Vaticaan: paus Franciscus rekent af met het verleden van de kerk
In één zomer tijd veranderde paus Franciscus de statuten van Opus Dei, reorganiseerde hij de Orde van Malta, en verklaarde hij paus Johannes Paulus I zalig.
De kelders van het Vaticaan blijven tot de verbeelding spreken. Schappen vol boeken zijn er geschreven over de geheimen van de katholieke kerk. Tot een paar jaar geleden werden Opus Dei en de Orde van Malta daarin onveranderlijk voorgesteld als occulte organisaties – ze werden zelfs in verband gebracht met de mysterieuze dood van (en zelfs ‘de moord op’) paus Johannes Paulus I in 1978. In de laatste jaren van de Koude Oorlog zorgde dat kluwen van schandalen en verdachtmakingen voor wantrouwen en vijandschap tot in het hart van de kerk. Traditionalisten en anticommunisten stonden lijnrecht tegenover marxistische en progressieve gelovigen. Het zal wel een samenloop van omstandigheden zijn, maar de voorbije maanden hakte paus Franciscus knopen door in elk van die dossiers.
Op 3 september pakte Franciscus de Orde van Malta aan. De bestaande raad van bestuur werd ontbonden, een tijdelijk bestuur werd aangesteld en een nieuwe grondwet werd afgekondigd. Eén dag later, op 4 september, werd paus Johannes Paulus I heilig verklaard. En op 14 juli dwong de paus met de apostolische brief Ad charisma tuendum (‘Om het charisma veilig te stellen’) Opus Dei om de statuten aan te passen aan zijn eigen hervorming van de kerkstructuren. Zo zal de prelaat van Opus Dei geen bisschop meer mogen zijn.
Franciscus hakt knopen door in oude dossiers. Maar helpt dat de kerk vandaag vooruit?
Wat heeft het ene met het andere te maken? Opus Dei (letterlijk: ‘het werk van God’) is een katholieke organisatie met wortels in Spanje. Verscheidene Opus Dei-leden werden er zelfs belangrijke ministers onder dictator Franco. In die tijd waren veel Opus Dei-priesters besliste tegenstanders van de linkse bevrijdingstheologie in Zuid-Amerika. Met name met de jezuïeten waren de relaties lange tijd erg gespannen. Paus Franciscus is een jezuïet uit Argentinië.
IJzeren vuist
Nadat de Pool Karol Wojtyla in 1978 tot paus was gekozen en de naam Johannes Paulus II had aangenomen, maakte hij al snel duidelijk dat hij erg welwillend stond tegenover Opus Dei. Een aantal Opus Dei-leden benoemde hij op sleutelposities. Zo werd Joaquin Navarro-Valls directeur van de Vaticaanse persdienst, bekleedde Julián Herranz topfuncties in het Vaticaan en werd Juan-Luis Cipriani Thorne aartsbisschop van de Peruaanse hoofdstad Lima. De laatste twee werden ook tot kardinaal benoemd. Verder stond Johannes Paulus II toe dat Opus Dei vanaf 1982 een ‘personele prelatuur’ werd – de enige in de hele katholieke kerk. Zo’n personele prelatuur staat onder leiding van een eigen prelaat en hoeft geen verantwoording af te leggen aan de plaatselijke bisschoppen. Integendeel, vanaf Johannes Paulus II werd de Opus Dei-prelaat zelf tot bisschop gewijd. Dat draait Franciscus nu terug.
Opus Dei en de Orde van Malta werken volstrekt zelfstandig van elkaar, zij het dat een aantal Opus Dei-leden ook verbonden is aan de Orde van Malta. Alvaro Del Portillo, van 1982 tot zijn dood in 1994 de eerste prelaat van Opus Dei, werd al in 1957 Ridder van Eer en Devotie bij de Orde van Malta. Die Orde van Malta (volledige naam: de Soevereine Militaire Hospitaalorde van Sint-Jan van Jeruzalem, van Rhodos en van Malta) werd opgericht tijdens de kruistochten. Veel uiterlijkheden herinneren nog aan die middeleeuwse oorsprong. Er zijn lagere graden zoals de Ridders van Justitie en de Conventskapelanen, en hogere functies zoals de Donaten van Devotie. Vandaag is de Orde van Malta een wereldwijd actieve, katholieke, kapitaalkrachtige hulporganisatie met tienduizenden leden en medewerkers. Ze onderhoudt diplomatieke relaties met 108 landen en is als waarnemer verbonden aan de Verenigde Naties, zoals ook het Rode Kruis of de PLO.
Ongetwijfeld is Johannes Paulus I een bron van inspiratie voor Franciscus.
Maar al vele jaren gaat de Orde gebukt onder conflicten: intern tussen rivaliserende kopstukken, extern met het Vaticaan. Werkelijk alles liep fout. Zo stelde Franciscus in 2017 de latere kardinaal Giovanni Becchiu aan als zijn persoonlijke gezant bij de Orde van Malta, onder meer om klaarheid te krijgen in financiële operaties. Dat duurde tot Becchiu vanaf 2020 zelf werd vervolgd vanwege zijn rol in dubieuze vastgoedinvesteringen in Londen.
Franciscus greep uiteindelijk persoonlijk in. Met ijzeren vuist dwong hij de Orde van Malta deze zomer tot gehoorzaamheid – en tot fatsoen.
Het ‘complot’
Opus Dei en de Orde van Malta worden steevast in één adem genoemd sinds de plotse dood van Johannes Paulus I in 1978. Hij was amper een maand paus geweest. In zijn boek Gods wil of Mafia?De onverklaarbare dood van Johannes Paulus I (1980) lanceerde David A. Yallop de stelling dat Johannes Paulus werd vermoord. De paus zou gesjoemel op het spoor zijn gekomen bij de Vaticaanse Bank, en de daarmee geassocieerde Banco Ambrosiano. Ook zou hij weet hebben gekregen van een maçonniek netwerk binnen het Vaticaan. In dergelijke boeken vielen voortdurend de namen van Opus Dei, de Orde van Malta en de ‘zwarte loge’ Propaganda Due (P2). Niets meer dan een ‘zwarte legende’, zuchtte men destijds bij Opus Dei. En dan moesten ze in 2003 nog meemaken dat Dan Brown in zijn superbestseller The Da Vinci Code een Opus Dei-lid opvoerde als spin in het web van een diabolisch complot.
Het moet gezegd: het beheer van de Vaticaanse financiën wás in de jaren zeventig in dubieuze handen geraakt. Toch rees ook de vraag of dat alles deel wel uitmaakte van één groot complot. John Cornwell betoogde in het boek Als een dief in de nacht (1989) dat Johannes Paulus I al bij zijn aantreden een zieke man was, die vervolgens bewust geïsoleerd werd door de inner circle van de Curie. Die prinsen van de kerk hadden geen oren naar de pleidooien van een paus die meer eenvoud en minder poeha voorstond: ‘De fluisteringen, de geruchten, de theorieën – vergezocht, sensationeel, fantastisch – dienden allemaal één doel: ze leidden af van het meest in het oog springende feit van alles. Dat Johannes Paulus I stierf, veracht en verwaarloosd door het instituut dat bestond om hem tot steun te zijn.’
‘Van ganser harte’
Ongetwijfeld is Johannes Paulus I een bron van inspiratie voor Franciscus. Zijn lot lijkt een aansporing voor de huidige paus om conflicten niet lijdzaam te ondergaan, maar ze juist energiek uit te vechten. Dat tekent het pontificaat van Franciscus: een openlijke krachtmeting met een agressieve rechterzijde van kardinalen, bisschoppen en theologen. Noteer dat Opus Dei niet actief is in het anti-Franciscuskamp. De organisatie steunt de paus, ‘wie hij ook is’. Vandaar dat ze de statutenwijziging van Franciscus accepteert, en wel ‘van ganser harte’, aldus de huidige prelaat Francisco Ocáriz.
Paus Franciscus heeft dus een streep getrokken onder kwesties die ooit hete hangijzers waren. Maar helpt dat de kerk vandaag vooruit? Er zijn bijzonder veel schandalen bij gekomen, en een groot aantal bisschoppen en kardinalen werd tot ontslag gedwongen. Zelfs de paus moet zich in persoon tot in de uithoeken van Canada gaan excuseren voor misdaden die namens en door de katholieke kerk begaan zijn. Dat raakt de publieke opinie veel meer dan de zaligverklaring van een halfvergeten paus.