Verbannen Turkse journalist: ‘De macht van de Turkse regering in België is omnipresent’

Dogan Özgüden hield alle Turkse publicaties, kranten en dossiers bij sinds de jaren '70, zijn archief schonk hij nu aan musea. © Aylin Koksal
Aylin Koksal
Aylin Koksal Journalist Weekend.be

Dogan Özgüden, hoofdredacteur van het in Brussel gevestigde persbureau Info-Türk, leeft al bijna vijftig jaar in ballingschap in ons land. ‘Door bedreigingen werd ik onder “bescherming” genomen door Belgische regering, volgens mij is dat nog altijd het geval’, vertelt Özgüden.

De namen Dogan Özgüden en Inci Tugsavul doen in ons land niet meteen een belletje rinkelen, maar de twee zijn éminences grises van de Turkse journalistiek. Dogan was in ’64 twee jaar lang hoofdredacteur van de Turkse linksgezinde kwaliteitskrant Aksam. Later richtte hij in Istanbul het linkse wekelijkse tijdschrift Ant op, in de jaren 60 nog een van de invloedrijkste magazines met zo’n dertig actieve redacteurs. Ant benadrukte dat de strijd voor het socialisme en de strijd tegen imperialisme combineerd moesten worden.

Dogans leven veranderde toen zijn artikels kritiek uitten op de corrupte bezigheden van het Turks leger. In 1971 leidden de sociale onrust en confrontaties tussen extreemrechts en radicaal linkse groepen tot een militaire coup. Het progressieve journalistenkoppel werd toen bedreigd met driehonderd jaar gevangenschap. Ze vluchtten, strandden in Brussel en begonnen hier met een schone lei. Dogan richtte samen met zijn trouwe compagnon het cultuurcentrum Ateliers du Soleil en het persbureau Info-Türk op. Dat laatste wordt nog steeds beheerd en verzorgd door het koppel.

Was u een doelwit omwille van uw werk in Ant of omwille van uw duidelijke politieke voorkeur?

OZGUDEN: Door mijn linkse visie en mijn publicaties. Ik werd voor de militaire coup vaker op de vingers getikt door het Turks leger. Omdat Ant veel gelezen werd, zowel in binnen- als buitenland, wist ik dat ik een doelwit was voor het leger.

Inci en ik besloten het land dan maar te verlaten met valse paspoorten. We verenigden ons samen met andere opposanten onder de koepelnaam Democratic Resistance of Turkey en hielden de Europese leiders en autoriteiten op de hoogte van de gebeurtenissen die in Turkije plaatsvonden.

Drie jaar na de staatsgreep hadden Inci en ik nog steeds geen legale status.We konden gelukkig altijd terugvallen op onze vrienden in Europa. We bleven wel artikelen en boeken publiceren, en om problemen te vermijden vroegen we asiel aan. Het was kiezen tussen Nederland of België. Voor mij was het essentieel om ergens een redactie te kunnen oprichten. Brussel leek ons dan de ideale stad omwille van de ligging in het hartje van Europa.

Wat gebeurde er met de rest van uw vrienden en collega’s in Turkije?

OZGUDEN: Sommigen werden gevangengenomen, anderen leefden onder de radar, nog anderen vluchtten. Diegenen die verder schreven en bleven publiceren kregen bedreigingen à volonté . Ik trouwens ook: tien jaar geleden schreef ik op Info-Türk een kritisch stuk over een Turkse minister die de deportatie van Grieken en Armenen verheerlijkte. Daarna riepen een aantal Turkse websites op om mij te lynchen.

Ik werd uiteindelijk door de Belgische regering in ‘bescherming’ genomen. Al weet ik eigenlijk niet hoe ik concreet word beschermd. Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael wilde ons geen details geven, ‘voor eigen veiligheid’.

Tiens, ik vraag me af of ik nog altijd beschermd word? Ik mag hopen van wel, want vorig jaar werd ik nog geviseerd door Turkse ultranationalistische bewegingen. Ik hield een toespraak ter ere van de verjaardag van de moord op de Armeense journalist Hrant Dink. Websites publiceerden wanted-achtige foto’s van mijn gezicht. Je weet maar nooit wat er kan gebeuren. Ik wandel elke dag door de Brusselse straten: als iemand me ooit fysiek zou willen aanvallen, is er niemand om mij te beschermen.

In uw boek ‘Journaliste apatride‘, ‘Staatloze journalist’, beschrijft u de pijn die uw vlucht veroorzaakte. Hoe raakte u er weer bovenop?

OZGUDEN: Als je doelloos je land ontvlucht, beland je meestal in een depressie omdat je heimwee krijgt. Internet en smartphones waren er veertig jaar geleden niet, alleen geheimschriften en streng gecontroleerde telefooncentra. In het begin geloof je dat het allemaal tijdelijk is. Maar voor ons was dat niet zo, we vielen nooit in een put omdat we de strijd hier met pen en papier konden voortzetten.

Mijn vrouw en ik weigerden alle sociale hulp toen we naar hier kwamen. Vergeet niet dat in Turkije de linkse strekking in de jaren ’70 machtig was. Wij dachten dat het nieuwe regime omvergeworpen zou worden door linkse guerillastrijders. We geloofden dat de situatie zich binnen drie maanden zou herstellen, en wij terug zouden keren naar ons land. Intussen leven we bijna vijftig jaar in België. Missen we Turkije? Uiteraard, maar we zijn realistisch geworden. Hoe het er nu in Turkije aan toegaat, geeft me eerlijk gezegd weinig reden om daar te willen zijn. Zelfs de meest prestigieuze journalisten zitten nu in de gevangenis.

Hoe zou u de Belgisch-Turkse gemeenschap van toen beschrijven?

In de jaren ’60 en ’70 was er geen kat die eraan dacht om de Belgische nationaliteit aan te vragen, want het verloochenen van je nationaliteit betekende dat je een staatsvijand was.

OZGUDEN: Laten we eerlijk zijn: Turkije verkocht zijn eigen burgers, omdat de staat hen niet kon voeden. De Turkse migrant was hier om te werken, zo snel en zo veel mogelijk geld te verdienen en terug naar eigen land te vertrekken. Natuurlijk hadden de Turken toen een identiteitsgevoel, maar Turkse politieke verenigingen of organisaties bestonden niet. Er was geen kat die eraan dacht om de Belgische nationaliteit aan te vragen, want het verloochenen van je nationaliteit betekende dat je een staatsvijand was.

Je hebt de Turkse generatie van vandaag bij wie, door onder andere Turkse media, het nationaliteitsgevoel sterk is aangewakkerd: eerst met een politieke notie, maar nu neigt het steeds meer naar de religieuze kant. Dat de Europees-Turkse gemeenschap zo conservatief is, komt de Turkse overheid ten goede. Het is altijd een ambitie geweest om in het hartje van Europa een invloedrijke Turkse lobby te hebben. Dit is trouwens een onderwerp waar ik al decennialang over schrijf.

Het is altijd een ambitie geweest om in het hartje van Europa een invloedrijke Turkse lobby te hebben.

Nu je overal Turkse verenigingen en moskeeën hebt, is de macht van de Turkse regering in België omnipresent. Komend jaar zijn er presidents- en parlementsverkiezingen. Als de campagnes van Recep Tayyip Erdogan dezelfde proporties aannemen als voorbije jaren, weten we allemaal in wiens voordeel dat gaat spelen.

Verbannen Turkse journalist: 'De macht van de Turkse regering in België is omnipresent'
© Aylin Koksal

Wat als het lot niet aan de kant van president Erdogan staat?

OZGUDEN: Mocht hij zijn dictatuur niet kunnen verlengen en de komende verkiezingen verliezen, zal de visie van de Belgische Turken over Turkije sterk veranderen. Het blindelings vertrouwen in Erdogan komt door de algemene onwetendheid van de Turkse gemeenschap over Belgische politiek en media. Als je telkens Turkse overheidsbronnen raadpleegt en die beschouwt als objectieve waarheid, zal je vroeg of laat een vertekend beeld krijgen van de feiten.

Als je telkens Turkse overheidsbronnen raadpleegt en die beschouwt als objectieve waarheid, zal je vroeg of laat een vertekend beeld krijgen van de feiten.

Het valt me op dat wanneer Belgische verkiezingen plaatsvinden, de Turken vaak beroep doen op Turkse bronnen. Kranten en websites publiceren dan analyses over ‘welke politieke partij als beste de Turken dient’ – en dan bedoelen ze de Turkse regering. Een ding is zeker: Turkije is niet meer dezelfde seculiere voorbeeldstaat als voorheen. Religie speelt nu een grote rol in de propaganda van Erdogan, en dat effect zal je ook in België voelen.

En wat als president Erdogan, zoals bij de vorige verkiezingen, een meerderheid van 70 procent haalt?

OZGUDEN: Dat zou me niet verbazen. Het aantal Europese Turken met een democratische visie is klein, het aantal stemmen die uitgaan naar democratische partijen is dus ook schaars. De klinkende overwinning van vorig jaar is in die zin niet verrassend: de Turkse gemeenschap heeft hier een eigen economie, een eigen markt en een eigen satelliet, alle ogen zijn gericht op Ankara. Ik ken de meeste Belgische Turken wel en ik weet dat de meesten goede intenties hebben, maar hun stem gaat altijd naar dezelfde partij uit.

Tussen u en de Turkse gemeenschap klikt het niet, veronderstel ik?

OZGUDEN: Integendeel! Vanaf dag één wilden we de integratie van Turken in Belgie bevorderen. Zo hielpen we verenigingen om hun boeken te publiceren, en we organiseerden de ‘Culturele dagen’. We leerden analfabete Turkse migranten schrijven en lezen. Mijn vrouw Inci werd zelfs door Brussel erkend als leerkracht en leerde migrantenkinderen over de Turkse cultuur en de taal.

Dat was trouwens het begin van onze cultuurvereniging Ateliers du Soleil. Het begon met een klein lokaaltje waar we culturele activiteiten organiseerden voor Turkse kinderen. De plaats diende ook als huiswerkschool waar leerlingen na schooluren terechtkwamen. Steeds vaker kwamen nieuwe kinderen naar ons.

Toen we een subsidie kregen, verhuisden we en werd de vereniging definitief omgedoopt tot Ateliers Du Soleil, omdat de meeste kinderen vanuit landen kwamen waar veel zon schijnt. De ouders wisten dat ze hun kinderen naar mij stuurden. Een slechte relatie met de Turkse gemeenschap had ik dus zeker niet. Trouwens ook niet bij andere gemeenschappen: Koerdische, Armeense en Assyrische kinderen kwamen ook bij ons les volgen.

Het conflict tussen de Koerden en Turken voelde u toen nog niet?

OZGUDEN: Neen, want de Koerdische gemeenschap stond toen erg onder druk. Ze hadden niet eens het recht om publiekelijk in hun eigen taal te spreken. Om nog maar te zwijgen over wat er met je gebeurde als je daar fier mee rondliep. Je hoort het aan iemands accent of die van Koerdische origine is. Maar als je dat vroeg, zei die persoon meestal: ‘Estagfirullah’, wat letterlijk ‘Moge God het vergeven’ betekent. Alsof het een zonde was.

Het nationaliteitsgevoel van de Koerden is pas recent aangewakkerd. Daarom beeft de Turkse meerderheid van schrik dat de Koerden hun onafhankelijkheid verklaren, en vandaar al die militaire acties in Afrin. Ik vind het trouwens onterechte angst, want de Koerdische politiek doelt enkel op fundamentele vrijheden en erkenning.

De tijd dat de Turkse gemeenschap alleen uit arme migranten bestond, is al lang voorbij.

Neemt de polarisering niet aan beide kanten toe? Begin maart werd de Beringse politicus Ahmet Koc naar eigen zeggen in een café aangevallen door een PKK-aanhanger.

OZGUDEN: Ja, maar lokale gebeurtenissen kan je altijd hebben. Systematisch geweld vanuit de Koerdische of de Armeense kant in België heb je niet. Aan de Turkse kant daarentegen heb je erkende machten als de overheid en de lobby die erachter staat. Weet je nog, toen aanhangers van Erdogan Koerden aanvielen tijdens het referendum van vorig jaar, of toen een 60-jarige Koerdische vrouw werd neergestoken?

De tijd dat de Turkse gemeenschap alleen uit arme migranten bestond, is al lang voorbij. Je hebt nu invloedrijke Turkse politici en zakenmannen die actief in de Belgisch-Turkse lobby zitten, en die dat soort geweld toejuichen.

Naar wie verwijst u concreet met ‘verenigingen’ en de ‘lobby’?

OZGUDEN: De lijst is lang, maar een prachtig relevant voorbeeld is dat van Fetullah Gülen. De religieuze Gülenisten hebben niet alleen in België, maar in de hele wereld talloze scholen gebouwd. Ze zijn fel gegroeid dankzij Erdogan, die in het begin samen met Gülen een beweging had opgericht. Ondertussen hebben ze hier talloze aanhangers. The rest is history. In feite is er dus zelfs een verscheuring binnen dezelfde partij, de polarisering neemt met andere woorden aan alle kanten toe.

Er staan talloze medailles en prijzen in uw etalage. U kreeg in 2006 een prijs van de Turkish Human Rights Association voor uw journalistiek in Info-Türk. Het is een beetje cynisch om enerzijds erkenning te krijgen en anderzijds bedreigd te worden voor uw werk als journalist.

OZGUDEN: Het is een tweesnijdend zwaard, maar het is logisch dat een deel niet akkoord gaat met je visie. De hel brak hier los toen mijn vrouw en ik door de Associatie van Turkse Journalisten erkend werden en een prijs kregen. Turkse nieuwssites pakten uit met headlines als: ‘Hoe durft de Turkse associatie van journalisten prijzen uit te delen aan staatsvijanden?’ Het is natuurlijk fijn om erkend te worden, maar daar doen we het niet voor.

Zal de dag komen dat u stopt met journalistiek?

OZGUDEN: Nooit, journalistiek is mijn levenswerk. Zolang mijn hart en mijn brein nog werken, zal ik journalist blijven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content