Brendan O'Neill
Trump en Syrië: ‘Over het dodelijk narcisme van oorlogsvoerders’
De Amerikaanse aanval op Syrië gaat ten koste van vele mensenlevens en de internationale stabiliteit, vindt Brendan O’Neill. ‘De humanitaire interventionisten maakt dat evenwel niets uit; zij zijn altijd naarstig op zoek naar een volgend volk om te “bevrijden”.’
Terwijl de oorlog nog altijd verder ravage toebrengt aan Irak, en zelfs nu Libië wordt verscheurd door een bitter conflict, hebben de westerse humanitaire interventionisten alweer een ander land gevonden om te “herstellen”. Jawel, een ander land om te redden!
Hoera, wéér een volk om te bevrijden! Hoe precies? Door ze mee te sleuren in een nog grotere horror…
Trump en Syrië: ‘Over het dodelijk narcisme van oorlogsvoerders’
Deze keer hebben de inwoners van Syrië de pech om het medelijden van westerse interventionisten te krijgen.
Nu Trump een Syrische luchtbasis heeft gebombardeerd, wordt er gepraat over het omverwerpen van Assad, over het leiden van zijn land naar een nieuw tijdperk van vrijheid en democratie. Waar hebben we dat nog gehoord?
Dat zulke interventies niet alleen niet hebben gewerkt in Irak en Libië, maar de situatie in deze landen objectief veel erger hebben gemaakt, wordt vandaag niet in overweging genomen. En dat is volgens mij een van de grootste en meest dodelijke eigenaardigheden van de 21ste eeuw: het volstrekte onvermogen van de humanitaire interventionisten om te leren van hun fouten.
Gestegen legitimiteit
De Amerikaanse aanvallen op een Syrische luchtbasis volgden op het vermeende gebruik van Assad van chemische wapens tegen zijn burgers. Het ingrijpen van Trump heeft een positieve impuls gegeven aan de legitimiteit van Trump in de ogen van de politieke en journalistieke elite, iets waar de president nood aan had.
‘Trump is nu net president van de Verenigde Staten geworden’, zo klonk het direct na het bombardement uit de pen van Fareed Zakaria, toch niet bepaald een obscure commentator.
Voormalige medewerkers van Obama vonden dat Trump ‘gelijk’ had. Zelfs The New York Times, de krant die al maanden erg kritisch is voor Trump, prees de president omdat hij zijn ‘hart’ had gebruikt.
Dat is kennelijk wat nodig is om waardering te oogsten onder deze liberale denkers: bommen gooien op een ander land.
Opschudding in de wereldorde
Op het wereldtoneel had de aanval daarentegen precies de impact die iedereen die zijn hersenen gebruikt – in plaats van zijn hart – had kunnen voorspellen.
Het zorgde voor een opschudding van de wereldorde. Het plaatste de Verenigde Staten ook op voet van oorlog met de bondgenoten van Assad: Rusland en Iran. Binnen enkele uren waren internationale relaties erop achteruit gegaan. Het spook van de Koude Oorlog – die onuitroeibare impasse tussen het goede, brave Westen en het gemene, onbeschaafde Oosten – was weer opgedoken.
Nikki Haley, de Amerikaanse ambassadeur van de Verenigde Naties, waarschuwde Rusland en Iran dat zij strenge sancties bepaald niet uitsluit, of misschien wel meer dan dat. Rusland en Iran lieten weten dat ze zullen reageren op iedere agressie vanuit Amerika.
Het is bizar dat westerse commentatoren deze terugkeer van de Koude Oorlog verwelkomen, ondanks alle bedreigingen en spanningen die erbij komen kijken.
Dat is vermoedelijk omdat ze wanhopig zoeken naar een gekend politiek framework, waarmee ze de wereld kunnen begrijpen en hun eigen plaats kunnen innemen. Dit gebeurt wel ten koste van vele menselevens en internationale stabiliteit. Maar zolang wij maar het gevoel hebben dat we aan de Goede Kant staan, is dat helemaal niet erg, toch?
Pure symboolpolitiek
Die twee ontwikkelingen – het spontaan verhoogde aanzien van Trump onder progressieven en de toenemende spanningen in de wereld – wijzen op het gevaar van de nieuwe morele interventionisten.
Hun ingrijpen is pure symboolpolitiek. Ze zwaaien de oorlogsmachine nog maar eens aan om spanningen te sussen, terwijl ze die juist laten oplaaien.
Het lijden van de Syriërs wordt simpelweg misbruikt.
De behoefte om de eigen deugden te etaleren, werd prachtig getoond door Haley zelf, die bij de Verenigde Naties foto’s van dode Syrische kinderen liet zien. Vertaling: ‘wij zijn goed, wij vinden dit onacceptabel en bereid op te treden, dus draai uw mening over onze regering nu eens bij’.
Op die manier wordt het lijden van mensen simpelweg misbruikt. In een buitenlands conflict hebben deze interventionisten – niet geliefd in eigen land – dé manier gevonden om sterk en resoluut over te komen.
Het is onvergeeflijk dat zoveel commentatoren erbij staan te kijken – en applaudisseren.
De aanval op Syrië bevestigt het gebrek bij deze interventionisten aan een ernstige, bedachtzame analyse van de waarschijnlijke gevolgen van militaire actie. Alles wat telt, is de morele boodschap.
Het maakt hen niet uit dat de spanningen tussen Amerika en Rusland net waren afgenomen, of dat er pogingen waren om Iran meer te betrekken bij de rest van de wereld.
Al dat soort overwegingen doen er niet langer toe. Het gebaar telt, niet de gevolgen. Een positieve ontvangst in het thuisland is het belangrijkst, niet wat het betekent voor de slachtoffers, of de toekomst van de wereldpolitiek.
Moreel schouderklopje
En zo reduceren deze interventionisten hele delen van de wereld tot niets anders dan een podium waarop westerse politici en commentatoren mogen optreden om zichzelf publiekelijk een moreel schouderklopje te geven en te presenteren als helden die betrokken zijn bij de wereld.
Het is bizar dat westerse commentatoren deze terugkeer van de Koude Oorlog verwelkomen.
Door dat egoïsme zullen de interventionisten nooit leren van hun fouten. Zelfs wanneer, as we speak, oorlog, terreur en chaos heersen in landen als Irak en Libië die eerder ook het slachtoffer waren van hun morele egoshow, gaan ze gewoon door, op weg naar een volgend doelwit, gewichtig pratend over de morele noodzaak om Assad omver te werpen en Syrië te ‘bevrijden’. Haley heeft al laten weten dat Assad spoedig zal worden ‘verwijderd’.
Je kunt die acties humanitair noemen, zoals de interventionisten dat zelf doen. Maar de interventies hebben wel verdere barbarij ontketend in Irak en Libië. Dat is niet humanitair, zoals er natuurlijk ook hlemaal niemand zal worden bevrijd.
Deze aanval op Syrië zal een nieuw, zwart hoofdstuk toevoegen aan het toch al trieste boek dat de morele interventionisten aan het schrijven zijn. Het zal leiden tot een machtsvacuüm, waarin islamisten en andere regionale spelers graag zullen springen met hun niet al te frisse bedoelingen.
Gelukkig staan er dan wel weer nieuwe humanitaire interventionisten klaar om een volk te ‘bevrijden’…
Een afleiding van saaie politieke kost
Ze zouden het moeten weten. De interventionisten hebben toch ook wel het nieuws meegekregen dat de situatie in Irak en Libië weinig rooskleurig is? Ze lijken het niet te willen horen. Als je je eigen morele goedheid wilt tonen, maakt de waarheid blijkbaar niet uit. Er is weer een land te redden.
Het is het gevoel een kosmische, morele strijd voor het goede te voeren, die onder westerse politici kennelijk onweerstaanbaar is. Het leidt af van de saaie en taaie politieke kost in eigen huis. Het geeft hen het warme gevoel een verlosser te zijn en de geschiedenis te veranderen.
En dat doen ze inderdaad: ze zorgen voor meer onrust, storten andere landen in nog meer ellende en vergroten de risico’s voor repressailles op eigen terrein.
Dat is geen humanitarisme, het is narcisme.
Met dank aanTegengeluid, de nieuwsbrief voor dwarsdenkers. Dit artikel verscheen eerder op de website van Spiked. Vertaling: Marco Visscher.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier