Rudi Rotthier vanuit de VS

Van ‘bromance’ naar ‘kooigevecht’- het belang van de vijandelijkheden tussen Ted Cruz en Donald Trump

Donald Trump en Ted Cruz, de topkandidaten in de Republikeinse race voor het presidentschap, hielden zich lang aan een niet-aanvalspact. Deze week, echter, meppen zij er op los, met slagen boven en onder de gordel. Vooral Trump wint daarbij vreemde bondgenoten.

Elke zaterdag brengt Rudi Rotthier, onze correspondent in Canada en de VS, u met een boeiend achtergrondverhaal een unieke inkijk in de stad of streek waar hij op dat moment resideert.

Dit is, met de karakteristieke overdrijving die Amerikaanse tv-stations vaker hanteren, het moment dat de toekomst van de VS en van de wereld wordt bepaald. Volgende week maandag, 1 februari, heeft in de staat Iowa de eerste voorverkiezing in de presidentsrace plaats. Aan Democratische kant kan Hillary Clinton kwetsbaar blijken, of een opdoffer oplopen tegen de opzittende socialist Bernie Sanders. Aan Republikeinse kant zijn er, als de peilingen kloppen, twee koplopers, die in Iowa nek-aan-nek de laatste rechte lijn ingaan: vastgoedmagnaat Donald Trump en senator Ted Cruz, samen goed voor 60 procent van de Republikeinse kiesintenties in Iowa en ruim 50 procent van de kiesintenties in de rest van het land.

De verhouding tussen de twee koplopers is in een opmerkelijke evolutie beland.

Ze profileren zich allebei als buitenstaanders, die in onmin leven met “het establishment” van de partij. (dat “establishment” valt moeilijk te definiëren, maar het gaat om een cluster van niet al te radicale politici, oudgedienden en grote geldschieters, die de partij een relatieve centrumkoers willen laten varen). Trump werd er lang van verdacht eerder een Democraat dan een Republikein te zijn, en nu ook nog de partij vaarwel te zullen zeggen als hij zich onheus behandeld voelt. En Cruz voert in de Senaat een guerrilla tegen zijn eigen partij, wat hem, volgens nog altijd hyperventilerende commentatoren, “de meest gehate man in Washington” maakt. Gehaat is hij sowieso. Cruz maakt er geen geheim van dat hij helemaal niet zo sympathiek is. “Als je iemand zoekt om een pint mee te drinken”, zei hij in een van de vele Republikeinse debatten, “dan ben ik allicht niet die kerel”. Hij liet het daar niet bij: “Maar als je iemand wilt die je naar huis voert, dat zal ik dat doen en je thuis afzetten”.

Het is niet alleen de pint die met hem niet lukt. Hij wordt op zijn zachtst omschreven als niet alleen onsympathiek maar ook akelig ambitieus. Zijn argument is dat conservatieven- en hij gebruikt vaker die term conservatief om zichzelf te omschrijven dan Republikein – in het verleden al te vaak te vriendelijk zijn geweest, en zo de belangen van hun kiezers hebben geschaad. Hij wil op tenen trappen, hij wil alle camaraderie vermijden, hij schold zijn partijgenoot en meerderheidsleider in de Senaat, Mitch McConnell, tijdens een sessie uit voor leugenaar. Hij lag aan de basis van een poging om de geldkraan voor de overheid dicht te draaien uit protest tegen Obamacare. En als zijn brute tactiek mislukt, of als een boemerang terugkeert, is hij de eerste om zijn partijgenoten de schuld te geven. Zij waren te soft, zij hebben met de ogen geknipperd eerder dan de buit binnen te halen.

