Undercover in het kindersekstoerisme op de Filipijnen: ‘Schoolpoort dicht, cyberdeuren open’
Knack biedt een voorpublicatie aan uit Kinderen van het web – Undercover als pedofiel van onderzoeksjournalist Peter Dupont. ‘Voor wie getrouwd is en kinderen heeft, is cyberspace een aanlokkelijk alternatief voor echte seks.’
In 2013 gaat de Belgische onderzoeksjournalist Peter Dupont undercover in het milieu van het webcam kindersekstoerisme op de Filipijnen. Het fenomeen groeit razendsnel: op elk moment van de dag speuren overal ter wereld een miljoen cyberpedo’s het internet af. Druppelsgewijs leert Dupont aanbieders, slachtoffers en klanten kennen. Hij ontmoet een familie die in een cybersekshuis tientallen kinderen misbruikt en stoot op een opvanghuis voor weeskinderen waar pedofielen een week kunnen verblijven. Dupont krijgt doodsbedreigingen, het Filipijnse gerecht kraakt en de openbare aanklager wordt gehospitaliseerd na het bekijken van materiaal dat Dupont verzamelde. Maar zijn infiltratie levert ook invallen, bevrijdingen en internationale aandacht voor deze nieuwe vorm van sexploitatie op.
Anje leefde op enkele honderden meters van het krot van Jane, het zeventienjarige, hoogzwangere cyberseksmeisje dat ik in 2013 had overtuigd om haar cybersekswerk op de site C4 te laten vallen. Zo kon ze zich thuis in alle rust voorbereiden op haar bevalling. Jane showde toen in een bezemhok in Tarlac. Ik sprong even bij haar binnen om haar kind te bezoeken. Ze woonde met vier anderen in een morsig kamertje zonder bed. Geen partner, geen toilet, geen douche, wel een stoel en een laptop op een laag tafeltje. Een navelstreng met de wereld buiten de sloppen.
Dat ze opnieuw in cyberseks werkte, ontkende Jane. Ze had geen werk. Haar kind was ziekerig. Ze had honger. Het verhaal dat ik al twee jaar lang hoorde. ‘Ik geloof haar niet. Amsic krioelt van de cyberseks’, lachte Anje. Ze gaf me een Nescafékoffie zoals ik dat graag heb, no sugar, no milk. ‘Aan de kabels boven de huizen zie je wie internet heeft en in een wijk als Amsic is dat niet om Candy Crush te spelen.’
Anjes kamertje leek wel een Hello Kitty-schrijn, helemaal rozerig ingericht naar de smaak van haar tweejarige dochtertje Arianne. Arianne zat naar televisie te staren. Anje was uiterst karig met informatie over York. Ook zij koesterde mooie herinneringen aan de Amerikaan. Ze gaf toe dat ze hem erg goed had gekend, dat hij een cybersekshuis had gerund in San Francisco en tussen de lijnen door liet ze verstaan dat ze daar ook als minderjarig cybermeisje had gewerkt. Schoolpoort dicht, cyberdeuren open, zo ging dat toen. Op geen enkele van mijn vragen kwam een duidelijk antwoord.
Seks was nog steeds Anjes bread and butter. Momenteel werkte ze in een van de vele bars in wat sekstoeristen ‘blow row‘ en de ‘supermarket of sex‘ noemen. Ze verdiende er de kost als bargirl, pokpok, GRO (Guest Relations Officer), entertainer. Ze kluste ook bij als escorte, pick-upgirl en als cybergirl bij de buurvrouw op de eerste verdieping. Die leverde de computer, en kreeg als mamasan de helft van de opbrengst.
‘Cyberseks is erg populair geworden. De moeder van mijn ex-vriendje runde een cyberzaak. Haar nichtjes en dochters werkten voor haar. Mij vroeg ze ook, maar ik weigerde. Maar voor wie getrouwd is en kinderen heeft, is cyberspace een aanlokkelijk alternatief voor echte seks. Er is geen fysiek contact. Je moet je niet elke week laten testen met een pap smear, een uitstrijkje. Je moet niet dansen, geen alcohol drinken. Maar de kans dat je een mogelijke echtgenoot vindt, is natuurlijk kleiner.’
Anje was een vrolijke vrouw, vol pit, klein. Ze toonde me enkele vriendinnen op Facebook die ook in de sector werkten. Haar relationele situatie was ‘complicated‘, zag ik. Ze schaterlachte. Haar man leefde nog steeds in haar geboortestadje Baucawe, niet ver van Fours geboortestad Barobo. Verder had ze een vriend die bij haar inwoonde, maar ook Brad, een Amerikaanse BFF, een Boyfriend Foreigner, die af en toe overvloog voor enkele weken seks, maar het hele jaar door een prima bron van inkomsten was. Zo’n man was de droom van de meeste meisjes in de seksindustrie, vertelde ze. De foto van Brad toonde een vijftigplusser met overgewicht. Een verliefd geworden klant, na de seks besmet met het ‘white saviour‘-virus. Brad, de ‘salvador‘, de reddende engel, de cashmachine uit het buitenland.
Kinderen van het web – Undercover als pedofiel kost 18,50 euro en is te koop in de boekhandel en bij uitgeverij EPO.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier