Jasmine Malekzadem

‘Twee jaar na haar dood ontkennen de Iraanse autoriteiten nog altijd dat Mahsa Amini slachtoffer werd van politiegeweld’

Jasmine Malekzadem Advocaat aan de Gentse balie en wetenschappelijk medewerker aan de KU Leuven

Twee jaar geleden overleed Masha Amini. De jonge vrouw werd door de Iraanse politie opgepakt omdat ze zich niet aan de strenge kledingvoorschriften had gehouden. Advocate Jasmine Malekzadem vraagt in deze bijdrage aandacht voor alle demonstranten die vandaag nog altijd vastzitten in Iraanse gevangenissen.

Het is vandaag precies 2 jaar geleden dat Mahsa Amini, een jonge Iraanse vrouw (22 jaar), op 16 september 2022 in Teheran overleed nadat ze door de ‘zedenpolitie’ was opgepakt, omdat ze haar hoofddoek niet correct zou hebben gedragen. Na haar dood waren er massale straatprotesten. Deze protesten werden door de Iraanse autoriteiten bijzonder hard onderdrukt. Volgens mensenrechtenorganisaties zouden daarbij 500 demonstranten, waaronder minstens 70 kinderen, gedood zijn en naar schatting 20.000 mensen gearresteerd.

Al 45 jaar gaan de Iraanse vrouwen gebukt onder een regime dat hen beperkt in hun grondrechten en vrijheden. Gelijkheid, vrijheid van expressie of vrijheid om zich te verenigen, allemaal zaken die ingeperkt zijn. Hoe komt dat? Een gebrek aan seculiere, democratische rechtsstaat.

Een scheiding tussen religie en staat, zoals wij die hier kennen, is er niet. Sinds de Islamitische revolutie in 1979 is er een structurele discriminatie van vrouwen door de Hijab-regels. Artikel 638 van het Iraanse Wetboek van Strafrecht bepaalt dat elke handeling die beledigend is voor de openbare zeden met 74 zweepslagen wordt bestraft. Eenzelfde straf geldt voor vrouwen die in het openbaar worden gezien zonder sluier. Deze bepaling is aangesterkt door tal van religieus gevoede regels waardoor de ordetroepen bij machte zijn vrouwen willekeurig te arresteren en op te sluiten wegens het tonen van hun haar. Nochtans is Iran lid van diverse Internationale Verdragen die de bescherming van de mensenrechten beogen. In 1975, enkele jaren vóór de Islamitische revolutie, heeft Iran het Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten geratificeerd (BUPO). Gelijkheid voor vrouwen is in het BUPO ingeschreven. In het verleden is echter ontelbare keren gebleken dat de Islamitische Republiek een loopje neemt met deze verplichtingen.

Vorig jaar schreef ik naar aanleiding van de herdenking van de eerste verjaardag van het overlijden van Mahsa Amini een stuk met als titel: ‘Komt er verandering voor Iran?

Twee jaar later na haar dood is er niets veranderd.

Begin van deze zomer werd zelfs een nieuwe president in Iran verkozen, Masoud Pezeshkian. Hij werd door heel wat krantenkoppen omschreven als een hervormingsgezinde kandidaat. Iemand die de relatie tussen het Iraanse regime en het volk wil verbeteren. Vóór de verkiezingen beloofde hij cohesie in het land en noemde hij nog het optreden van de zedenpolitie tegen de manier waarop vrouwen de hoofddoek dragen, ‘immoreel’. Hij bekritiseerde ook de hardhandige reactie op de protesten na de dood van Mahsa Amini. Maar zoals dat al 45 jaar het geval is, is het de opperste geestelijke leider in Iran die de touwtjes in handen heeft.

Tot op vandaag ontkennen de Iraanse autoriteiten dat Mahsa Amini het slachtoffer is geworden van politiegeweld. Tot op vandaag zitten duizenden demonstranten die na haar overlijden de straat zijn opgekomen, vast in de gevangenis. Aan hun lot overgelaten, en op rechtvaardigheid kunnen ze niet rekenen. Advocaten die demonstranten en vrouwen zonder hoofddoek willen verdedigen, worden zelf vervolgd en veroordeeld tot gevangenisstraffen. Daarenboven wordt het hoofd van de rechterlijke macht rechtstreeks door de opperste geestelijke leider benoemd en staan de revolutionaire rechtbanken onder controle van de ordetroepen. De onafhankelijkheid van de rechter die normaal bedoeld is om de eerbieding van de mensenrechten te garanderen, is binnen dit systeem niet mogelijk. Om het met de woorden van de Nobelprijswinnares, Narges Mohammadi die zelf in de gevangenis zit, te zeggen: ‘What is not achievable in this judicial system, is justice’.

Het zijn juist deze gevangenen die vandaag opnieuw van zich laten horen. Op 15 september 2024, zijn 34 vrouwelijke politieke gevangenen in de beruchte Evin-gevangenis in hongerstaking gegaan ter herdenking van de tweede verjaardag van de Woman, life, freedom-beweging en van het overlijden van Mahsa Amini.

Zolang de Internationale gemeenschap met de VN op kop geen structurele acties onderneemt, verandert er niets. Nochtans besliste de Mensenrechtenraad van VN al op 24 november 2022 om een onafhankelijk onderzoek te starten naar de manier waarop de Islamitische Republiek de protesten in het land sinds de dood van Mahsa Amini onderdrukt. Wat is daarvan geworden?

Say her name, Mahsa Amini.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content