Vladimir Poetin zucht, kucht en praat voor 4 uur en 22 minuten: ‘U vertrouwt toch geen westerse media?’
In zijn jaarlijkse grote persconferentie zegt Vladimir Poetin dat hij open staat om de Russische grondwet te veranderen om het aantal presidentiële ambtstermijnen tot twee te beperken.
Sinds 2001 heeft Rusland een apart kerstritueel. In de week voor Kerstmis blaast het voltallige Russische perskorps verzamelen in Moskou voor een enorme persconferentie, waarin de president gedurende om en bij de vier uur vragen beantwoordt. De voorbije veertien jaar is het evenement meer geworden dan een persmoment. Het is een jaarlijks ritueel, een soort collectieve audiëntie waarbij het staatshoofd de natie onderhoudt. Het is een blauwdruk geworden van hoe het regime communiceert: zakelijk, verheven, een baken van cijfers en volzinnen te midden van een chaotische zaal vol schreeuwende journalisten.
Voor de persconferentie begint, stuurt een Russische vriendin me ‘bij wijze van expertcommentaar’ een liedje door van de Russische eightiespunkband Grazjdanskaja Oborona. De titel van het liedje, die je met een zekere terughoudendheid kunt vertalen als ‘Alles vliegt naar de ruk’, is een mooie illustratie van de groeiende politieke apathie die zich van veel Russen meester heeft gemaakt. Hoe groter de jaarlijkse persconferentie wordt, des te kleiner de interesse van de bevolking, zo lijkt het wel.
Het ritueel in kwestie gaat steevast als volgt. Dmitri Peskov, sinds 2000 Poetins perschef, geeft schijnbaar lukraak het woord aan een journalist in de zaal. Die stelt, niet zelden met een zekere woordomhaal, een vraag. Poetin luistert aandachtig, neemt nu en dan een notitie, zucht, kucht, en formuleert vervolgens een uitgebreid antwoord vol cijfers en rangschikkingen in het soort taal waarvan de gemiddelde Sovjetambtenaar zich pleegde te bedienen en die nog steeds gemeengoed is onder Russische functionarissen. Tussen die gortdroge, ambtelijke volzinnen door vertelt hij, als was het om indommelende kijkers bij de les te houden, nu en dan een voorzichtig grapje of een persoonlijke anekdote.
De strategieën om het woord te vragen variëren. Tientallen journalisten houden borden vast waarmee ze de aandacht proberen te trekken. Doorgaans bevat het bord het embleem van het nieuwsmedium in kwestie, maar vaak zijn het ook persoonlijke boodschappen. Die gaan van algemene lofbetuigingen als ‘WIJ ZIJN VOOR’ en ‘Jekatarineburg houdt van Poetin’ tot eerder cryptische boodschappen als ‘Poetin is een snoek’ of ‘Tijd om Borjomi te drinken’ (een typisch mineraalwater uit Georgië, nvdr.). De bordjesstrategie sorteert geregeld succes: al na tien minuten krijgt een reporter het woord omdat ze een bord vasthoudt waarop ze aanklaagt dat er nog nooit een reporter uit Kamsjatka een vraag heeft kunnen stellen.
De hele oefening lijkt in eerste instantie een soort recapitulatie van de klassieke debatfiches waarmee het Russische regime op internationale kritiek antwoordt. Ruslands verbanning van de Olympische Spelen is ‘onwettelijk’, ‘onrechtvaardig’ en ‘gaat in tegen het olympisch charter’. De situatie in Oekraïne is volgens hem ‘de schuld van Kiëv’, er zijn ‘geen Russische troepen in Oost-Oekraïne’. De rebellen in de Oost-Oekraïense volksrepublieken krijgen hun wapens niet van Rusland, maar van ‘overheidsagentschappen die met hen sympathiseren’. En uiteraard heeft Rusland geen enkele rol gespeeld bij de verkiezing van Donald Trump, die volgens Poetin onterecht een impeachmentprocedure moet ondergaan.
Het is voor alle duidelijkheid niet zo dat Poetin geen kritische vragen krijgt. Ook buitenlandse media zoals Der Spiegel of de BBC krijgen de mogelijkheid om Poetin een vraag voor te leggen. Zo moet Poetin antwoorden op vragen over de moord op Zelimchan Changosjvili, de Tsjetsjeen die in augustus vermoedelijk door Russische inlichtingendiensten werd doodgeschoten in Berlijn. Ook de BBC vraagt hem naar aantijgingen dat Russische hackers het brexitreferendum zouden hebben beïnvloed. Maar tegelijk kost het Poetin geen enkele moeite om de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven of de vragen te ridiculiseren. ‘U vertrouwt toch geen westerse media?’ vraagt hij glimlachend aan een Turkse journalist die hem een vraag stelt. ‘U leest toch zelf ook wat ze allemaal over uw land schrijven?’
Pijnlijker, en dus interessanter, zijn de vragen van Russische journalisten uit de provincie. Die zijn zonder uitzondering specifiek: er mag geen straatsteen in Oelan-Oede losliggen of de kans bestaat dat de president er vroeg of laat een vraag over krijgt. Die vragen scheppen een ronduit deprimerend beeld van Russisch platteland en provincie. Er komt een vraag over het afvalprobleem in veel Russische steden, waar het vuilnis bij gebrek aan verwerkingsinfrastructuur voor gezondheidsproblemen zorgt. Er komt een vraag over de zieltogende gezondheidszorg in veel Russische provinciesteden, over fabrieken die gesloten worden, over levensreddende medicijnen die in administratieve wirwar verloren gaan. ‘Wanneer zal de levensstandaard eindelijk toenemen?’ wil een reporter weten. Een andere journaliste wil weten wanneer huiselijk geweld eindelijk strafbaar zal worden – in Rusland is het voor een man nog steeds niet strafbaar om zijn echtgenote te slaan.
Die vragen zijn des te opmerkelijker omdat ze ongeveer elk jaar worden gesteld, en er eigenlijk nauwelijks iets lijkt te veranderen. Voor Poetin moet het een ronduit deprimerende oefening in zelfkastijding zijn. Het is de paradox van het poetinisme: ondanks de enorme centralisering van het staatsapparaat die hij de voorbije twee decennia heeft gerealiseerd, lijkt de president steeds minder in staat de leefomstandigheden van zijn landgenoten te beïnvloeden. En dus maakt Poetin beloftes. Er moet betere infrastructuur komen. Er moeten meer afvalverbrandingsovens komen. Er moet meer hightechindustrie ontwikkeld worden in Rusland. De strijd met de corruptie moet een prioriteit worden. De productiviteit moet omhoog. Tegelijk brengt hij – zoals elk jaar – zijn bevolking in herinnering dat het in de jaren negentig allemaal veel erger was, en dat hij het land gestabiliseerd heeft. Het zijn stuk voor stuk waarheden als een koe. Alleen: Poetin herhaalt ze al bijna twintig jaar, elk jaar opnieuw, alsof hij ze voor het eerst te horen krijgt. ‘We hebben interne stabiliteit. (…) hebben veel economische uitdagingen, maar tegelijk hebben we een lage publieke schuld en bedraagt de inflatie nauwelijks drie procent. Jullie zijn vergeten hoe het vroeger was’, klinkt het bijna verwijtend.
Steeds presenter in het discours van Poetin is de Sovjet-Unie, en dan vooral diens rol in de Tweede Wereldoorlog. Zo ondernemen Russische ambassades al een hele tijd pogingen om de beeldvorming rond het Molotov-Von Ribbentroppact bij te sturen. Dat niet-aanvalspact tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie, waarbij beide grootmachten in een geheime clausule Oost-Europa onder elkaar verdeelden, was instrumenteel voor Hitler om het Westen aan te kunnen vallen. Ook tijdens deze persconferentie put Poetin zich uit om te benadrukken dat Stalin Hitler nooit persoonlijk heeft ontmoet, dat de Sovjet-Unie het pact als laatste heeft ondertekend en dat de Sovjet-Unie Polen pas is binnengetrokken nadat ‘de Poolse regering de controle verloor’. Hoewel geen ernstig historicus die lezing van de feiten ondersteunt, hecht de Russische diplomatie er enorm aan die versie ingang te doen vinden. Niet alleen herstelt het de Sovjet-Unie enigszins in zijn eer, het geeft ook Rusland een zekere legitimiteit. Want is ook Rusland Oost-Oekraïne in die logica ook niet ter hulp gekomen nadat de Oekraïense regering na de Maidanrevolutie van 2014 de controle had verloren?
Het is sowieso opvallend hoe vaak de Sovjet-Unie nog steeds terugkomt in het discours van Poetin. Die affiniteit is geenszins ideologisch – Poetin heeft geen enkele band met het socialistische gedachtegoed – maar louter geopolitiek: onder de Sovjet-Unie bestierden de Russen een wereldrijk. Zo wijdt Poetin ook een uitgebreid antwoord aan de figuur van Vladimir Lenin. De grondlegger van de Sovjet-Unie noemt hij ‘geen staatsman, maar een revolutionair’. Poetin verwijt Lenin opvallend genoeg dat hij van Rusland een confederatie heeft gemaakt, waarbij de verschillende etnieën ondergebracht werden in regio’s met grenzen, die het recht hadden de Sovjet-Unie te verlaten.
Toch is die hang naar het verleden ook opmerkelijk. Tieners, twintigers en dertigers hebben vandaag geen enkele herinnering meer aan de Sovjettijd. Het toont aan dat Poetins grootste angstbeeld nog steeds in de jaren negentig leeft: de vrees dat het onmetelijke Rusland ooit ten prooi zal vallen aan etnische conflicten en onherroepelijk uit elkaar zal vallen. Die geopolitieke bril verklaart ook waarom Poetin Stalin boven Lenin verkiest: niet vanwege een of andere heimwee naar jodenvervolgingen of de goelag, maar omdat Stalin veel meer dan Lenin aan geopolitiek deed.
Zoals elk jaar wordt de persconferentie verstoord door enkele ludieke tussenkomsten. Na een kwartier begint een Petersburgse journalist onophoudelijk te schreeuwen. Wanneer hij het woord krijgt, vraagt hij prompt een een-op-eeninterview aan. Er is ook een vreemde Bulgaar die met een icoon van de heilige maagd in zijn handen om de president bezweert.
Het duurt één uur en 29 minuten voor de enige vraag gesteld wordt die er echt toe doet. Al jaren is er in de Russische politiek maar één jaartal dat er echt toe doet: 2024. Dan loopt Poetins vierde ambtstermijn af, en kan hij volgens de huidige grondwet zich niet opnieuw verkiesbaar stellen. Wat er met het land gebeurt als Poetin ooit afscheid neemt van de politiek, weet niemand. Komt er een open kiesstrijd? Wordt er een opvolger naar voren geschoven? Zal Poetin achter de schermen aanblijven? Er valt momenteel geen zinnig woord over te zeggen.
Poetin toont zich verrassend open in zijn antwoord. Zo zegt hij dat hij ervoor open staat om de Russische grondwet aan te passen. Die stelt nu dat een president maximaal twee opeenvolgende termen mag aanblijven. Die handigheid liet hem in 2012 toe om terug te keren voor twee ambtstermijnen van zes jaar, nadat hij tussen 2008 en 2012 het presidentschap aan Dmitri Medvedev had gegund. Poetin vindt nu dat het woord ‘opeenvolgende’ gerust weg zou mogen. Dat zou betekenen dat een Russische president voortaan maximaal twee ambtstermijnen zou mogen aanblijven. Pro memorie: Poetin is momenteel bezig aan zijn vierde ambtstermijn.
In de duistere wereld van de Russische jurisprudentie is het niet duidelijk wat dat juist betekent. Poetin lijkt daarmee te suggereren dat hij in 2024 zal opstappen. Maar tegelijk is het voorstelbaar dat de teller met een nieuwe grondwet zou worden teruggedraaid, en Poetin dus opnieuw vanaf nul ambtstermijnen zou vertrekken. Dat zou ingaan tegen het algemene gevoel in Moskouse kringen dat Poetin het al enige tijd gehad heeft met zijn post, en eigenlijk op zoek is naar de uitgang. In die context lijkt zijn voorstel om de grondwet te wijzigen minstens de indruk dat hij bij voorbaat de macht van zijn opvolger zal proberen in te perken.
Maar tegelijk geeft Poetin ook aan dat hij Rusland gerust naar een meer parlementair systeem zou willen zien evolueren, waarbij er meer macht terechtkomt bij de Doema, en dus ook bij de Russische regering. In zo’n systeem zou de president fel aan macht inboeten, en de premier weer een voornamere rol spelen. Interessant genoeg staat er in de Russische grondwet geen limiet op het aantal termijnen als premier. Vladimir Poetin zou zich in 2024 dus probleemloos kandidaat kunnen stellen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier