Hubert Van Humbeeck
‘Vrij of niet, Nobelprijswinnaar Narges Mohammadi geeft niet op’
Na Shirin Ebadi is Narges Mohammadi de tweede Iraanse vrouw die de Nobelprijs voor de Vrede krijgt.
Eind vorig jaar mocht Narges Mohammadi (51) de gevangenis kort verlaten voor een medische ingreep. Ze maakte van de gelegenheid gebruik om een boekje te schrijven over de leefomstandigheden in de gevangenis, het geweld en het seksuele misbruik. Ze beschrijft vooral de ‘witte marteling’: de isolatiecel die wordt gebruikt om haar het zwijgen op te leggen en waarin alles wit is, van de muren tot het voedsel.
Of ze vrij is of niet, Mohammadi blijft actie voeren. Ze zit nu een straf van tien jaar uit, maar ze werd alles bij elkaar al tot meer dan 30 jaar cel en 154 zweepslagen veroordeeld. Altijd voor haar verzet tegen het regime en zijn religieuze terreur.
Het Nobelprijscomité roemt haar strijd tegen de onderdrukking van vrouwen en voor mensenrechten. Toch was ze tot vorig jaar in Iran weinig bekend. Dat veranderde na de dood van Mahsa Amini, de jonge vrouw die door de zedenpolitie hard werd aangepakt en stierf omdat ze haar hoofddoek niet droeg zoals voorgeschreven. Vanuit haar cel werd Mohammadi de stem van een protestbeweging van vaak jonge vrouwen, die maanden duurde en honderden slachtoffers maakte.
Ze kreeg haar Nobelprijs een week nadat opnieuw een meisje in Teheran door de zedenpolitie in een coma werd geslagen. De Nobelprijs voor de Vrede ging al eerder naar iemand die in de gevangenis zit. Denk aan de Duitse pacifist Carl von Ossietzky, die de prijs in 1935 kreeg voor zijn verzet tegen het naziregime.
Hoe meer ze ons opsluiten, hoe sterker we worden.
Naar aanleiding van de verjaardag van de dood van Mahsa Amini smokkelde Mohammadi een kort essay uit haar cel, dat The New York Times afdrukte. ‘Hoe meer ze ons opsluiten, hoe sterker we worden’, schrijft ze. Het regime is haar ondertussen liever kwijt dan rijk, maar ze negeerde voorzetten van de inlichtingendienst om te vluchten of om genade te vragen. Haar man en haar kinderen leven in ballingschap in Parijs. Ze heeft hen al jaren niet meer gezien.
Vanuit haar cel steunt Narges Mohammadi de vraag van, onder meer, Hillary Clinton om genderapartheid op te nemen in de definitie van misdaden tegen de mensheid, iets waar de Verenigde Naties aan werken. Op straat in Teheran wordt geroepen dat ze een Iraanse Nelson Mandela is.
Het Nobelprijscomité zegt dat het Iran een teken wou geven dat het naar zijn volk moet luisteren. Wat vrouwen in Iran doen voor meer democratie en vrijheid zou mensen bij ons die in een sterke leider geloven ten minste aan het denken moeten zetten.