka als Vitrenko reageerde niet op onze vragen.
Volgens Ruslandkenner Mark Galeotti maken die informatiecentra deel uit van ‘de politieke oorlog die Rusland tegen het Westen voert. Ze hebben het doel om ons te verdelen, te demoraliseren en af te leiden. Rusland snapt dat er in democratieën veel verschillende meningen bestaan. Ze proberen die verschillen uit te vergroten, in de hoop dat we zodanig veel kibbelen dat we er niet in slagen onze middelen te mobiliseren tegen Moskou.’ Galeotti benadrukt dat Rusland in se niets nieuws creëert. ‘Ze hebben geen magische krachten om onze breinen te controleren. Ze kunnen alleen de bestaande verschillen proberen uit te vergroten.’
Dat kunnen ze bovendien op een verbluffend goedkope manier. ‘De Russen zijn erg goed in het vinden van mensen die hen goed gezind zijn. Vaak volstaan een paar duizenden euro’s om hen op weg te zetten.’
Voor dit onderzoek werkte Knack samen met DR (Den), SVT (Zwe), Göteborgs-Posten (Zwe), YLE (Fin), NRK (Noo), Le Monde (Fra), Delfi Estonia (Est), Re:Baltica (Let), The Guardian (VK), paper trail media, Der Spiegel en ZDF (Dui), Der Standard (Oos) en Tamedia Group (Zwi).
Oorlog in Oekraïne: alles wat u moet weten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier