Vrouwen en kinderen eerst? Mannen zijn het kwetsbaarst in oorlogstijd

Vrouwen en kinderen op de vlucht uit Oekraïne steken de grens met Polen over in Medyka, 9 maart 2022. © Belga Image
Ann Peuteman
Ann Peuteman Redactrice bij Knack

Oekraïense vrouwen mogen naar het buitenland vluchten, mannen moeten blijven om te vechten. Is dat een privilege, een belediging, discriminatie of simpelweg een anachronisme? Zonder gevolgen is het in elk geval niet.

Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne ‘mogen’ vrouwen en kinderen het land uit vluchten. Mannen moeten blijven van de Oekraïense overheid, en het liefst ook de wapens opnemen.

Dat mannen en vrouwen in tijden van crisis een compleet andere rol en ook andere rechten toebedeeld krijgen, lijkt niemand echt te deren. Ook al staat dat haaks op de tijdgeest. Niet alleen maken westerse landen in hun wetgeving amper nog onderscheid tussen mannen en vrouwen, ook de overtuiging dat het zin heeft om mensen louter op basis van hun fysieke geslachtskenmerken in categorieën in te delen, verliest langzaamaan terrein.

Maar als er groot gevaar dreigt, zijn we dat zo weer vergeten en vinden we het normaal dat niet alleen kinderen maar ook vrouwen stante pede in veiligheid worden gebracht. Dat is toch wat we altijd doen wanneer een al dan niet spreekwoordelijk schip in nood is? Niet dus.

De ‘Birkenhead drill’

Het principe ‘vrouwen en kinderen eerst’ dook in primeur op in de geschiedenisboeken in 1852. Het Britse stoomschip HMS Birkenhead, dat nieuwe troepen naar Zuid-Afrika bracht, sloeg in de buurt van Kaap de Goede Hoop tegen de rotsen. Aan boord waren naast militairen ook 26 vrouwen en kinderen.

Zodra duidelijk werd dat het schip zou vergaan, gaf kapitein Robert Salmond het commando om hen als eersten in de reddingssloepen te helpen. Uiteindelijk zouden 445 van de 638 opvarenden omkomen, maar alle vrouwen en kinderen overleefden de schipbreuk.

Al snel werd ‘vrouwen en kinderen eerst’ de ‘Birkenhead drill’ genoemd, en verheerlijkt als toonbeeld van hoffelijkheid, zelfopoffering en discipline. Zeker toen vrouwen en kinderen 60 jaar later absolute voorrang kregen om in een reddingsboot te stappen bij de ramp met de Titanic. 70 procent van de vrouwelijke passagiers werd toen gered, tegenover 20 procent van de mannen.

Titanic

Het is vooral door het tot de verbeelding sprekende Titanic-epos dat we zijn gaan geloven dat het principe van ‘vrouwen en kinderen eerst’ een ongeschreven wet is. Maar in de praktijk blijkt de ‘Birkenhead drill’ vaker niet dan wel te worden toegepast.

Een Zweeds onderzoek naar schipbreuken tussen 1852 en 2011 toont aan dat er in de meeste gevallen weinig hoffelijkheid bij komt kijken. Vrouwen worden eerder onder de voet gelopen dan in reddingssloepen geholpen.

Als het niet bij de kapitein opkomt om op het cruciale moment ‘vrouwen en kinderen eerst’ te roepen, dan hebben vrouwen een veel kleinere kans om te overleven dan mannen. Dat komt volgens de onderzoekers onder meer doordat zij meestal minder krachtige zwemmers zijn, en zich ook niet zo agressief opstellen.

Een schrijnend voorbeeld was de ramp met de Costa Concordia, een cruiseschip dat in 2012 voor de Italiaanse kust kapseisde. In plaats van erover te waken dat vrouwen en kinderen eerst konden ontkomen, ging de kapitein er zelf vandoor. Daarna was het ieder voor zich. Mannelijke passagiers duwden vrouwen en kinderen hardhandig opzij. Net zoals dat geregeld gebeurt bij branden, natuurrampen of andere omstandigheden waarbij een grote groep mensen snel moet kunnen ontkomen.

Kwetsbare burgers

Nu is een oorlog nog iets anders dan een schipbreuk. Al is het maar omdat je overlevingskansen daarbij niet zozeer afhangen van hoe snel je kunt rennen of zwemmen. Waarom vrouwen ook bij gewapende conflicten vaak samen met de kinderen worden geëvacueerd, is niet altijd duidelijk.

Soms worden er verklaringen aangedragen die wel erg belegen of zelfs ronduit seksistisch zijn. Dat mannen zich pas echt op de strijd kunnen concentreren als ze weten dat vrouw en kind veilig zijn, bijvoorbeeld. Ook het argument dat vrouwen nu eenmaal moeder zijn (of kunnen worden), snijdt niet zo heel veel hout.

Natuurlijk klopt het dat we kinderen het best niet in hun eentje wegsturen, maar er is niet meteen een reden te vinden waarom ze – zodra ze geen moedermelk meer nodig hebben – beter door hun moeder dan door hun vader kunnen worden vergezeld.

Bovendien is het heel uitzonderlijk dat alleen moeders de kans krijgen om zich met hun kroost in veiligheid te brengen. Doorgaans geldt dat voor álle vrouwen. Of ze nu kinderen hebben of niet.

Kracht

Andere mogelijke beweegredenen zijn minder makkelijk van tafel te vegen. Zo valt er weinig in te brengen tegen het feit dat kwetsbare burgers het best zo snel mogelijk in veiligheid worden gebracht. Dat kinderen tot die groep behoren, zal niemand betwisten. Maar vrouwen?

Het klopt dat zij fysiek doorgaans minder sterk zijn dan mannen, die meer spierkracht en spiermassa hebben. Meestal toch, want er zijn natuurlijk ook ijzersterke vrouwen. Hoe dan ook zal het wel kloppen dat de gemiddelde man minder moeite heeft om zware wapens te torsen en de terugslag ervan te incasseren. Al bewijzen de vele Oekraïense vrouwen die hebben besloten te blijven en de wapens op te nemen dat het geen onoverkomelijke hindernis hoeft te zijn.

Daarbij komt nog dat je een oorlog niet wint met spierkracht alleen. Ook mentale kracht is cruciaal, en er is geen enkele reden om aan te nemen dat mannen op dat vlak enig voordeel zouden hebben.

Geweld

Hun beperktere spierkracht is niet de enige reden waarom vrouwen in oorlogstijd vaak bij de kwetsbare burgers worden ingedeeld. Onderzoeken naar gewapende conflicten over de hele wereld tonen aan dat ze in veel gevallen zwaarder onder een oorlogssituatie lijden dan mannen. Zo worden ze meer geconfronteerd met erbarmelijke leefomstandigheden, ondervoeding en ernstige gezondheidsproblemen.

Bovendien zijn ze veel vaker het slachtoffer van seksueel geweld, dat in conflictgebieden soms als oorlogswapen wordt gebruikt. Daarom pleiten ngo’s er al jaren voor om vrouwen systematisch uit oorlogssituaties weg te halen.

Niet minder doden

Er zijn dus wel degelijk argumenten te vinden die het principe ‘vrouwen en kinderen eerst’ legitimeren. De vraag is alleen hoe doeltreffend de aanpak in de praktijk is. Dat de overlevingskansen van vrouwen er aanzienlijk door vergroten, staat buiten kijf. Maar dat wil nog niet zeggen dat er ook minder doden vallen. Het zijn niet de vrouwen die in gewapende conflicten het grootste gevaar lopen om vermoord te worden. Haast altijd zijn de meeste burgerslachtoffers volwassen mannen.

Ook dat heeft natuurlijk met hardnekkige stereotypen te maken. In de ogen van de vijand vormen mannen een veel grotere bedreiging dan ‘onschuldige vrouwen’. Wat de repercussies daarvan kunnen zijn, bleek onder meer tijdens de oorlog in ex-Joegoslavië. Nadat vrouwen en kinderen uit belegerde gebieden waren geëvacueerd, werden de overgebleven mannen er niet zelden geëxecuteerd. Dat was ook het geval in Srebrenica, waar meer dan 8000 moslims in 1995 door het Bosnisch-Servische leger werden gevangengenomen en gedood. Zo goed als alle slachtoffers waren mannen.

Volgens de Amerikaanse politoloog Charli Carpenter, auteur van Innocent Women and Children, bestaat de echt kwetsbare groep in oorlogstijd dan ook uit ongewapende volwassen mannen. Moeten we hén dan maar evacueren, terwijl hun vrouwen ten strijde trekken? Natuurlijk niet. Maar we kunnen ons er maar beter van bewust zijn dat hoffelijkheid in oorlogstijd onvoorziene gevolgen kan hebben.

Of zoals het in een passage over het heroïsme op de HMS Birkenhead in een oud Brits geschiedenisboek staat: ‘Gelukkig werden alle vrouwen en kinderen gered. Nooit zullen we weten hoeveel mannenlevens dat heeft gekost.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content