
Van Adolf Hitler tot Barack Obama: valt charisma te kweken?
Wat had Willy Brandt wat andere kanseliers niet hadden? Waarom werd Barack Obama een wereldwijd icoon? Gedragswetenschappers onderzoeken welke vaardigheden politici nodig hebben om miljoenen mensen te begeesteren en te verleiden.
De vroege christenen beschouwden charisma als een goddelijke gave waarmee iemand zieken kon genezen of in de toekomst kon kijken. In zijn postuum in 1922 gepubliceerde werk Wirtschaft und Gesellschaft gaf de Duitse socioloog Max Weber een nieuwe betekenis aan de oorspronkelijk religieus geladen term.
Hij definieerde charisma als een buitengewone vaardigheid die legitimiteit kon geven aan leiderschap, in tegenstelling tot traditionele machtsvormen zoals monarchieën.
‘Charisma wordt nog steeds door velen als een bijna magische eigenschap gezien’, zegt psychologe Susan Reh, die aan de University of Exeter het fenomeen onderzoekt.
‘We herkennen een charismatische persoon als we hem of haar voor ons hebben. Maar beschrijven wat precies hun bijzondere uitstraling is, valt ons moeilijk.’
En dat geldt niet alleen voor leken, maar ook voor de wetenschap. Charisma lijkt mysterieus omdat het niet fysiek meetbaar is, stelt Reh. Het is een eigenschap die door aanhangers wordt toegekend aan een leider.
‘Charisma heeft een publiek nodig. Als de legendarische burgerrechtenactivist Martin Luther King alleen door de woestijn had gelopen, had niemand hem een bijzondere uitstraling toegedicht.’
Over welke vaardigheden moet een politicus beschikken, welke psychologische trucs moet hij toepassen om mensen in vuur en vlam te zetten? Wat had de Duitse bondskanselier Willy Brandt wat andere kanseliers niet hadden? Waarom wist de Amerikaanse president Barack Obama zijn landgenoten zo veel meer te enthousiasmeren dan zijn kleurloze voorganger George W. Bush?
Charismatische politici komen opvallend vaak aan de macht in tijden van verandering en crisis.
Waarin lag de fascinerende uitstraling van de pacifistische vrijheidsstrijder Mahatma Gandhi, die de massa’s mobiliseerde om met vreedzame middelen voor de onafhankelijkheid van India te strijden? En waar kwam de demonische verleidingskracht van Adolf Hitler vandaan, die miljoenen Duitsers in de ondergang meesleurde?
Britse historicus Richard Overy: ‘Hitler was geen meesterbrein’
Verlosser Trump
Psychologen denken dat ze de charismacode hebben gekraakt. Onderzoekers hebben de belangrijke ingrediënten van charismatisch leiderschap in kaart gebracht. Psychologische gedragsstudies suggereren zelfs dat de kunst van ‘mensen meeslepen’ aangeleerd kan worden, net zoals zingen of dansen.
De belangrijkste eigenschap van charismatische politici is ongetwijfeld dat ze erin slagen een emotionele band met hun toehoorders op te bouwen en een sterk gevoel van samenhorigheid te creëren. Ze bezitten een hoge sociale intelligentie en kunnen aanvoelen welke zorgen, wensen en dromen hun aanhangers hebben – en gebruiken die om hen in hun richting te sturen.
Donald Trump, een zege voor de extreme rechterzijde en het grote geld: ‘Zijn kiezers weten perfect waar hij voor staat’
Diepgewortelde noden en behoeften bij hun volgelingen lijken zelfs een voorwaarde te zijn voor de opkomst van charismatische leiders. Volgens sommige charismadeskundigen die psychoanalytische verklaringsmodellen hanteren, zoeken mensen bij grote ontevredenheid een verlosser die hen zekerheid biedt en een beter leven belooft.
Net zoals kinderen opkijken naar hun ouders en hen idealiseren, volgen aanhangers blindelings hun leider en laten zich door geen enkel argument van hun overtuiging afbrengen, zoals de onwankelbare aanhangers van de Amerikaanse president Donald Trump laten zien.
Een argument voor de verlosser-hypothese is dat charismatische politici opvallend vaak aan de macht komen in tijden van verandering en crisis. In rustigere periodes van de geschiedenis zou hen waarschijnlijk helemaal geen bijzondere uitstraling zijn toegedicht, of zou hun effect snel zijn weggeëbd. ‘Crisissen zijn de belangrijkste katalysator die mensen ontvankelijk maakt voor charismatisch leiderschap’, stelt psychologe Reh.
Popidool Obama
Als de overgrote meerderheid van de Amerikanen er niet van overtuigd was geweest dat hun land op een volledig verkeerde koers zat, had Barack Obama zijn landgenoten nooit zo kunnen betoveren. Toen hij in 2008 tot president werd gekozen, lag de binnenlandse economie door de financiële crisis in puin. Daar kwamen de desastreuze oorlogen in Afghanistan en Irak nog bij, die zijn voorganger George W. Bush was begonnen na de terroristische aanslagen van 11 september 2001.
Daartegenover stond de jonge, zwarte senator als belichaming van een radicale nieuwe start. Met zijn meeslepende toespraken, waarin hij geloof en hoop predikte (‘Yes, we can’), veroverde Obama de harten van velen en werd hij een popidool.
Obama in toespraken: de woorden die ertoe deden, de woorden die tekortschoten
Omdat ze zich verzetten tegen hun culturele en economische neergang, volgen ook miljoenen Amerikanen de haatprediker Donald Trump, bijna zoals de Bhagwan-aanhangers ooit hun sekteleider volgden. En zonder de wereldwijde economische crisis aan het begin van de jaren dertig – de Grote Depressie – zou de extreemrechtse schreeuwer Adolf Hitler nooit door miljoenen Duitsers als verlosser zijn gezien.
De socialist Willy Brandt, die bondskanselier was van 1969 tot 1974, profiteerde op zijn beurt van een diepgeworteld verlangen naar maatschappelijke verandering, naar meer democratie en verzoening met de oosterburen, naar een einde aan de loodzware naoorlogse periode.
Al die charismatische leiders hebben nog een andere opmerkelijke overeenkomst: ze waren aanvankelijk buitenstaanders, underdogs die zich tegen de stigmatisering door de samenleving of het politieke establishment moesten verzetten en zich omhoog moesten werken.
Veel charismatische leiders waren aanvankelijk buitenstaanders, underdogs die zich tegen de stigmatisering door de samenleving moesten verzetten.
Zo werd Donald Trump net zo bespot en veracht door de politieke elites als Adolf Hitler, die jarenlang slechts de excentrieke leider van een splinterpartij was. Zijn voorganger, rijkskanselier Heinrich Brüning van de Deutsche Zentrumspartei, dreef de spot met hem als ‘een dilettant met een monocle van waan’.
Balling Brandt
‘Charismatische leiders zijn aanvankelijk helemaal geen mensen met bijzondere gaven, maar juist gestigmatiseerde, gediscrimineerde personen uit de maatschappelijke marge’, schrijven de sociale wetenschappers Berit Bliesemann de Guevara en Tatjana Reiber in hun boek Charisma und Herrschaft. In tijden van conflict zouden zulke politici er evenwel in slagen hun uitsluiting om te buigen in een voordeel.
Een voorbeeld daarvan is de levensloop van Willy Brandt. Hij werd in 1913 in Lübeck geboren als buitenechtelijk kind van verkoopster Martha Frahm. Zijn vader heeft hij nooit gekend. Als tiener sloot hij zich aan bij sociaaldemocratische organisaties.
Toen Hitler aan de macht kwam, vluchtte hij in ballingschap naar Noorwegen, van waaruit hij verzet pleegde tegen de nazi’s. Om zichzelf te beschermen tegen de Gestapo veranderde hij zijn naam van Herbert Frahm in Willy Brandt.
Na de oorlog keerde hij terug naar Duitsland. In 1957 werd hij burgemeester van Berlijn. Toen hij in de jaren zestig voor het eerst kanselierskandidaat van de SPD was, werd hij door CDU/CSU en de Springer-pers overladen met lastercampagnes.
Hem werd zijn buitenechtelijke geboorte verweten, zijn naamsverandering en zijn vermeende ‘vrouwenverhalen’. Vooral echter werd hij door zijn politieke tegenstanders als ‘landverrader’ bestempeld, omdat hij naar verluidt in Noors uniform tegen Duitse soldaten had gevochten.
Maar Brandt slaagde erin dat vermeende stigma in een voordeel om te zetten. Juist zijn tijd in ballingschap maakte hem bijzonder geloofwaardig bij de verzoening met voormalige oorlogsvijanden zoals Polen en de Sovjet-Unie. Zo werd hij in het buitenland gevierd als ‘de goede Duitser’. En vanaf 1969 werd de rebelse jeugd enthousiast over de hervormingsgezinde kanselier vanwege zijn antifascistische verleden.
Veel charismatische leiders delen nog een derde overeenkomst: ze weten zich handig technieken eigen te maken die succes opleveren. Willy Brandt kopieerde begin jaren zestig bijvoorbeeld Amerikaanse campagnepraktijken om zich als jong en dynamisch te presenteren. In een crèmekleurige cabriolet reisde hij door het land. In sentimentele home stories gaf hij journalisten een inkijkje in zijn gezinsleven. Zijn voorbeeld, de jonge Amerikaanse president John F. Kennedy, werd mede als charismatisch ervaren omdat hij er telegenieker uitzag dan zijn somber ogende rivaal Richard Nixon.
Sociale media
Een halve eeuw later was het internet een doorslaggevende factor voor de overwinning van Barack Obama. Als eerste Amerikaanse presidentskandidaat gebruikte hij op grote schaal e-mailcampagnes, Facebook-fangroepen en YouTube-video’s voor zijn verkiezingscampagne.
Via het internet voorzag hij zijn aanhangers voortdurend van menselijke verhalen over zichzelf en zijn vrouw Michelle. Bijna tien jaar later ontdekte Donald Trump de kracht van sociale media en verspreidde hij via Twitter (nu X) zijn provocerende boodschappen.
Een politicus kan echter alleen charismatisch overkomen als zijn mediapresentatie geloofwaardig is. Een belangrijke voorwaarde is dat hij authentiek is en dat zijn aanhangers zich met hem kunnen identificeren. Dit gaat soms zo ver dat fans in hun idool een zielsverwant zien.
Charismatische leiders zijn stuk voor stuk meesterlijke sprekers. Met zorgvuldig gedoseerd pathos veranderde Barack Obama zijn optredens in politieke kerkdiensten, waarin hij emotionele banden smeedde met zijn toehoorders. Legendarisch waren ook de toespraken van Willy Brandt (’Wir wollen mehr Demokratie wagen’) of Martin Luther King (’I Have a Dream’).
Volgens gedragseconoom John Antonakis van de Universiteit van Lausanne kunnen de retorische trucs die leiders charismatisch doen lijken, aangeleerd worden. In een experiment leerde hij een groep managers onder meer om in hun toespraken meer metaforen, retorische vragen en kleine verhalen te verwerken.
De opdracht was om bij het publiek de juiste emoties op te roepen. Daarnaast leerden de deelnemers beter in te spelen op de gevoelens van hun toehoorders, door oogcontact te houden en op hun gezichtsuitdrukkingen te letten.
Na die charisma-training moesten de managers voor een testpubliek optreden. De reacties daarop waren opmerkelijk: de managers werden daadwerkelijk als charismatischer ervaren dan vóór de training – en bovendien als competenter en geloofwaardiger.
In een charisma-training leren managers om in hun toespraken meer metaforen, retorische vragen en kleine verhalen te verwerken.
Rode stropdas
Volgens gedragswetenschappers speelt niet alleen retoriek een rol in de perceptie van charisma, maar kunnen ook lichaamstaal en omgevingsfactoren iemands uitstraling versterken. Zo tonen psychologische studies aan dat grotere mensen charismatischer worden bevonden dan kleinere. Omdat hij zich daarvan bewust was, ging de vroegere Franse president Nicolas Sarkozy (1,66 meter) bij toespraken bewust op een podium staan om groter te lijken.
Politici worden ook als machtiger beschouwd wanneer hun gezicht relatief groot is in verhouding tot hun lichaam. Rode kleding kan eveneens helpen – wat de voorkeur van Donald Trump voor rode stropdassen zou kunnen verklaren. Zelfs de temperatuur in een ruimte heeft invloed: een hogere temperatuur zorgt ervoor dat sprekers sympathieker overkomen.
Veel factoren moeten samenvallen opdat mensen een leider als charismatisch beschouwen. En omdat die uitstraling sterk afhangt van externe omstandigheden, is ze ook vergankelijk, zoals socioloog Weber al inzag.
‘Als een politicus zijn beloften niet nakomt, kan zijn charisma snel vervagen.’
Susan Reh, psychologe (University of Exeter)
‘Charisma draait voor een groot deel om het meedelen van visies, die in wezen slechts luchtkastelen zijn’, legt psychologe Reh uit. ‘Maar zodra een politieke leider in functie is, gaat het niet meer om metaforen, maar om het nakomen van verkiezingsbeloften. En als hij niet levert, kan zijn charisma snel vervagen.’
Dat overkwam ook de jarenlang aanbeden kanselier Brandt. Na zijn triomfantelijke verkiezingsoverwinning in november 1972, die hij zelf als een ‘wonder’ beschouwde, bereikte hij het hoogtepunt van zijn roem. Maar toen hij de hoge verwachtingen die hij had gewekt niet kon inlossen, en bovendien inflatie en de oliecrisis de Duitsers onzeker maakten, was het snel afgelopen met zijn betoverende uitstraling.