De Turken trekken zondag naar de stembus voor de gemeenteraadsverkiezingen. De verkiezingen worden gezien als een test voor de regering van president Recep Tayyip Erdogan, die een aantal belangrijke steden, waaronder Istanboel, wil heroveren op de oppositie.
De 70-jarige president heeft zijn volle gewicht in de campagne gegooid om de kandidaten van zijn AKP-partij een hart onder de riem te steken. Erdogan zette vooral hoog in op Istanboel, waar Murat Kurum de burgemeestersjerp moet veroveren op uittredend burgemeester en oppositieleider Ekrem Imamoglu. Imamoglu sleepte in 2019 de overwinning in de wacht in de belangrijkste en rijkste stad van het land. Bij een herverkiezing komt hij ook in poleposition te staan om in 2028 staatshoofd te worden. “Istanboel werd de afgelopen vijf jaar aan zijn lot overgelaten. We willen het behoeden voor een ramp”, aldus Erdogan zaterdag. De peilingen geven het voordeel aan Imamoglu, maar die worden best met een korrel zout genomen. Peilingen wezen er namelijk ook op dat Erdogan vorig jaar niet herverkozen zou worden tot president.
In tegenstelling tot in 2019 treedt de oppositie ditmaal in verspreide slagorde aan. De CHP slaagde er niet in om de andere oppositiepartijen achter zich te scharen. Toch gelooft de partij in een overwinning. “We gaan morgen een grote overwinning behalen, die niemands nederlaag zal zijn”, verklaarde partijvoorzitter Özgür Özel terwijl hij door Izmir wandelde, een stad in het westen van het land die, net als de hoofdstad Ankara, naar verwachting in handen van de oppositie zal blijven. Zondag trekken 61 miljoen Turken naar de stembus. De stembureaus in het oosten van het land openen om 7 uur lokale tijd (6 uur Belgische tijd) en sluiten om 17.00 uur lokale tijd (16 uur Belgische tijd) de deuren in het westen.
