Vier vragen over de verwijdering van Trump uit primary’s: is het houdbaar? werkt het averechts?

Donald Trump op campagne in de staat Iowa. © Getty
Rudi Rotthier vanuit de VS

De voorbije dagen hebben twee van de vijftig VS-staten – Colorado en Maine – duidelijk gemaakt dat Donald Trump niet mag deelnemen aan de komende primary’s voor de presidentsverkiezingen. De staat Oregon wikt nog over een beslissing. Wat is er aan de hand? Hoe loopt het af?

1. Waarom wordt Trump her en der verwijderd?

Burgergroepen hebben in meerdere staten zaken aanhangig gemaakt met de bedoeling Donald Trump te weren uit de primary’s. Dat zou gebeuren op basis van artikel 3 van het veertiende amendement van de Grondwet.

Dat artikel stelt een persoon geen ambt mag bekleden op nationaal of staatsniveau, burgerlijk of militair, of verkozen mag worden tot senator of volksvertegenwoordiger, die eerder een eed van trouw gezworen heeft aan de Grondwet, en vervolgens opstand en rebellie pleegde tegen de Grondwet, of vijanden van de Grondwet ondersteunde.

In de meeste staten waar geprobeerd werd om Trump op basis van dit artikel uit de primary’s te weren, werd de zaak verticaal geklasseerd. Dat gebeurde in allerlei variaties, want de wetgeving verschilt per staat. In Michigan, bijvoorbeeld, werd aan de beslissing om Trump wél op het stembiljet van de primary in te schrijven, toegevoegd dat dit niet betekent dat hij – als Republikeinse genomineerde – automatisch ook toegang zal krijgen tot het stembiljet voor de presidentsverkiezingen van november 2024. Daarvoor gelden in de staat lichtelijk andere criteria, dus dan kan een nieuwe betwisting in overweging genomen worden.

In Californië, waar geen officiële procedure liep om Trump uit de primary te weren,  zei bevoegde staatsminister Shirley Weber dat ze persoonlijk gelooft dat Trump schuldig is aan ‘een aanval op de democratie’, maar dat ze hem toch niet zal beletten deel te nemen aan verkiezingen. De regels van Californië laten dat niet toe. ‘Als ik me daar niet aan houd, ben ik niet beter dan Trump’, verklaarde ze.

In twee staten werd anders beslist. In Colorado besliste een lagere rechtbank dat Trump weliswaar schuldig is aan ‘opstand en rebellie’, maar dat hij als president niet valt onder artikel drie. De president wordt in dat artikel niet expliciet vermeld, in tegenstelling tot senatoren en volksvertegenwoordigers. Het Hooggerechtshof van Colorado, dat exclusief bestaat uit onder Democratische gouverneurs aangestelde rechters verwierp dat vonnis, en oordeelde met vier stemmen tegen drie dat de president wel onder artikel 3 valt.

In Maine kwam de beslissing volgens de plaatselijke wetten toe aan de staatsminister van Binnenlandse Zaken, die na een zitting met één getuige, en vooral op basis van documenten, besliste Trump te weren.

In beide gevallen werd de sanctie opgeschort in afwachting van beroep.

In de staat Oregon, waar de staatsminister van Binnenlandse Zaken de tegenovergestelde beslissing nam van die in Maine, beslist het Hooggerechtshof van de staat eerstdaags of Trump aan de primary kan deelnemen.

(lees verder onder de preview)

2. Met welke argumenten worden deze beslissingen betwist?

We bevinden ons op juridisch gesproken onontgonnen terrein. Er zijn specialisten, van links en van rechts, die vinden dat Colorado en Maine correct hebben gehandeld. Er zijn andere specialisten die verwachten dat het federale Hooggerechtshof de beslissingen van Maine en Colorado met een meerderheid van 9 tegen 0 naar de prullenmand zal verwijzen.

In het geval van Colorado is de Republikeinse Partij van de staat een procedure begonnen bij dat federale Hooggerechtshof. De partij maant dat Hof aan tot spoed, en legt drie concrete vragen voor:

–  Valt de president onder artikel 3?

–  Kunnen staten een kandidaat van de stembrief halen op basis van artikel 3 zonder dat het federaal Congres dat proces heeft goedgekeurd?

–  Is het feit dat een politieke partij ervan weerhouden wordt de kandidaten te bepalen voor de primary of de verkiezing een aanfluiting van het eerste amendement van de Grondwet, waarin de fundamentele vrijheden worden vastgelegd?

Vele specialisten denken dat de eerste vraag positief beantwoord moet worden. De formulering van artikel 3 is ruim, en lijkt alle verkozenen en hoge ambten te omvatten.

Het tweede punt is veel lastiger, want het bevat een onvolkomenheid in de wetgeving. Verkiezingen behoren tot de bevoegdheid van de staten. Staten organiseren ze en bepalen wie er in aanmerking komt om op de stembrief te komen. Arnold Schwarzenegger kon wel gouverneur van Californië worden, maar mag niet deelnemen aan de presidentsverkiezingen, omdat hij niet in de VS geboren is. Een presidentskandidaat moet minstens 35 jaar zijn. Dat zijn de gebruikelijke beperkingen.

Maar artikel 5 van het veertiende amendement 14 bepaalt dat het federaal Congres moet toezien op de uitvoering van het amendement. Betekent dit dat het Congres zich moet uitspreken over gevallen van ‘opstand en rebellie’? Of hoort dat volledig tot de staatsbevoegdheid? Dat moet het Hooggerechtshof uitmaken.

Het derde punt is heikel. Als beperkingen op de kieslijsten een inbreuk vormen op de fundamentele vrijheden mag Arnold Schwarzenegger dan ineens wél president worden? Waarschijnlijk wijst het Hooggerechtshof punt drie af.

Behalve de Republikeinse Partij van hebben ook de drie dissidente rechters van het Hooggerechtshof in Colorado al duidelijk gemaakt wat ze zwak vinden aan de beslissing van hun hof om Trump uit de primary’s te schrappen.

Dat valt samen te vatten onder deze noemer: hoe maken staten uit of Donald Trump zich schuldig gemaakt heeft aan insurrection and rebellion  (opstand/oproer en rebellie) als hij niet veroordeeld is voor deze zaken?

Ja, er loopt een federale rechtszaak tegen de gewezen president in het kader van de bestorming van het Capitool, maar de zittingen moeten nog starten, en tot dusver is de aantijging van ‘insurrection and rebellion’ niet opgenomen in de serie beschuldigingen. Breder genomen vonden deze rechters de gevolgde procedure onbevredigend. Wat ook geïllustreerd werd in Maine, met de ene getuige. Het zou in een rechtszaak onmogelijk zijn om op basis van één getuige tot zo’n verregaande conclusie te komen.

Let wel: artikel 3 van het veertiende amendement vereist niet dat er een juridische veroordeling. In dat artikel is er geen sprake van een procedure.

3. Hoe geraakt dit opgelost?

Eén antwoord: via het federale Hooggerechtshof

Dat heeft twee mogelijkheden: het kan niet tussenkomen of beslissen dat de staten, volgens hun regels, juist hebben gehandeld. Dan blijft de beslissing van de staten overeind. In dat geval zal Trump in minstens twee staten niet kunnen deelnemen aan de verkiezingen.

Tweede mogelijkheid: het Hooggerechtshof legt algemene regels op, die de staatsregels overstijgen. Het Hof zou kunnen oordelen – al lijkt dat hogelijk onwaarschijnlijk – dat Trump inderdaad volgens artikel 3 geen kandidaat kan zijn. In dat geval wordt hij in alle staten geweerd en staat het land op zijn kop. Of het Hof oordeelt – wat veel waarschijnlijker is – dat hij zonder veroordeling en zonder proces, of zonder beslissing van het Congres, niet geweerd mag worden. In dat geval is hij opnieuw in alle staten verkiesbaar.

Subprobleem: de echtgenote van rechter Clarence Thomas, Ginni, stond ten tijde van de bestorming van het Capitool vol achter de pogingen om de kiesuitslag ongedaan te maken. Tot dusver heeft de rechter geen teken gegeven dat hij niet zal deelnemen aan beraadslagingen en stemming van het Hooggerechtshof rond dit onderwerp.

(lees verder onder de preview)

4. Wat zijn de gevolgen voor Trump?

Het is geen pretje om uit de primarylijsten geschrapt te worden, maar Colorado is geen staat die hij verwacht te winnen en Maine is zo dunbevolkt dat er nauwelijks kiespersonen aan verloren gaan.

Qua boodschap werkt de schrapping in zijn voordeel. Ze past in zijn omkering van de aanvallen van de Democraten, die hem beschuldigen van dictatoriale plannen. Hij kan argumenteren dat de vele rechtszaken, die door Justitie onder Democraten tegen hem gelanceerd werden, en nu de pogingen om hem van de kiesbrief te verwijderen, tonen dat de Democraten antidemocratischer zijn dan hij. Het woord ‘heksenjacht’ keert talloze keren terug tijdens zijn toespraken.

Waarop de hoogste verkiezingsverantwoordelijke in de staat Washington, de Democraat Steve Hobbs, in The New York Times volgend antwoord gaf: ‘Dat ziet er inderdaad antidemocratisch uit. Maar dat is een poging om het regime omver te gooien ook’.

De realiteit is dat Trumps positie in de peilingen bij elke nieuwe inbeschuldigingstelling is verbeterd. Republikeinen vertellen over vrienden die anti-Trump waren en nu weer op hem te zullen stemmen.  Diezelfde Republikeinen zeggen ook, en peilingen lijken dat te bevestigen, dat een veroordeling een negatieve invloed op zijn aanhang zou hebben. Maar ook dat is met een korrel zout te nemen. Er treedt gewenning op bij de beschuldigingen, en misschien zal de aanhang ook wel wennen aan een veroordeling. Dat valt af te wachten. Maar tot dusver helpt dit Trump. Mede daarom zijn vele Democraten beducht voor het weren van de ex-president uit de primary’s.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content