Tv-journaliste Marina Ovsyannikova: ‘Ik ben nu vijand nummer één’
De Russische tv-journaliste Marina Ovsyannikova protesteerde live in het avondnieuws tegen Poetins invasie van Oekraïne. Een gesprek over het moment dat haar leven veranderde, en haar angst voor wat haar nog te wachten staat.
Marina Ovsyannikova (43) praat heel snel aan de telefoon. Ze heeft een paar uurtjes kunnen rusten, na bijna twee dagen zonder slaap, zoals ze zegt. Ze lijkt wat verstrooid – op de achtergrond rinkelt constant een andere telefoon. ‘Momentje, het is hier even heel erg druk.’ Ovsyannikova heeft tegen het optreden van president Vladimir Poetin in Oekraïne geprotesteerd, en niet zomaar ergens, maar live tijdens het avondjournaal in de studio van de staatszender – een van de meest bekeken televisiekanalen in Rusland. Ovsyannikova werkte er sinds 2003 als redacteur. Ze werd afgevoerd, maar werd met een boete vrijgelaten.
Hoe gaat het nu met u?
MarinaOvsyannikova: Het gaat wel. Ik woon ondergedoken bij vrienden. De stress is groot, en dat zal niet snel verminderen. Ik begin me langzaam te realiseren dat mijn leven nooit meer hetzelfde zal zijn. Ik kan niet terug naar mijn oude leven. (zucht) Ik maak me nu echt zorgen om mijn kinderen, mijn zoon van 17 en mijn dochter van 11. Ik neem kalmeermiddelen. Ze zijn niet hier bij mij, maar ze zijn wel veilig in Moskou.
De Franse president Macron heeft u asiel aangeboden. Overweegt u te vertrekken?
Ovsyannikova: Nee, ik wil ons land niet verlaten. We blijven in Rusland. Ik ben een patriot, en mijn zoon nog meer. We willen absoluut niet weg.
‘Ik begin me langzaam te realiseren dat mijn leven nooit meer hetzelfde zal zijn.’
Wat vond uw familie van uw protestactie?
Ovsyannikova: Voor hen was dat een vreselijke klap. Mijn moeder is nog altijd in shock, ze is helemaal geradbraakt. Mijn zoon vindt het allemaal verschrikkelijk. Hij gaat op zijn leeftijd sowieso door een moeilijke fase. Hij heeft me naar het hoofd geslingerd dat ik het leven van iedereen in de familie heb verpest.
Hoe gaat u daarmee om?
Ovsyannikova: We praten nog met elkaar, maar het is voor mij psychisch erg zwaar. Ik sta tussen twee fronten. Mijn familie steunt me niet echt. En dan is er nog de officiële publieke opinie die tegen mij is, de toenemende confrontatie in de samenleving die verdeeld is in de verdedigers en de tegenstanders van de oorlog.
U gebruikt het woord ‘oorlog’. Dat is in Rusland bij wet verboden. Officieel moet zijn actie tegen Oekraïne een ‘speciale militaire operatie’ worden genoemd. Bent u niet bang voor de gevolgen?
Ovsyannikova: Natuurlijk ben ik bang, heel bang zelfs. Ik ben ook maar een mens. Er kan van alles gebeuren, een auto-ongeluk, alles wat ze maar willen. Daar ben ik me van bewust. Maar dit is mijn positie als burger: dit is oorlog. Begrijp me goed, ik ben al voorbij het point of no return. Ik kan nu in het openbaar alles zeggen wat ik denk.
Maar er is ook nog de wet tegen fake news, waardoor iedereen die zogenaamd valse informatie verspreidt over de acties van de Russische strijdkrachten zware boetes riskeert. In het ergste geval meerdere jaren gevangenisstraf. Er loopt een onderzoek tegen u. Verwacht u een strenge straf?
Ovsyannikova: Er werd nog geen strafvervolging tegen mij ingesteld – ze onderzoeken of ze dit kunnen motiveren. Ik heb natuurlijk vernomen dat hooggeplaatste vertegenwoordigers van de leiding eisen dat er een strafzaak tegen mij wordt aangespannen. Op dit moment ben ik veroordeeld tot een boete van 30.000 roebel (circa 265 euro, nvdr). Als ik geen kinderen had om voor te zorgen, zou ik zeker vijftien dagen zijn vastgehouden en nu zoals vele anderen in een cel zitten. Ik weet niet wat me verder te wachten staat.
‘Natuurlijk ben ik bang. Er kan van alles gebeuren, een auto-ongeluk, alles wat ze maar willen.’
U werkt al jaren op de nieuwsdienst van de staatsomroep. Waarom hebt u nu pas besloten actie te ondernemen?
Ovsyannikova: Ik ben niet zo bezig met politiek, ik ben nog nooit op straat gekomen. Noem het cognitieve dissonantie, ik heb het lange tijd onderdrukt. Weet u, mijn ongenoegen is met de jaren steeds groter geworden. De duimschroeven zijn harder en harder aangedraaid. Eerst konden we de gouverneurs niet meer zo vrij kiezen als voorheen. Daarna volgden de gebeurtenissen in Oekraïne in 2014, de instabiliteit, het uitroepen van de ‘Volksrepublieken van Donetsk en Loegansk’, de vergiftiging van Alexei Nawalny. Parallel daarmee begonnen de autoriteiten de onafhankelijke media uit te schakelen of tegen te werken. Het begin van de oorlog tegen Oekraïne was voor mij het point of no return. Niemand had dit zien aankomen, ik evenmin als mijn vrienden en mijn familie. We dachten dat het maar sabelgekletter was van Rusland en van de VS en de NAVO. Dat er diplomatiek overleg zou komen, de lont uit het kruitvat zou worden getrokken en alles weer rustig zou worden. Toen ik op 24 februari ’s ochtends wakker werd, en hoorde dat Poetin een oorlog tegen Oekraïne was begonnen die zich niet beperkte tot de ‘Volksrepublieken van Donetsk en Loegansk’, maar dat het Russische leger oprukte naar Kiev, was dat een onvoorstelbare schok. Het was gruwelijk. Elke normaal denkende Rus besefte op dat moment dat het leven nooit meer als vroeger zou worden.
U bent geboren in Odessa. Hebt u nog familie in Oekraïne, was dat een reden voor uw protest?
Ovsyannikova: Dit is een oorlog tegen een broedernatie. Geen zinnig mens kan dat accepteren. Mijn vader is Oekraïens, mijn moeder Russisch. Het is waar dat ik in Odessa geboren ben, tijdens de Sovjetperiode. Maar toen ik één jaar was, zijn we naar Rusland verhuisd, en ik heb de rest van mijn leven hier doorgebracht. Mijn vader is in Odessa gestorven en ligt daar begraven. Ik heb nog familie, een tante, neven en nichten, maar we hebben weinig contact. Voor mij was het protest in de eerste plaats een pacifistische actie. Het is in het belang van Rusland en de wereld dat er zo snel mogelijk een einde komt aan deze oorlog. Ik wilde laten zien dat de Russen hier ook tegen zijn, wat veel mensen in het Westen niet begrijpen. Iedereen die ook maar een greintje verstand heeft, vindt deze oorlog afschuwelijk.
‘Ik wilde laten zien dat de Russen hier ook tegen zijn, wat veel mensen in het Westen niet begrijpen.’
Sommige mensen denken dat uw protest door anderen gepland en geënsceneerd was.
Ovsyannikova: (lacht) Dat heb ik ook gelezen, maar kijk, ik ben een echte mens. Dat was niet fake, het was geen montage. Ik zat in de studio van de staatszender. Die heeft het incident bevestigd. Andere collega’s zouden net hetzelfde kunnen doen. De protestactie was alleen mijn idee. Ik begrijp dat nu alle mogelijke versies de ronde doen, dat de propaganda alle pijlen op mij richt om mij in een slecht daglicht te plaatsen.
Pskov, de woordvoerder van het Kremlin beschuldigt u van…
Ovsyannikova: … ja, ik weet wat hij gezegd heeft (Peskov noemde het protest ‘hooliganisme’, nvdr). Ik ben hier nu vijand nummer één.
Had u deze commotie verwacht?
Ovsyannikova: Ik was zo gespannen, zo boos, en dat wilde ik met mijn protest laten blijken. Ik dacht niet aan wat de mogelijke gevolgen konden zijn, dat besef ik nu wel. Elke dag meer en meer.
Wanneer hebt u beslist om dit te doen? Het leek alsof uw actie al langer gepland was.
Ovsyannikova: We hebben op de zender om de week dienst. We werken een week en zijn een week thuis. Ik was tot zondag vrij en kocht papier en stiften, maakte in mijn keuken de poster en nam de video op, die ik achteraf op Facebook heb geplaatst. Ik heb mijn plan niet met familie, vrienden of collega’s besproken. Niemand wist ervan, anders was het waarschijnlijk misgegaan. Sommige mensen wisten dat ik tegen de oorlog was, maar meer niet.
Wat gebeurde er die maandag tijdens het werk?
Ovsyannikova: Ik ben net als anders aan mijn werk begonnen, keek in de studio waar de camera’s precies stonden, hoe ze bewogen, waar ik zou kunnen staan. Ik was erg bang dat het uiteindelijk allemaal tevergeefs zou zijn als niemand me had kunnen zien. Toen rende ik snel de studio in, langs de veiligheidsagent die daar altijd op post staat. Ik was hem voor, ik had de uitgerolde poster al in mijn handen en stond achter de nieuwslezeres. Toen liep ik snel terug naar mijn werkplek en wachtte af. Ik kreeg mijn oversten over de vloer, en iedereen vroeg: ‘Was jij dat?’ Niemand wilde het echt geloven. Daarna volgden lange gesprekken. Er kwamen ook politieagenten. Het heeft urenlang geduurd.
‘Ze bleven maar vragen wat mijn link was met het Westen, wie mij had aangespoord.’
Hoe verliepen die gesprekken?
Ovsyannikova: Aangenaam. De hoofdredacteur van de nieuwsdienst wilde dat ik ontslag nam. Dat heb ik niet gedaan, ik was gewoon te emotioneel. Ik zal vandaag mijn ontslagbrief schrijven. De agenten namen mijn telefoon af en praatten heel vriendelijk met mij over de politieke situatie in Rusland. Ik werd ook ondervraagd door een adjunct-directeur van de dienst voor extremismebestrijding. Hij werd voortdurend gebeld door hooggeplaatste figuren. Het heeft lang geduurd voor de agenten geloofden dat de protestactie mijn idee was. Ze bleven maar vragen wat mijn link was met het Westen, wie mij had aangespoord. Terwijl ik alleen maar mijn standpunt als burger heb verwoord.
Ik heb wel twintig keer om een advocaat gevraagd. ‘Je mag meteen een advocaat bellen’, zeiden ze voortdurend, maar dat mocht ik niet. Ik mocht mijn familie ook niet op de hoogte brengen, meer dan 18 uur lang. Daarna hebben ze me naar een rechtbank gebracht, waar ik ook geen advocaat had, totdat een van de juristen die me al anderhalve dag zocht me kon bereiken.
Wat deed u precies als redacteur bij de staatsomroep?
Ovsyannikova: Ik werkte voor de afdeling buitenlands nieuws, stond in contact met internationale agentschappen zoals Reuters en Eurovision, volgde het westerse nieuws, deed onderzoek, nam interviews op met buitenlandse politici en experts, produceerde bijdragen voor onze uitzendingen.
Dat betekent dat u altijd een andere realiteit hebt gezien, die u niet toonde op de staatszender.
Ovsyannikova: Inderdaad. Ik begrijp dat elke staat vecht voor zijn belangen, dat we in een informatieoorlog leven. Maar in ons land had de staatspropaganda al vóór de oorlog in Oekraïne vreselijke vormen aangenomen. Nu deze oorlog is begonnen, is de propaganda niet meer te verdragen. Toen ik 25 jaar geleden met journalistiek begon, wilde ik strijden voor gerechtigheid, voor het goede, niet meedoen aan dat soort bedrog van mensen.
Over het algemeen denk ik dat de waarheid ergens in het midden ligt. Je moet alle bronnen checken, de Russische, Oekraïense en de internationale bronnen. Tijdens mijn werk heb ik het volledige plaatje gezien: Oekraïense vluchtelingen die nu in Polen en elders zitten, Oekraïners die alles in de oorlog kwijtgespeeld zijn, hun verwoeste huizen, de gewonden en doden. De beelden van de internationale agentschappen liepen voortdurend binnen op onze schermen. We hebben die foto’s niet op de staatszender laten zien. Zelfs niet van onze eigen doden.
U hebt vele jaren voor de staatspropaganda gewerkt. Hoe valt daarmee te leven?
Ovsyannikova: Het werk begon me erg zwaar te vallen. De meeste mensen die voor de staatstelevisie werken, weten heel goed wat er aan de hand is. Ze weten maar al te goed dat ze iets verkeerds doen. Het zijn geen overtuigde propagandisten, vaak juist het omgekeerde. Ze voeren constant een innerlijke tweestrijd tussen hun werk en hun morele kompas. Ze weten dat de staatstelevisie liegt, dat de meeste staatszenders liegen. Het merendeel van de verslaggeving is gewoon niet objectief. Maar mijn collega’s moeten hun kinderen te eten geven en weten dat ze in het huidige politieke klimaat geen andere baan zullen vinden.
Krijgt u instructies over hoe u moest werken, wat er uitgezonden mocht worden en wat niet?
Ovsyannikova: Natuurlijk zijn er instructies van het Kremlin over wat je wel en niet mag zeggen. Natuurlijk ligt alles duidelijk vast. De instructies worden door de leidinggevenden doorgegeven aan het gewone personeel. Wat we hoe mochten benoemen, met welke bewoordingen, welke deskundigen we mochten uitnodigen en welke niet. In Oekraïne waren dat meestal alleen pro-Russische vertegenwoordigers.
‘Veel intelligente en bekwame mensen werden verdreven. Dit land zal wegzinken in de duisternis.’
Collega’s van onafhankelijke media probeerden jarenlang goede journalistiek te bedrijven, ondanks alle politieke druk en repressie. Velen van hen moesten naar het buitenland vluchten.
Ovsyannikova: Ik betreur dat ten zeerste. Veel intelligente en bekwame mensen werden verdreven. Zij zijn onze toekomst. Voor ons land betekent het dat het zal wegzinken in de duisternis.
U hebt tot nu toe een goed leven gehad. U hebt veel gereisd, ook naar West-Europa, blijkt uit uw Facebookpagina.
Ovsyannikova: Ja, ik had een goed leven, ik mocht niet klagen. Het was het leven van de Moskouse middenklasse.
Dat zal nu wel voorbij zijn. Welke plannen hebt u nu?
Ovsyannikova: Mijn leven zal totaal anders zijn. In een oorlog weet je nooit wat er gaat gebeuren. De oorlog heeft alle plannen tenietgedaan en veroorzaakt zo veel leed, vooral in Oekraïne. Ik ben blij te lezen dat collega’s van de staatsomroepen één voor één ontslag nemen.
Interview door Christina Hebel in Moskou. (c) Der Spiegel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier