VN-Mensenrechtenraad veroordeelt stijgend aantal executies in Iran
De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties heeft dinsdag het stijgend aantal executies in Iran, waaronder ook de recente gevallen na de manifestaties die het land al maanden door elkaar schudden, veroordeeld.
De VN-organisatie keurde een resolutie goed waarin ze haar “diepe bezorgdheid uitdrukt over het toenemende aantal executies, waaronder die van ter dood veroordeelde personen wegens hun vermeende deelname aan recente demonstraties”. De tekst verlengt ook het mandaat van de speciale VN-rapporteur voor mensenrechten in Iran, Javaid Rehman, met een extra jaar. Hij werd goedgekeurd door 23 van de 47 leden van deze raad. Zestien leden onthielden zich van stemming en acht stemden tegen, waaronder Cuba, China, Pakistan en Vietnam.
De Iraanse ambassadeur Ali Bahraini verwierp de tekst die naar eigen zeggen van mensenrechten een wapen maakt voor buitenlandpolitiek. Deze resolutie toont de groeiende bezorgdheid over het hoge aantal executies in Iran en herhaalt de krachtige veroordeling door de internationale gemeenschap van het harde optreden van het Iraanse regime, na de massale protesten die in september begonnen. Teheran heeft vier mensen geëxecuteerd na de manifestaties die ontstonden na de dood van Mahsa Amini.
Volgens de Organisatie van Mensenrechten in Iran, met hoofdzetel in Noorwegen, werden minstens 144 mensen het voorbije jaar geëxecuteerd in Iran. De resolutie die dinsdag werd goedgekeurd, vraagt aan Iran om alle wetgevende, administratieve en andere maatregelen te nemen zodat niemand zou worden geëxecuteerd “voor overtredingen die niet op hetzelfde niveau staan dan meer ernstige criminele feiten.”
Iran moet er eveneens voor zorgen dat geen enkele executie gebeurt voor feiten die voor de 18e verjaardag van de overtreder plaatsvonden, en dat straffen enkel worden uitgesproken door rechtbanken die bevoegd, onafhankelijk en zelfstandig zijn”, besluit de tekst.
De Mensenrechtenraad betreurt eveneens de systematische discriminatie en het geweld dat gebaseerd is op gender, ethnische origine, religie of politieke overtuiging.
NGO: ‘Minstens 537 doden bij neerslaan protestbeweging Iran’
Het geweld van de veiligheidstroepen tegen de protestbeweging die in september vorig jaar in Iran uitbrak, heeft zeker 537 levens gekost. Dat zegt althans de NGO Iran Human Rights (IHR).
Eerder maakte IHR gewag van 488 demonstranten die gedood zijn bij het harde optreden van de troepen. Het nieuwe dodental houdt rekening met nieuwe bevestigde doden, aldus de in Noorwegen gevestigde NGO, die een rapport heeft gepubliceerd ter gelegenheid van 200 dagen sinds de dood van Mahsa Amini. De dodelijkste maanden waren september (223 doden), oktober (100 doden) en november (173 doden).
De autoriteiten menen dat honderden mensen, waaronder leden van de veiligheidstroepen, zijn gedood in het kader van de protesten, die de afgelopen weken zijn afgenomen. Het merendeel van de door de NGO geregistreerde doden – 134 – viel in de provincie Sistan-Baloechistan, een arme zuidoostelijke regio waar de Baloechi-minderheid woont. Die hangt hoofdzakelijk de soennitische islam aan, in tegenstelling tot de dominante sjiitische godsdienst van Iran. Er werden minstens 69 doden geregistreerd in Teheran, 57 in de provincie Koerdistan en 56 in de provincie West-Azerbeidzjan (noordwesten), twee provincies waar de Koerdische minderheid woont, voegt de NGO eraan toe.