‘Een Farizeeër’

Hij is ook buiten de politiek niet geneigd tot mededogen. David Brooks, de conservatieve commentator van The New York Times, beschrijft in een recente column “de brutaliteit van Ted Cruz“. Cruz was, voor hij senator werd, “sollicitor general” voor de staat Texas. Dat wil zeggen dat hij namens Texas moest pleiten bij zaken die voor het Hooggerechtshof werden behandeld. Zo bijvoorbeeld de zaak Michael Wayne Haley, die na de diefstal van een rekenmachine in een Walmart per abuis veroordeeld werd tot 16,5 jaar gevangenis in plaats van de maximaal mogelijke straf van twee jaar. Die zoal hoge straf van 2 jaar voor een kleine diefstal was mogelijk omdat de beklaagde twee keer eerder veroordeeld was, een keer wegens poging tot overval, een tweede keer wegens verkoop van amfetamines. Hij kreeg een nog veel hogere straf omdat hem ook recidivisme werd aangewreven. Zowel de rechter als de verdediging beseften niet dat die aantijging van recidivisme niet strookte met de periode waarin hij zijn eerdere misdrijven had gepleegd. De straf van 16,5 jaar werd dus onwettelijk toegekend, en eens hij dat besefte, bracht Haley zelf zijn zaak voor het Hooggerechtshof.

In plaats van de zaak te laten rusten, en Haley vrij te laten met de jaren die hij al had gezeten, ging Cruz aan de slag om de verkeerde straf van 16,5 jaar te kunnen handhaven. Hij gebruikte als argument dat Haley maar tijdens zijn proces het terechte bezwaar had moeten opperen.

“Is er een regel waardoor je in jullie staat geen fouten kunt toegeven?” vroeg een van de rechters van het Hooggerechtshof zich ten overstaan van Cruz af. Het Hooggerechtshof beval uiteindelijk de vrijlating – Haley had op dat moment 6 jaar gevangenis achter de rug voor zijn rekenmachientje.

Het is Cruz ten voeten uit, aldus Brooks. “Hij hengelt naar de stem van evangelische kiezers, meer in het bijzonder in Iowa. Maar in zijn carrière is het meeste wat op christelijke deugd lijkt hem vreemd: nederigheid, barmhartigheid, compassie, genade. Cruz’ gedrag in het geval van Haley valt bijna samen met de definitie van Farizeeër: een overdreven toepassing van de letter van de wet op een manier die de geest van de wet met voeten treedt”.

Het is nochtans dat rücksichtslose dat Cruz geliefd maakt bij een conservatief deel van de christenen, en bij de Tea Party, die hem, met steun van Sarah Palin, heeft helpen verkiezen tot senator. Zijn aanpak levert hem de ergernis op van ongeveer de rest van het land – tot en met heel conservatieve partijgenoten als Brooks. Het zegt veel over de staat van de Amerikaanse kiezers dat een bewezen pestkop als een van de topkandidaten overleeft. Cruz staat voor zuiverheid, een kleine overheid, een beperkte rol voor rechters, en heel veel christendom. Zijn vader, Rafael Cruz, die in het laatste jaar van dictator Batista als jonge, gemartelde revolutionair Cuba ontvluchtte, maakte carrière in de olie-industrie, alvorens zich Paulus-achtig te bekeren tot een strenge vorm van evangelisme. Sindsdien is pa Cruz predikant, met de nadruk op haat en antisocialisme (hij keerde na de revolutie even terug naar Cuba maar vond naar eigen zeggen Fidel Castro, die hij ooit als vrijheidsstrijder had gekend en bewonderd, als gezagsdrager nog erger dan Batista).

Rafael Cruz, tijdens een meeting waar hij in naam van zijn zoon spreekt
Rafael Cruz, tijdens een meeting waar hij in naam van zijn zoon spreekt© REUTERS

In zijn toespraken gaat pa Cruz heel vaak te keer tegen homorechten. Zo legde hij, tijdens een bijeenkomst in Iowa, het homohuwelijk uit als een complot van de overheid om socialisme in te voeren. “Toen ik mijn vrijheid verloor in Cuba, had ik een plaats om te vluchten. Maar als we hier onze vrijheden verliezen, waar moeten we dan heen? Er is geen vluchtplaats meer.”

“Homorechten en homohuwelijk maken deel uit van een complot om de traditionele familiestructuur te ondermijnen en religie te elimineren, om plaats te ruimen voor een socialistische staat waarin de regering aanbeden wordt als een god. Het socialisme vereist dat de regering je god wordt. Daarom moeten ze het concept van God vernietigen. Ze moeten elke loyauteit vernietigen behalve die voor de regering. Dat zit er achter het homohuwelijk”. Obamacare, het initiatief van Obama om meer mensen ziekteverzekering te geven, past volgens vader en zoon eveneens in die poging om God uit de wereld te bannen.

Vader Rafael verwijst naar zijn zoon Ted als iemand die deze evolutie weg van God kan omkeren.

‘Ik houd van Donald Trump’

De 45-jarige Ted Cruz is strikt in de leer, en vrijwel consistent conservatief – een typische kandidaat van de Tea Party. Hij wil kampen tegen “het kartel van Washington”, tegen de lobbyisten, tegen de gevestigde machten in zijn eigen partij, die, zegt hij, altijd compromissen verkiezen boven principes. Hij wil de staat ontvetten, het christelijk geloof weer centraler maken.

Toen hij zijn presidentskandidatuur stelde, leken zijn kansen niet zo best. Hij leek een marginale figuur, te radicaal voor succes buiten zijn enge kring. In den beginne haalde hij enkele procenten in de peilingen.

En toen maakte Trump zijn opwachting, met zijn intussen historische aankondigingsspeech, waarin hij zijn muur tegen Mexicanen in het vooruitzicht stelde, en ook, zoals Cruz, te keer ging tegen lobbyisten en het geld dat politici koopt. Zoals Cruz, Carly Fiorina en Ben Carson, wilde ook Trump als buitenstaander campagne voeren, en komaf maken met het establishment van de partij. Van die vier ‘buitenstaanders’ is Cruz de enige met een politiek mandaat.

Vooral onder impuls van Trump haalden die buitenstaanders al gauw meer dan de helft van de kiesintenties. Tegelijk verschrompelde de kandidatuur van de traditionele kandidaat bij uitstek, Jeb Bush.

Toen duidelijk werd dat Trump de koploper werd, midden juli, nam Cruz de beslissing om hem geen strobreed in de weg te leggen. “Ik houd van Donald Trump”, zei hij op 5 juli, goed twee weken nadat de magnaat zijn kandidatuur had gesteld. “Hij is doortastend, brutaal. En ik begrijp dat het een favoriete sport lijkt voor Amerikaanse media om Republikeinse kandidaten zover te krijgen andere Republikeinen aan te vallen. Ik ga dat niet doen. Intern Republikeins wapengekletter interesseert me niet.”

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Republikeinse presidentskandidaten die wel Trump hadden bekritiseerd (zoals Rick Perry), of die hem talentloos hadden nageaapt (Scott Walker) kwamen in een vrije val terecht. Tegen het eind van de maand juli stond Trump aan de leiding in de peilingen en haalde Cruz 5,5 procent. Geen explosie wat hem betreft, maar evenmin een vrije val – een lichte vooruitgang.

Cruz was geduldig. Hij zag toe hoe Carly Fiorina en vooral Ben Carson aan aanhang wonnen, hem voorbijstaken in de pikorde, om vervolgens te imploderen. Cruz zelf bleef voorzichtig klimmen. In september haalde hij her en der al 10 procent in een peiling. En momenteel zit hij nationaal in sommige peilingen hoger dan 15 procent, waarmee hij de tweede plaats ging bekleden, weliswaar nog zo’n 20 procent achter Trump. Onder hun beidjes, in wat de pers ging betitelen als een ‘bromance’, konden ze virtueel rekenen op ongeveer de helft van de Republikeinse stemmen.

Ze traden samen op tijdens een protestmanifestatie tegen het nucleair akkoord met Iran. Tijdens de debatten lieten ze mekaar buiten schot en kon er al eens een compliment vanaf. “Ik heb hem graag”, aldus Trump in de eerste week van september. “Hij heeft mij graag. Hij steunt me voor de volle 100 procent. Dat heb ik altijd gerespecteerd”.

Ondersteunen was een te groot woord, maar Cruz viel Trump niet af, zelfs niet toen die met zijn voorstel kwam om moslims tijdelijk de toegang tot het land te ontzeggen. “Ik ben het niet eens met zijn voorstel”, aldus Cruz, “Ik denk niet dat het de juiste oplossing biedt.” Maar “ik geloof niet dat de wereld mijn stem nodig heeft om toe te voegen aan het koor van kritiek” op Trump. En: “Ik wil hem prijzen omdat hij van de bescherming van onze grenzen zo’n prioriteit maakt”. Ook dat is typisch Cruz: als student werd hij de beste debater van het land genoemd. Hij kan een leeg glas volpraten, en een vol glas leeg. Hij kon ondanks alle verschillen van Trump een held van zijn zaak maken.

Wat had elk te winnen bij de alliantie, het niet-aanvalspact? Cruz heeft eind vorig jaar in privé gezegd dat hij Trump “omhelst en versmacht met liefde” in de diepe overtuiging dat de zakenman onderweg zal struikelen en de nominatie niet zal winnen, en in de even diepe overtuiging dat de aanhang van Trump, na diens verdwijnen, grotendeels in zijn schoot zal vallen. Waar zouden Trumps kiezers anders terecht kunnen? In die zin kon hij maar beter lief zijn voor The Donald, en voor diens aanhang – daar lag zijn eigenbelang.

Trump had een ander belang. Een van zijn ontstellend zwakke punten in deze Republikeinse race is religie. Hij moet zich voorbereiden om uit de bijbel te kunnen citeren, en dan nog verbastert hij zijn citaten, toont hij aan de manier waarop hij de cijfertjes in de hoofdstukken hanteert dat de bijbel onontgonnen terrein voor hem is. Hij redt zich uit gênante momenten door luidkeels te verkondigen: “I lo-o-o-ve the Evangelicals. And they love me”. Het niet-aanvalspact met de evangelische Cruz gaf Trump in dat departement enige geloofwaardigheid. Als Cruz met Trumps christelijkheid kan leven, dan kan de Tea Party dat ook.

‘Vertrouwen kiezers zijn vinger op de nucleaire knop?’

De eerste serieuze barst in het pact ontstond mogelijk per abuis.

Op 10 december kwam Cruz voor het eerst in een peiling aan de leiding in Iowa. Op diezelfde dag berichtte de New York Times dat Cruz tijdens een privégesprek met geldschieters twijfels had getoond over het “beoordelingsvermogen” van Trump. Hij vroeg zich ook af of kiezers Trump zouden vertrouwen eens ze beseften dat hi als president zijn vinger de knop had om over leven en dood, over kernbommen, te beslissen. De krant kon niet alleen Cruz citeren, ze verspreidde ook opnames van de uitspraken.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Trump, die zichzelf definieert als ‘counterpuncher’, iemand die reageert op de slagen van anderen, stuurde terstond een tweet de wereld in waarin hij voorspelde dat Cruz het lot zou te beurt vallen van de anderen die Trump hadden bekritiseerd. “Zal gemakkelijk zijn”. In een gesprek met Fox News noemde Trump Cruz “een beetje een maniak”, “Ik denk niet dat hij geschikt is om president te zijn. Daarvoor mist hij het temperament. Ik denk niet dat hij het oordeelvermogen heeft”.

Twee dagen later, tijdens een zoveelste debat, streek Trump de plooien glad. “Hij heeft een wonderlijk temperament”, zei hij over Cruz. “Hij is oké, maak je geen zorgen”. Cruz van zijn kant liet weten dat de uitspraken met geldschieters verkeerd begrepen werden. Hij tweette: “De enige hoop van het establishment: Trump en mij in een kooigevecht. Moet hen spijtig genoeg teleurstellen”.

De bromance was hersteld, of toch even. Trump begon zich tijdens meetings af te vragen hoe het zat met dat geloof van Cruz. “Hoeveel Cubanen ken je die evangelisch zijn? Ik stel gewoon de vraag.” En bij het begin van het nieuwe jaar, vanaf 5 januari, trok Trump helemaal de registers open. Dit keer trok hij langs 2 aanval ten aanval. De eerste, bekend terrein voor hem, was de nationaliteit van Cruz. Zoals bekend is Trump een ‘birther’. Hij stelde jarenlang vragen over de geboorteplaats van president Barack Obama, die, argumenteerde hij zonder bewijs, in het buitenland geboren was, en dus ten onrechte president geworden was. (Van Dale omschrijft een “birther” als een “aanhanger van de theorie dat president Barack Obama niet in de VS is geboren”, maar het begrip is intussen losgekoppeld van de president, en kan slaan op anderen van wie de nationaliteit en of geboorteplaats wordt betwijfeld). Die vragen rond Obama waren sullig en dom, of zelfs racistisch, voor iedereen behalve voor de heel conservatieve samenzweringsgerichte basis van de Republikeinse partij en de Tea Party. Trump, die misschien wel strategischer optreedt dan hij aangeeft, kon via die vragen over Obama een voet in de deur van de partij wurmen, een soort basisaanhang verwerven.

Is Cruz ‘natural born’?

Nu probeert hij Cruz op een gelijkaardige manier te treffen. Hij verpakte zijn aanvallen eerst als hulpvaardigheid. Want, zei hij, als Cruz inderdaad presidentskandidaat wordt, zullen de Democraten zijn status voor de rechter aanvechten. Kun je maar beter op voorbereid zijn.

Of er problemen zijn rond de status van Cruz (die zelf een grondwetspecialist is), is een open vraag, maar hij is in ieder geval in het buitenland geboren, namelijk in het Canadese Calgary, waar zijn Cubaanse vader en zijn Amerikaanse moeder leefden, en waar Ted de dubbele nationaliteit verwierf, die hij slechts recent heeft opgegeven. Het Amerikaans burgerschap had hij via zijn moeder sowieso, maar of hij ook, zoals de wet vereist voor presidentskandidaten, een “natural born citizen” is, een natuurlijk staatsburger, is voer voor specialisten: velen vinden van wel, enkelen vinden van niet. Om het helemaal moeilijk te maken: de wet geeft niet aan wat het onderscheid is tussen staatsburger en “natural born” staatsburger.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Misschien op termijn vervelender: Cruz heeft tijdens zijn Senaatscampagne twee gunstige leningen afgesloten bij respectievelijk Goldman Sachs (waar zijn echtgenote Heidi een hoge functie bekleedde) en Citibank, voor een globaal bedrag van 1 miljoen dollar. Die leningen werden, tegen de regels in, niet aangegeven bij de kiescommissie (een vergetelheid, volgens de woordvoerder van Cruz). De officiële versie van die campagne is dat Cruz en zijn echtgenote hun hebben en houden hadden verkocht om een vrijwel kansloze campagne te financieren. De realiteit is dus dat het makkelijker ging, dat ze hun inboedel helemaal niet verkocht hebben, maar via een lening waarop ze een minimum aan intresten moesten betalen aan geld kwamen. Volgens Trump blijkt zo nog maar eens dat Cruz wel kritiek heeft op de banken, en op de banden tussen politici en economie, maar dat hij als puntje bij paaltje komt, niet te beroerd is om zelf die banden te benutten (en dat feit te verdonkeremanen).

Tijdens het eerste debat van het nieuwe jaar verdedigde Cruz met verve zijn staatsburgerschap (hij kan premier van Canada worden, repliceerde Trump), en trok hij in de tegenaanval, waarbij hij Trump identificeerde met “de waarden van New York” (daarbij goddeloosheid en losheid van zeden suggererend). Trump, die deze aanval blijkbaar had verwacht, diende van repliek, verwees naar 11 september en won volgens commentatoren deze woordenwisseling.

Advertentieduel

Sindsdien is er, wat Cruz ook ooit tweette, een kooigevecht begonnen, waarbij zowel Cruz als Trump op dagelijkse basis kritiek uitoefenen op mekaar. Cruz vindt Trump nu wel degelijk een kandidaat van het establishment, een vermomde liberaal, een niet eens vermomde aanhanger van een grote staat. Trump laat in talloze tweets zijn twijfels over Cruz blijken: “Marionet!” “Eerlijk?”.

Dat alles mondde gisteren, vrijdag, uit in een duel van tv-advertenties, die onontkoombaar waren voor wie in Iowa een tv aanzette. De advertentie van Trump toont hoe de welbespraakte Cruz stamelt en steunt terwijl hij probeert uit te leggen waarom hij migratiewetgeving heeft ondersteund die een plaats voorzag voor illegalen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De advertentie van Cruz legt uit hoe Trump de onteigeningswetgeving gebruikte om een oud vrouwtje uit haar huis te zetten en zo vrije baan te krijgen voor parkeerzone bij een van zijn casino’s. “Trump wil het systeem niet veranderen. Hij is wat er fout is aan het systeem”, aldus die advertentie..

Die advertentieoorlog, en het kooigevecht, zijn de natte dromen van gematigde Republikeinen, die al langer hoopten dat de “buitenstaanders” onder de presidentskandidaten mekaar zouden afmaken.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Dat Trump en Cruz hun bromance niet zouden volhouden lag in de logica der dingen (hoewel rechtse radioster Rush Limbaugh luidop droomt van een Trump-Cruz of Cruz-Trump ticket voor de verkiezingen). Ze liggen nek-aan-nek in de peilingen voor Iowa, en voor allebei is winst in de eerste staat cruciaal. Voor Trump, die volgens peilingen een straat voorsprong heeft in de tweede staat, New Hampshire, waar op 9 februari wordt gekozen, komt het erop aan zijn etiket van “winnaar” niet te verliezen. Hij deelt de wereld op in winnaars en verliezers, en hij zou het moeilijk kunnen krijgen om een verlies, hoe klein ook, in het nietige Iowa, uitgelegd te krijgen. Hij wil in elk geval dat risico niet lopen. Vandaar dat hij onder meer voor 2 miljoen dollar aan tv-advertenties heeft gekocht. Vandaar ook dat hij Sarah Palin voor de neus van Cruz heeft weggekaapt. Vandaar dat Jerry Falwell junior campagne voor hem voert en spots voor hem maakt – diens overleden vader Jerry Falwell was een van de topvertegenwoordigers van de evangelische vleugel. In Iowa zou 55 tot 60 procent van de Republikeinse kiezers een evangelische achtergrond hebben, en via Falwell jr. hoopt Trump deze kiezers te bereiken, die in principe meer oor hebben voor Cruz.

Voor Cruz is Iowa alles of niets. Het evangelische, grotendeels witte kiespubliek, is hem op het lijf geschreven. Hij staat er uitstekend voor in de peilingen, kreeg ondersteuning van een aantal (christelijke) prominenten, terwijl het eerder heidense New Hampshire hem minder mogelijkheden biedt. Als Cruz Iowa wint, staat hij op de politieke kaart voor de volgende weken. Verliest hij in Iowa, en wordt hij weggeveegd in New Hampshire, dan is het mogelijk snel afgelopen met zijn kandidatuur en heeft hij in elk geval zijn beste kogel verschoten (om in hem dierbare beeldspraak te blijven).

Het duel tussen de vroegere partners wordt intussen ook gevoerd door andere partijleden. Een heleboel partijkopstukken vinden de tijd gekomen om op te biechten hoe walgelijk ze Cruz wel vinden. Bob Dole, de nu 92-jarige gewezen Republikeinse presidentskandidaat, kwam uit afzondering om aan The New York Times te verklaren dat winst voor Cruz “catastrofaal” zou zijn, zowel voor de partij als voor het land. Dole omschrijft Cruz als een “extremist”. Dan nog liever Trump, aldus Dole, die kan ten minste compromissen en deals sluiten. Trump is de enige die Cruz nog kan stoppen, aldus Dole.

De Republikeinse gouverneur van Iowa, Terry Branstad, zei deze week dat wat hem betreft iedereen mag winnen behalve Cruz. Dat heeft ermee te maken dat Cruz, als enige van de Republikeinse kandidaten, tegen de subsidie voor ethanol gekant is – nogal wat maïsboeren in Iowa teren op die subsidie.

Ook Trump krijgt Republikeinse tegenwind. De National Review, een blad van conservatieve Republikeinen, met nogal wat neocons (die ooit overliepen van liefde voor Sarah Palin), bracht vrijdag een speciaal nummer uit waarin conservatieve intellectuelen uitleggen waarom ze tegen Trump zijn, en hoe gevaarlijk ze hem wel vinden.

Op 1 februari weten we wat de kooigevechten hebben opgeleverd.

Door Rudi Rotthier vanuit Des Moines, Iowa, VS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content