Op 3 november sluiten de Amerikaanse stembussen. Het presidentschap, het Huis van Afgevaardigden en één derde van de Senaat worden vernieuwd. Het wordt een bijzonder spannende race met een grote inzet voor Europa. Maar misschien is er ook meer aan de hand. Een analyse van de hand van professor internationale politiek David Criekemans.
De afgelopen vier jaren waren een roller coaster voor de trans-Atlantische relatie. De structurele band tussen de Verenigde Staten van Amerika en de (West-)Europese landen dateert van het einde van de Tweede Wereldoorlog. Europa was vernietigd, en was zelf niet in staat tot heropbouw. Een lokroep en potentiële opmars van het communisme dreigde in de gebombardeerde Europese steden. Tegelijkertijd waren de VS net ‘dankzij’ de Tweede Wereldoorlog uit de jarenlange economische depressie van de jaren dertig geraakt. Vergelijkenderwijs kwamen de VS relatief ongeschonden uit het wereldconflict van 1939-1945.
Het genie van buitenlandminister en voormalig generaal George C. Marshall bestond erin om een koppeling te maken tussen economie en veiligheid. Er werd de (West-)Europese landen een lening aangeboden om Amerikaanse goederen te kopen en zo Europa herop te bouwen. Op die wijze kon ook verhinderd worden dat de Amerikaanse industrie opnieuw zou terugvallen in een depressie. De Amerikaanse militaire macht garandeerde tegelijkertijd de veiligheid van de West-Europese landen tegen het communisme.
In april 1949 werd het Verdrag van Washington getekend. De NAVO zag het levenslicht. Eerder was gebleken dat een Europese defensie rond het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk in het kader van het Verdrag van Brussel uit 1948 te zwak zou zijn. En zo ontstond een symbiotische relatie tussen het Oude en het Nieuwe Continent. De Amerikaanse macht bracht harde militaire en economische componenten samen met culturele aantrekkelijkheid. In de Koude Oorlog bleek deze geopolitieke en geo-economische alliantie een absoluut succesnummer, met 75 jaar relatieve vrede en veiligheid tot gevolg.
Trump of Biden: de fundamentele verschuivingen in de trans-Atlantische relatie zullen niet veranderen.
David Criekemans
China
Reeds onder de voormalige presidenten Bush en zeker Obama wendden de VS evenwel geleidelijk aan hun blik af richting China, de nieuwe potentiële grootmacht en concurrent. Merkwaardig genoeg zette Donald Trump vanaf 20 januari 2017 deze continuïteit verder, maar het taalgebruik was plots veel ruwer. De Europese landen dienden 2% van hun BNP te spenderen aan defensie, of anders zou de clausule van collectieve veiligheid in het NAVO-verdrag wel eens in vraag gesteld kunnen worden. Geopolitieke concurrenten zoals Rusland luisterden aandachtig mee, en speculeerden al openlijk over een nakende implosie van de trans-Atlantische relatie.
Trump wilde als zakenman vooral dat de Europeanen meer Amerikaans wapentuig zouden kopen. Later sprak hij zich op een NAVO-top uit tegen de Duits-Russische Nordstream II aardgaspijpleiding in aanbouw, en stelde hij dat Berlijn te afhankelijk werd van Moskou. Men zou beter Amerikaans ‘freedom gas’, gewonnen uit schaliegesteenten, aankopen. Met uitzondering van Warschau en Budapest begonnen meerdere regeringsleiders in vele Europese hoofdsteden zich zorgen te maken. Angela Merkel stelde dat de VS een belangrijke partner was, maar dat Europa niet volledig op Washington kon rekenen. Ook het succes van de Duitse auto-industrie werd door Trump geviseerd. De Franse president Macron gebruikte het momentum om te pleiten voor een Europese defensie, en stelde een gecontesteerde internettaks voor op bedrijven als Amazon, Facebook, Google, e.a. Hoewel de VS een militaire grootmacht bleef, bleek haar soft power-attractiviteit onder Trumps “America First” tanende.
Mocht Trump een tweede ambtstermijn bemachtigen, dan zullen de spanningen met Europa op geostrategisch en geo-economisch vlak wellicht verder toenemen. Het imago van de VS als leider van de vrije wereld en de democratie kalfde ook af. Onder Biden zou getracht worden om deze relatie te herstellen. Ook zou een democratische administratie trachten om de VS opnieuw aan te laten koppelen aan het klimaatakkoord van Parijs. De inzet van de Amerikaanse verkiezingen is dus hoog. Misschien staat de trans-Atlantische relatie zelf wel op het spel. Nochtans kan een Biden-regering Europa ook verblinden.
Illusies
We mogen ons geen illusies maken; de belangen van de VS en Europa lopen niet altijd gelijk. Wel zou ook Biden China kritisch benaderen maar meer samen in concert met de Europese Unie, bijvoorbeeld rond mensenrechten. In Azië zullen de VS in een Biden-administratie het Trans-Pacific Partnership (TPP) met landen als Australië, Brunei, Canada, Chili, Japan, Maleisië, Mexico, Nieuw-Zeeland, Peru, Singapore, Vietnam trachten te herstellen. Zo kan een geo-economisch tegengewicht in Azië tegen China gecreëerd worden. Eerder verwees Trump dit project naar de prullenmand omdat het teveel met Obama geassocieerd was. Maar een nieuw TPP kan dan ook wel weer implicaties hebben voor de Amerikaans-Europese betrekkingen.
De Amerikaanse buitenlandse directe investeringen lopen evenwel al een tijdje achterop op deze van China. China probeert via handel en investeringen steeds meer landen in de wereld voor zich te winnen. China werkt aan een “Nieuwe Zijderoute” een project waarbij China enorme investeringen doet in infrastructuurwerken, op land en in zee- en luchthavens. Zo tracht men Azië, Afrika, en Europa met elkaar te verbinden, met Beijing als centrale handelsknoop. Een nieuwe potentiële ‘bipolaire wereld’ met VS en China als hoofdspelers zou nadelig kunnen zijn voor Europa omdat het tot interne verdeeldheid kan leiden. In Europa staan landen als Hongarije, Griekenland, en Italië immers op het ‘verlanglijstje’ van China. Door nieuwe wegen, routes of energienetwerken aan te leggen, maakt China handel makkelijker en stimuleert het ook groei. Het bijkomende dividend is politieke vriendschap, een plus voor China in haar opmars om het wereldsysteem van binnenuit te beïnvloeden. China’s soft power groeit zo zienderogen.
De Amerikaanse kiezer zal straks de politieke kaarten herschudden. Hopelijk is de uitslag eenduidig en wordt deze niet al te gecontesteerd. Anders zou dit tot bijkomende instabiliteit kunnen leiden. Meer fundamenteel is evenwel de vraag welke geopolitieke impact de machtsherschikking heeft op de Europese landen zelf. De Amerikaanse electorale keuze ‘Trump’ of ‘Biden’ kan de stijl en verpakking van de trans-Atlantische relatie misschien wel veranderen, maar niet de essentie. De wijzigende Amerikaanse machtspositie en belangen in de wereld zullen op termijn ook meer fundamentele gevolgen hebben voor ons. In die zin hebben we ofwel ‘weinig’ ofwel ‘nog enige’ tijd om ons aan die nieuwe wereld aan te passen.
David Criekemans doceert buitenlands beleid aan de Universiteit Antwerpen, internationale politiek en veiligheid aan het University College Roosevelt in Middelburg (Nederland) en geopolitiek aan het Geneva Institute of Geopolitical Studies. Hij is tevens Senior Associate Fellow bij Egmont, het Belgische Koninklijke Instituut voor Internationale Betrekkingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier