VN-topvrouw Michèle Coninsx: ‘Laat kinderen van Syriëstrijders niet aan hun lot over’
In een interview met Knackstuurt Michèle Coninsx, directeur VN-Directoraat van het Antiterrorismecomité, een duidelijke boodschap de wereld in: ‘Het is niet omdat het ons kind niet is, dat we er geen zorg voor hoeven te dragen.’
Sinds ze op 3 november 2017 aantrad als directeur van het VN-Directoraat van het Antiterrorisme-comité (CTED) volgt Michèle Coninsx het antiterreurbeleid van VN-lidstaten.
Naast een evaluatie van antiterreurmaatregelen wereldwijd volgt haar dienst -een staf van zowat vijftig experten- ook wereldwijde trends op terreurvlak op, verspreidt goede praktijken en reikt expertise aan aan landen die daarom vragen.
‘Het globale karakter van terrorisme is nieuw en ook enkele neveneffecten -zoals de problematiek van terugkerende buitenlandse strijders én hun gezin. Dat heb ik nooit eerder gezien’, zegt Coninsx in het Knack-interview. ‘Als we daar niets aan doen, als we die mensen geen hoop of perspectief bieden in het land zelf of daarbuiten, dan zitten we over tien-vijftien jaar met een nieuwe grote groep gefrustreerde mensen. Potentiële terroristen.’
Een globaal probleem oplossen doe je niet door alleen naar je eigen navel – de problemen in je eigen land – te kijken.
Wat moet er gebeuren met de kinderen van Belgische Syriëstrijders? Coninsx: ‘Die discussie moet op federaal niveau worden gevoerd. Daar heb ik geen advies over te geven. Ik ken die dossiers niet en ze zijn bovendien van een ongeziene complexiteit. Maar wat je zeker niet mag doen, is die kinderen aan hun lot overlaten. Zij zijn vaak staatloos of wees. In maart was ik in Irak. Dat land kampt met zoveel problemen. Het is bezig met heropbouw en de toekomst van zijn eigen kinderen. Kan je van Irak dan verwachten dat ze alles laten vallen om die staatloze kinderen van buitenlandse terroristen op te vangen?’
Coninsx onderstreept dat het een globaal probleem betreft, waar meer dan honderd landen mee geconfronteerd worden. Sommige landen halen actief kinderen van strijders terug. Coninsx geeft een voorbeeld: ‘Azerbeidzjan heeft in september een groep van twintig weeskinderen tussen 4 en 11 jaar gerepatrieerd vanuit Irak. De kinderen worden goed omkaderd en pas als ze op het juiste pad zijn gebracht, mogen ze terugkeren naar de rest van hun familie.’
Op de vraag of onze samenleving wel vergevingsgezind genoeg is als het gaat om de kinderen van Syriëstrijders, zegt Coninsx dat we daarrond bewustzijn moeten creëren. ‘Wat gebeurt er als we niets doen? We moeten de maatschappij wijzen op de voor- en nadelen van ons gedrag en ons aandeel in de aansprakelijkheid: het is niet omdat het ons kind niet is, dat we er geen zorg voor hoeven te dragen. Anders zijn we mee verantwoordelijk voor het creëren van een nieuwe generatie van hopeloze jongeren zonder perspectief. Hoe gaan we er allemaal samen in slagen een globaal probleem op te lossen? Dat doe je niet door alleen naar je eigen navel – de problemen in je eigen land – te kijken.’
Lees ook: VN-topvrouw Michèle Coninsx: ‘De weg naar de top is lang, zeker op hoge hakken’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier