Ewald Pironet
‘Tussen recessie en stagnatie: de toestand van de Duitse economie is slecht nieuws voor ons’
Ooit was Duitsland de economische motor van Europa, vandaag is het verpieterd tot het zorgenkind dat het moeilijk heeft in de concurrentieslag met de VS en China.
‘We zijn verbelgischt’, zei ING-econoom Carsten Brzeski in de krant De Morgen over de Duitse economie. Dat was niet meteen positief bedoeld en om daar geen misverstand over te laten bestaan, voegde hij eraan toe: ‘We hebben geleerd met suboptimaal om te gaan.’ De Duitse regering stelde net de verwachting naar beneden bij en ziet de economie nu hooguit pas op de plaats maken. En misschien wordt het nog slechter. Volgens Brzeski zit de Duitse economie in de schemerzone tussen recessie en stagnatie.
Lang hebben ze in Duitsland ontkend dat het bergaf ging. Iedereen werd er pas wakker geschud toen Volkswagen vorige maand liet weten dat het overweegt om 30.000 van de 130.0000 banen in Duitsland te schrappen. Het zouden de eerste ontslagen ooit zijn in het moederland van de grootste Duitse werkgever. Ook bedrijven als BMW, Mercedes, Commerzbank, ThyssenKrupp, Siemens en BASF zeiden al dat het niet zo goed gaat als verwacht. Het aantal faillissementen neemt toe, steeds meer bedrijven kondigen afdankingen aan.
Wie weleens in Duitsland komt, moest vaststellen dat de zo geroemde Duitse autosnelwegen vaak in slechte staat zijn, dat ondanks de Duitse Pünktlichkeit de treinen er nog meer vertraging hebben dan in ons land (als ze niet uitvallen) en dat ondanks de befaamde Duitse Gründlichkeit ook het internet er erg traag is. Hoe dat komt? Omdat er decennialang onvoldoende werd geïnvesteerd.
Dat is de schaduwkant van de zogenaamde schwarze Null, het Duitse streven naar een begroting in evenwicht. Jarenlang werd het Duitse begrotingsbeleid als hét voorbeeld voor de andere Europese landen gepresenteerd: maak geen schulden. Daarbij werd over het hoofd gezien dat je met overheidsinvesteringen, bijvoorbeeld in infrastructuur of digitalisering, wel schulden mag maken, omdat ze ten goede komen aan de economie en dus ook geld opbrengen.
Ooit was Duitsland de economische motor van Europa, vandaag is het verpieterd tot het zorgenkind dat het moeilijk heeft in de concurrentieslag met de VS en China. Dat is geen goed nieuws voor ons. Duitsland is met 82 miljoen inwoners onze grootste klant en na Nederland onze grootste leverancier. We hebben er dus alle belang bij dat de Duitse economie goed draait. Wanneer de motor er opnieuw zal aanslaan, is onduidelijk. Het wegvallen van het politieke midden en de groei van het extreemrechtse Alternative für Deutschland (AfD) én het links-populistische Bündnis van Sahra Wagenknecht (BSW) helpen niet, integendeel.