Vlaamse reacties op Fins onderwijsmodel: ‘We moeten de Finnen zeker niet op elk vlak laten voorgaan’
Finland is de modelleerling van Europa als het op onderwijs aankomt. Kunnen we het Finse model dan niet beter gewoon overnemen? Vlaamse politici en experts zijn daar niet zo zeker van. ‘Naast het onderwijssysteem moet je ook de context van het land in beschouwing nemen.’
De beste scholen van Europa staan in Finland. Alle kinderen krijgen er les van briljante leerkrachten die hen zowel kennis als zelfvertrouwen meegeven. Tenminste, dat is een boutade die het ook in Vlaanderen goed doet. Maar is het Finse systeem in de praktijk wel zo ideaal? Lees hier ons volledige dossier Terug naar School.
Leerkrachten in Finland zijn experts met masterdiploma’s. Bovendien geniet een job in het onderwijs er veel aanzien. In Vlaanderen is de populariteit en volgens sommigen ook het prestige van de lerarenopleiding merkbaar gedaald. Maar volgens pedagoog en onderzoeker Pedro De Bruyckere, betekent dat niet dat onze leerkrachten geen goede prestaties leveren.
‘Het is een populair idee dat de keuze voor een lerarenopleiding in Vlaanderen een negatieve keuze kan zijn, maar toch scoren onze leerkrachten zeer goed. In het PIAAC-rapport – een PISA voor volwassenen – staan onze leerkrachten op de derde plaats, na Japan en Finland. Ter vergelijking: Nederland staat in diezelfde lijst op de zesde plaats.’
‘De mythe rond Finland is in de onderwijswereld soms heel groot.’, zegt De Bruyckere, maar we moeten de Finnen zeker niet op elk vlak laten voorgaan.
We moeten de Finnen zeker niet op elk vlak laten voorgaan
Pedro De Bruyckere, pedagoog
‘Op sommige vlakken scoort het Vlaamse onderwijs ook beter dan dat van Finland. Zo zijn onze leerlingen bijvoorbeeld beter in wiskunde. Nog opmerkelijker misschien: volgens PISA is het welbevinden van onze leerlingen hoger dan dat van de Finse leerlingen. Cijfers van PISA 2013 tonen namelijk dat 85 procent van de 15-jarigen in Vlaanderen zich goed voelt op school, terwijl dat aandeel in Finland maar 6,5 op tien is.’
In Finland lijkt het opnemen van jongeren met een beperking in gewone scholen dan weer iets vlotter te gaan dan bij ons sinds de invoering van het M-decreet. Volgens De Bruyckere hebben we op dat vlak last van ‘remmende voorsprong’.
‘Samen met onder andere Nederland, hadden wij vroeger een grote voorsprong als het gaat over de ontwikkeling van het buitengewoon onderwijs. Nu gaat de onderwijswereld een andere richting uit, maar zitten wij nog met een ouder systeem dat vele andere landen nooit in die mate gekend hebben. Het is moeilijker om iets af te schaffen wat ingeburgerd is, dan om iets volledig nieuws te introduceren dat niet iets anders moet vervangen’, aldus De Bruyckere.
Het Finse onderwijs zou ook steeds meer onder druk komen te staan van toenemende migratie naar het land. Een uitdaging die voor Vlaanderen veel minder nieuw is.
Toch is De Bruyckere ervan overtuigd dat de uitdagingen voor Finland zich niet tot immigratie beperken. ‘Het is altijd een combinatie van factoren die meespeelt. Er wordt ook geopperd dat de laatste hervormingsgolf in het Finse onderwijs minder succesvol was. Het is heel moeilijk om de vinger op een duidelijke oorzaak te leggen.’
‘De rode draad in het verhaal dat je niet zomaar een systeem kan overnemen en hopen dat het werkt, klopt volledig’, klinkt het.
Hilde Crevits: ‘Systemen vergelijken is een heikele zaak’
Met dat laatste is Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) het eens, al begrijpt ze wel dat er vanuit Vlaanderen naar Finland gekeken wordt in de hoop er nuttige lessen te kunnen vinden.
‘Het is uiteraard altijd interessant om over het muurtje te kijken, zeker als je dat kan doen naar landen die zoals Finland hoog scoren in de onderwijs-rankings. Maar systemen overplanten kan natuurlijk nooit. En precies daarom is het ene systeem vergelijken met het andere altijd een heikele zaak.’
‘Naast het onderwijssysteem moet je ook de context van het land meenemen in de vergelijking: de bevolkingssamenstelling, het concept van vrije schoolkeuze, de vrije toegang tot hoger onderwijs enzovoort. Een recente evolutie is trouwens de daling van Finland in die lijsten. Die daling wijst op uitdagingen waarop het Finse onderwijssysteem blijkbaar nog geen antwoorden op heeft gevonden.’
Wat deels de kwaliteit van het Finse onderwijs zou kunnen verklaren, is de strenge selectieprocedure voor wie aan de opleiding tot leerkracht wil starten. Maken we het aspirant-leraren in Vlaanderen niet te gemakkelijk?
‘Iedereen met een diploma secundair onderwijs heeft toegang tot het hoger onderwijs. Dat betekent niet dat onze opleidingen in het hoger onderwijs makkelijk zijn’, aldus de minister. ‘Dat blijkt ook uit de resultaten die studenten halen.’
‘Deze legislatuur is er trouwens een verplichte niet-bindende toelatingsproef ingevoerd. Die helpt studenten om bewust en geïnformeerd te kiezen. ze geeft potentiele studenten ook een goed beeld over wat hun sterktes en aandachtspunten zijn bij instroom in de lerarenopleidingen.’
Een ander heikel punt in Vlaanderen is de discussie of jongeren nu beter vroeger of later in hun schoolcarrière hun studiekeuze vastleggen. Finse jongeren zitten tot hun zestiende allemaal samen. Pas daarna kiezen ze voor een academische, technische of beroepsgerichte opleiding. Minister Crevits wijst erop dat ook in Vlaanderen de definitieve studiekeuze voortaan later zal liggen:
Ook in Vlaanderen staat het welbevinden van elke leerling meer dan ooit centraal.
Hilde Crevits, minister van Onderwijs
‘Met de modernisering van het secundair onderwijs versterken we de oriënterende functie van de eerste graad. De studierichtingen in de 2e graad zullen breder zijn dan nu en het aantal richtingen neemt af. Door deze maatregelen zal de ultieme studiekeuze bij een pak leerlingen effectief later liggen. Die mogelijkheid tot differentiatie en remediëring zal er bovendien ook voor zorgen dat zittenblijven ingeperkt wordt.’
Tot slot benadrukt de onderwijsminister nog dat ook in Vlaanderen de nadruk gelegd wordt op het welbevinden van de schoolgaande jeugd. Dat is namelijk een van de stokpaardjes van het Finse onderwijssysteem.
‘Ook in Vlaanderen staat het welbevinden van elke leerling meer dan ooit centraal. Voor het zomerreces werd door de Vlaamse Regering zelfs nog het decreet leerlingenbegeleiding goedgekeurd. Het nieuwe decreet zorgt ervoor dat een kwaliteitsvolle leerlingenbegeleiding een officiële erkenningsvoorwaarde wordt op elke school in Vlaanderen. Het psychisch en sociaal functioneren is daar een belangrijk onderdeel van.’
Caroline Gennez: ‘In Finland zijn leerlingen meer dan economisch product’
Ook Caroline Gennez, die zich voor oppositiepartij SP.A in het Vlaams Parlement met onderwijs bezighoudt, legt de nadruk op het welbevinden van het kind. Maar niet alleen op dat vlak kunnen we van Finland leren, zegt ze. Ook dat Finse leerlingen pas laat in hun schoolcarrière een studiekeuze maken, zou volgens haar een voorbeeld moeten zijn voor Vlaanderen.
‘Het is voor mij altijd een eye-opener om te zien dat er in het Finse onderwijs toch een aantal dingen op punt staan, die in ons onderwijs nog ontbreken. Een van de belangrijkste dingen voor mij, is dat alle kinderen, ongeacht hun afkomst of thuissituatie, een goede brede basis meekrijgen, zowel theoretisch als praktisch. Dat betekent dat jongeren, zoals in Finland, pas op latere leeftijd kiezen welke richting ze uitgaan met hun opleiding.
Daarnaast is hoe het Finse onderwijs met haar leerlingen omgaat, een inspiratie voor Gennez. ‘In Finland zijn de leerlingen niet enkel een product voor de economie, of een talent voor de arbeidsmarkt, maar kleine mensen die later burger worden in een zeer diverse samenleving. In Vlaanderen kunnen we nog veel beter doen op dat vlak, blijkt ook uit verschillende onderzoeken. Wij pleiten daarom voor burgerschapsvorming in elke school voor elk kind, zonder segregatie, bijvoorbeeld op basis van levensbeschouwing.’
Net zo belangrijk als gemotiveerde leerlingen, zijn volgens Gennez gemotiveerde leerkrachten. Ze is ervan overtuigd dat meer autonomie voor de leerkracht daarbij kan helpen.
Bepaalde regelgeving vanuit de overheid maakt het Vlaamse leerkrachten soms heel moeilijk om vanuit hun eigen leefwereld, expertise en passie les te geven.
Caroline Gennez, SP.A
‘In Finland is die autonomie er veel meer. In Vlaanderen zien we bij de discussie over de eindtermen dat het daar toch een beetje aan mangelt. Bepaalde regelgeving vanuit de overheid maakt het Vlaamse leerkrachten soms heel moeilijk om vanuit hun eigen leefwereld, expertise en passie les te geven. We moeten de eindtermen meer hanteerbaar maken en leerkrachten meer autonoom aan de slag laten gaan.’
Elisabeth Meuleman: ‘Vlaamse leerkrachten krijgen te weinig autonomie’
In die overtuiging wordt Gennez bijgestaan door Elisabeth Meuleman, Vlaams parlementslid voor Groen. ‘De vrijheid van leerkrachten om zelf met een aantal dingen aan de slag te gaan, is heel belangrijk. Dat is ook een cruciaal punt bij de discussie die we nu voeren over de eindtermen.’
‘We moeten leerkrachten met een kleiner pakket aan minimumdoelen duidelijk maken wat de overheid echt van hen verwacht. Naast die doelen moeten leerkrachten de vrijheid krijgen om een paar dingen uit te werken naargelang hun eigen specifieke interesses en vaardigheden. Er is veel te weinig eigenaarschap en autonomie in het Vlaamse onderwijs. Daarbij kunnen we zeker van Finland leren.’
Dat alle Vlaamse leerkrachten zoals hun Finse collega’s een masterdiploma hebben, is voor Groen geen voorwaarde, zegt Meuleman. ‘We zijn wel voorstander van een brede toelatingsproef, die ook competenties en interesse in het beroep toetst. Zo’n proef kan ook helpen om het beroep van leerkracht opnieuw op te waarderen. Je ziet bij de toelatingsproeven voor geneeskunde dat er veel meer mensen positief voor die richting kiezen, wat voor een betere instroom zorgt.’
Maar waarvoor Groen vooral naar Finland kijkt, is de uitgestelde studiekeuze. ‘Dat is in Vlaanderen echt een gemiste kans geweest. N-VA heeft dat debat zo vervuild door te zeggen dat we op die manier eenheidsworst zouden creëren, terwijl dat absoluut niet zo is. Er is geen enkel land dat zoveel maatwerk biedt voor leerlingen als Finland. Nergens worden kinderen zo persoonlijk begeleid’, aldus Meuleman.
We zijn nog steeds kampioen in het zittenblijven. Terwijl het al zo lang bewezen is dat dat eigenlijk weinig zin heeft.
Elisabeth Meuleman, Groen
‘We zijn nog steeds kampioen in het zittenblijven. Terwijl het al zo lang bewezen is dat dat eigenlijk weinig zin heeft. In Finland worden kinderen meegenomen en extra begeleid. Daar wordt er ook af en toe geëvalueerd om te kijken waar iedereen staat. Bij ons wordt er voortdurend getoetst. Die evaluatiemomenten worden in Vlaanderen te weinig bekeken als een moment om te evalueren waar iedereen staat. In de plaats daarvan zijn ze nu te vaak een hakbijl om te zeggen “jij mag door, jij niet”.’
Koen Daniëls: ‘Geen enkel systeem werkt overal’
In Finland leggen kandidaten voor de lerarenopleiding een streng toegangsexamen af. Koen Daniëls, onderwijsspecialist bij meerderheidspartij N-VA, zag zo’n proef liefst in Vlaanderen ook verschijnen. Op dit moment is er in Vlaanderen een niet-bindende toelatingsproef.
‘Een leerkracht in de lagere school beïnvloedt in zijn carrière minstens duizend leerlingen, in het secundair loopt dat op tot 12.000 leerlingen. Om maar te zeggen: die job is belangrijk. Toch zien we dat de basiskennis bij de instroom in de lerarenopleiding te zwak is. Daardoor gaat van de drie jaar die de opleiding omvat, te veel tijd naar het verwerven van kennis die er eigenlijk al had moeten zijn.’
‘Zo’n bindende toelatingsproef kan bovendien ook positief zijn voor het aanzien van de job van leerkracht. Bij toelatingsexamens voor geneeskunde zien we dat een massa studenten wil deelnemen aan de toelatingsproef’, aldus Daniëls.
Dat studenten zoals in Finland pas op hun zestiende zouden kiezen welke richting ze in hun opleiding uit willen, is volgens Daniëls in Vlaanderen dan weer geen goed idee.
‘Finland was tot op een bepaald moment een vrij geïsoleerd land. Door een streng, selectief migratiebeleid zag je daar niet dezelfde mate van diversiteit als hier in Vlaanderen. Nu het Finse migratiebeleid verandert, kraakt hun systeem van uitgestelde studiekeuze in zijn voegen. Finland is dan ook een van de weinige landen die nu in het PISA-onderzoek achteruit gaat.’
Uit onderzoek blijkt dat hoe homogener de leerlingenpopulatie is, hoe verder je de studie kan uitstellen en vice versa. Als we dan kijken naar de leerlingenpopulatie in Vlaanderen, zien we dat die zeer heterogeen is.
Koen Daniëls, N-VA
‘Uit onderzoek blijkt dat hoe homogener de leerlingenpopulatie is, hoe verder je de studie kan uitstellen en vice versa. Als we dan kijken naar de leerlingenpopulatie in Vlaanderen, zien we dat die zeer heterogeen is. Dan kunnen we niet anders om hun studiekeuze niet uit te stellen’, aldus Daniëls.
Verder is Daniëls er geen voorstander van om kinderen hun jaar te laten overdoen. Finse leerlingen kunnen bepaalde vakken ‘meenemen’ naar het volgende semester of jaar als ze daarvoor niet geslaagd zijn. Op die manier moeten ze niet heel hun jaar dubbelen. Maar ook voor dat systeem loopt Daniëls niet warm.
‘Als op een school met 2.000 leerlingen iedereen flexibele uurroosters heeft, begin dat maar eens te organiseren. Bovendien komen leerlingen zo in de problemen voor vakken die overlappen. Als je wiskunde niet beheerst, kan je ook niet mee in de volgende module van fysica. De regelgeving in Vlaanderen laat het systeem van vakken meenemen toe, er is een school die het doet, maar het gebeurt vrij weinig omdat het praktisch moeilijk is.’
Tot slot zegt ook Daniëls dat we ons niet moeten blindstaren op wat in andere landen goed lijkt te werken. ‘We moeten opletten met de verheerlijking van Finland. Geen enkel systeem werkt overal. Copy paste is zeker geen oplossing. Zelfs wat in de ene klas werkt, werkt misschien in de andere niet.’
Terug naar School
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier