De Amerikaanse Senaat heeft met grote meerderheid een compromispakket opgelegd aan de spoormaatschappijen, waardoor een geplande staking van de baan is. Een sociaal pakket kreeg echter niet de nodige grote meerderheid van zestig stemmen.
Op 9 december kon in de VS een staking starten bij het vrachtvervoer per spoor. De zowat 115.000 spoorwerkers zouden het werk neerleggen nadat het sociaal overleg geen akkoord had opgeleverd en een compromis dat de regering Biden in september had voorgelegd door de leden van vier van de twaalf bonden was afgewezen. Dat compromis bevatte onder meer een loonsverhoging van 24 procent tegen 2024.
Omdat een spoorstaking, volgens president Biden, binnen de twee weken tot een economische catastrofe kan leiden, riep de president het Congres op om het compromis uit september wettelijk op te leggen. Dat kan op basis van een spoorwet uit 1926, die de overheid de mogelijkheid biedt om tussen te komen als essentiële diensten in het gedrang komen. De wet werd voor het laatst ingeroepen in 1992, toen Joe Biden als een van acht senatoren tegen het gebruik ervan stemde.
Het Huis van Afgevaardigden keurde het compromis van de regering Biden woensdag goed en donderdag volgde de Senaat. Van de 100 senatoren stemden 80 voor en 15 tegen.
In het Huis, waar een gewone meerderheid volstaat, was ook een tweede pakket goedgekeurd: het kende de spoorwerkers zeven betaalde ziektedagen toe. In de Senaat kregen die ziektedagen echter niet de vereiste grote meerderheid van 60 stemmen. Dat deel werd met 52 stemmen voor en 43 tegen verworpen. Bij de voorstemmers was de voormalige Republikeinse presidentskandidaat Ted Cruz.
De voorbije jaren is het aantal werknemers in de sector fors gedaald, en zijn de werkomstandigheden volgens werknemers en vakbonden beduidend slechter geworden.
Momenteel hebben de werknemers geen betaalde ziektedagen, al zit in het compromispakket een ‘persoonlijke dag’ die eventueel voor ziekte kan ingezet worden.
De vakbondsleiding en vele werknemers zijn niet opgezet met de ingreep.
Biden stuurde donderdag zijn ministers van Sociale Zaken (Martin Walsh) en Transport (Pete Buttigieg) naar de Senaat om op de senatoren in te praten.