Rudi Rotthier vanuit de VS
Vermoord tienermeisje symbool voor mislukte integratie van Canadese indianen
Het lijk van een pas vijftienjarig meisje, verpakt in een plastic tas, dat op 17 augustus uit de modderige Red River in Winnipeg werd gedregd, confronteert Canada met een onder de mat geveegd probleem: geweld tegen vrouwen uit de First Nations, wat ooit de indianen werden genoemd.
Elke zaterdag brengt Rudi Rotthier, onze correspondent in Canada en de VS, u met een boeiend achtergrondverhaal een unieke inkijk in de stad of streek waar hij op dat moment resideert.
Het jonge leven van Tina Fontaine ging nooit over rozen. Ze werd in eerste instantie opgevoed in het Sagkeeng-reservaat door haar vader en de brede familie. Haar moeder hoorde daar niet bij. Die was als junkie naar de stad verdwenen. Haar vader kreeg kanker, hij wist dat hij niet langer voor zijn kinderen zou kunnen zorgen, en vroeg een tante en oom om zijn rol over te nemen, Tina’s oudtante en oudoom.
Het was uiteindelijk niet de kanker die hem het leven kostte. Hij werd in 2011 door enkele mannen doodgeslagen. Ze waren onder invloed tijdens het gebeuren en pleitten schuldig.
De reden van het misdrijf, als die er al was, werd nooit duidelijk.
Jonge Tina, die in eerste instantie nog altijd bij de oudoom en -tante bleef wonen, kon de moord niet verwerken en geraakte op de dool. Ze ontvluchtte haar huis, keer op keer. Keerde doorgaans na korte tijd ook terug. Ze werd onhandelbaar en vooral rusteloos.
De oudtante belde de jeugdzorg, informeerde of er een vorm van therapie beschikbaar was voor het meisje. Dat bleek niet het geval, of er was in elk geval geen mogelijkheid tot een snelle afspraak.
De laatste reis
Op 1 juli liep Tina weer weg, ditmaal naar de stad Winnipeg, de hoofdstad van de provincie Manitoba, waar ze haar moeder ging zoeken. Volgens niet bevestigde berichten zou die haar drugs hebben gegeven.
De oudtante alarmeerde zowel jeugdzorg als de politie, en toen Tina werd opgepikt, belandde ze in een instelling, onder de vleugels van jeugdzorg.
Daar liep ze opnieuw enkele keren weg, voor het laatst op 9 augustus.
Acht dagen later werden twee lijken uit de Red River gehaald. Het ene van een dakloze die ooit twee mannen van de verdrinkingsdood had gered. Met zijn dood was volgens een politierapport geen kwaad opzet gemoeid. De andere dode werd geïdentificeerd als Tina Fontaine. De politie heeft niet bekendgemaakt hoe ze aan haar einde is gekomen, en of ze is verkracht, maar dat het om dood door geweldpleging gaat, is wel bevestigd. Ze was 1,57 meter groot en woog 45 kilo. Ze was net 15 geworden. Ze droeg wit-roze gympjes, een witte rok en een blauw jasje.
De verdwijning en dood van Fontaine vielen ongeveer samen met de dood van Michael Brown in het Amerikaanse Ferguson, 1.600 kilometer van Winnipeg verwijderd. Terwijl over Browns dood binnen enkele uren onlusten uitbarsten, ontstond over Fontaine een stille droefenis. Haar broer sneed tijdens de begrafenis zijn haarvlecht af, wat gebruikelijk is binnen de gemeenschap. De oudtante zei dat ze had gedacht dat jeugdzorg beter voor haar kind zou kunnen zorgen dan zijzelf, maar dat ze zich daar blijkbaar in vergist had.
De eerste minister roert zich
Het verdriet rond de dood van Fontaine werd een streepje luider toen de eerste minister van Canada, Stephen Harper, zich over de zaak uitsprak. Hij verklaarde dat er wat hem betreft geen speciale commissie in het leven moest geroepen worden om het lot van vrouwen en meisjes uit First Nations te onderzoeken. “We moeten dit [de dood van Fontaine, red.] niet beschouwen als een sociologisch fenomeen”, zo zei hij, “We moeten het bekijken als een misdrijf.” Een misdrijf als een ander, zo begreep men, een zaak voor politie en justitie.
Zijn opmerking leidde, onverwacht en wellicht ongewenst door hem, tot meer aandacht voor de zaak. De nationale pers begon erover te berichten en de commentaren op de uitspraak van de eerste minister waren bijna unaniem negatief. Het overlijden van Fontaine, zo klonk het, is niet alleen een zaak van justitie. Er zijn problemen die duidelijk ruimer zijn dan deze ene tragedie.
Leden van First Nations en sympathisanten richtten voor het regionaal parlement in Winnipeg een tentenkamp op, onder meer uit protest tegen de uitspraak van Harper.
En gaandeweg werd de vergelijking met Brown wat hardnekkiger. Zoals Brown was Fontaine opgegroeid in een omgeving die statistisch gesproken uitblinkt in het ongewenste: suikerziekte, hartziekte, kanker, drugsverslaving, alcoholisme, moord, verdwijning, zelfmoord, geweldpleging binnenshuis en buiten, kinderarmoede, ondervoeding – op al die terreinen steken de First Nations met kop en schouders boven de andere bevolkingsgroepen uit. En in wat als positief wordt beschouwd, scoren ze laag: onderwijs, doorstroming, levensverwachting (vrouwen uit First Nations sterven tien jaar jonger dan het gemiddelde).
‘Geleidelijke beschaving’
Canada heeft een andere verhouding met zijn inheemse bevolking dan buurland VS. Waar in de VS het conflictmodel in grote gebieden geleid heeft tot een quasi-uitroeiing van indianen, werd in Canada veel meer en vlugger onderhandeld. Er werden vroeger verdragen gesloten. Zeker in het begin van de kolonisatie had men de lokale bevolking gewoon nodig om de gure Canadese winter door te komen.
In de loop van de twintigste eeuw werd een politiek van ‘geleidelijke beschaving’ gevoerd, waarbij kinderen tijdens hun scholing in internaten werden ondergebracht – met verstoorde familierelaties tot gevolg.
Er werd een tweesporenbeleid georganiseerd om mensen uit de reservaten te krijgen. De studietoelage was hoger voor kinderen buiten het reservaat. Er werd op gehamerd dat individuen en families beter alleen konden gaan wonen, maar wie besliste op dat initiatief in te gaan, kreeg een plotje land toegekend dat aan het reservaat werd ontnomen. Men verkreeg de individualiteit ten koste van, en meestal in conflict met het reservaat, ook weer een verstorende factor, en een element dat vele families uiteindelijk afremde om te verhuizen.
Zelfmoordrecord
First Nations werden en worden zwaar gesubsidieerd, soms tot irritatie van andere Canadezen, die vinden dat al dat subsidiegeld geen resultaat oplevert. Integendeel, het werkt vaak genoeg averechts, veroorzaakt lethargie. Huizen en sneeuwscooters worden bij verkrotting of verlies zonder morren vervangen. Leden van First Nations hebben vaak de indruk dat het er allemaal niet toe doet, er is een vangnet waarin ze maar beter gaan liggen.
Er is geen werk en geen perspectief. Een van de reservaten, Pikangikum, heeft de hoogste zelfmoordratio ter wereld. Vooral vrouwen maken er een einde aan.
Er is, kortom, een algemeen beeld van verstoring en uitzichtloosheid, van losgeslagen ellende. De verstoring is het ergst voor vrouwen.
Hallucinant geweld
Vrouwen worden gekidnapt, mishandeld, in de prostitutie gedwongen (of niet gedwongen, ze stappen erin om hun verslaving te betalen, of de verslaving van een familielid). En ze zijn buiten alle proportie het slachtoffer van moord. First Nations zijn in Canada met ongeveer 700.000. Tussen 1980 en 2012 zijn in die groep 1.017 vrouwen vermoord, honderden spoorloos verdwenen vrouwen niet meegeteld. Maar zelfs als we de telling beperken tot de teruggevonden moordslachtoffers zijn de cijfers hallucinant. Met 4,5 procent van de bevolking halen de First Nations 23 procent van de moorden op vrouwen. In 70 procent van de gevallen worden vrouwen vermoord door iemand die zich te pletter gezopen heeft of die apestoned is. Reden? Geen reden, blijkt vaak tijdens het proces.
Of iets in deze trant. De vrouw is in de prostitutie beland om zijn verslaving en de hare te betalen. in zijn roes, en/of in een vlaag van jaloezie, gaat de man zijn partner te lijf. Hij houdt niet op voor het te laat is.
Gevreesd wordt dat ook Tina Fontaine, als minderjarige, in haar laatste dagen de stap naar prostitutie heeft gezet. Een officieuze politiebron stelde dat er tekenen waren van seksueel geweld in de periode tussen 9 en 17 augustus.
Er is een aanzwellend besef dat er eindelijk iets moet gebeuren, aan jeugdzorg, aan politiek, aan politie (die veel energie steekt in het opsporen van steeds weer weglopende jongeren, zonder dat de problemen die jongeren doet weglopen, worden aangepakt, zonder dat er voor serieuze opvang wordt gezorgd), aan beleid tegenover First Nations, aan gedrag binnen First Nations, waar mensen, dixit een leider “vergeten zijn wat het betekent een ouder te zijn”.
De leiders van de provincies hebben laten weten dat zij, in tegenstelling tot de eerste minister, wel een globaal onderzoek wensen. Misschien komt de onderzoekscommissie er via hen toch.
Door Rudi Rotthier uit Montréal, Canada
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier